Zeg niet worst, zeg cilinder: komt er een verbod op veggieburgers en co?

Is een burger zonder vlees wel een burger? © Getty
Eva Kestemont
Eva Kestemont Journalist Weekend.be

Vlees- en zuivelnamen voor vegetarische en veganistische producten: als het van Europa afhangt, wordt het misschien verboden. Waar gaat dit over?

Er heerst verwarring in de winkel. Dat zeggen toch landbouworganisaties en de vlees- en zuivelindustrie, die het niet langer pikken dat vegetarische en veganistische producten namen dragen die lijken op het dierlijk product waarop ze gebaseerd zijn. De kwestie is zo prangend dat het Europees Parlement volgende week een verbod overweegt op termen als tofusteak, kipstuckjes, veggieburger, vegan worst en kaasalternatief.

Die namen gebruiken producenten van vegetarische en veganistische producten om consumenten een idee geven van wat ze kunnen verwachten, maar dat is niet eerlijk, vinden vlees- en zuivelproducenten, want zo teren de plantaardige rivalen op de populariteit van vlees en zuivel. ‘Als vlees dan zo slecht is, moeten de producenten van vegetarische voedingswaren er ook niet naar verwijzen’, zegt Ivan Claeys, voorzitter van de Landsbond der Beenhouwers aan Vilt.

Op dit moment hanteren heel wat EU-lidstaten verschillende wetgeving rond de kwestie. Zo zijn benamingen voor producten die te dichtbij de ‘dierlijke’ naam blijven in Frankrijk al verboden sinds 2018. In andere landen (zoals België) is er nog ruimte voor enige creativiteit en dat schept verwarring, volgens vlees- en zuivelproducenten. Zij klopten aan bij Europa en hun bezorgdheden kregen in de Landbouwcommissie al gelijk. Nu wordt de kwestie een stapje hoger uitgevochten en zal in de week van 19 oktober gestemd worden over twee wetsvoorstellen die termen als ‘veggieworst’, maar ook het meer omschrijvende ‘alternatief voor yoghurt’ willen verbieden.

Evolutie richting meer plantaardig

De populariteit van vlees- en zuivelalternatieven groeit jaar na jaar, en kreeg sinds de uitbarsting van de coronacrisis nog eens stevige duw in de rug. Dat is niet verwonderlijk, want ze maken het erg gemakkelijk om dergelijke producten (nu en dan) te vervangen en worden steeds lekkerder. Dat komt goed uit, want het sijpelt stilaan door dat meer plantaardig eten niet alleen beter is voor de eigen gezondheid, maar ook voor die van de planeet. Zelfs Europa onderschrijft dat met haar Green Deal, haar plan om haar economie duurzaam te maken.

De protectionistische reactie van de vlees- en zuivelindustrie is niet helemaal onbegrijpelijk. Ze vrezen dat, wanneer de consument de keuze krijgt tussen twee producten die (quasi) hetzelfde zijn en enkel verschillen in de mate waarin er een dier voor gedood moest worden, zij als verliezer uit de bus zullen komen. In België is die tendens al jaren duidelijk zichtbaar: nog maar zeven op de tien Belgen eet bijna elke dag vlees of vis. Toch is het opmerkelijk dat vandaag net de kaart van consumentenmisleiding getrokken wordt. Er zijn immers verschillende voorbeelden te vinden waarbij dierlijke producten exact om die reden al geviseerd werden. Zo bevat sommige drinkyoghurt geen yoghurt en sommige leverworst amper lever.

Je zou je bovendien kunnen afvragen of de strategie van de vlees- en zuivelindustrie hen zal opleveren wat ze hopen. Niet alleen de plantaardige sector toont zich immers strijdvaardig, ook kritische stemmen namen graag alle onduidelijkheid en verwarring over vlees weg. Zo sluit een druk bekeken filmpje van Arjen Lubach over de kwestie af met de slagzin ‘you have to murder to call it a burger’. Ook de open brief van het Nederlandse Abbot Kinney viel op. Daarin bedankt het merk de zuivelindustrie om hen te laten inzien dat in het woord ‘yoghurt’ het Engelse ‘hurt’ verborgen zit, terwijl de producent net yoghurt- en ijsvariaties maakt die alle leed uit de weg gaan, en waarin ze aankondigen dat hun product vanaf nu dus logischerwijs ‘yog’ zal heten.

Verwarring alom: wat met deze benamingen?

Als de wetsvoorstellen de stemming overleven, zal dat een heuse revolutie in onze taal met zich meebrengen. Het probleem van het oneigenlijk gebruik der dierlijke termen zit er immers stevig ingebakken en de consumentenmisleiding is alomtegenwoordig. Just is just, en daarom dragen wij graag ons meest constructieve steentje bij door enkele hardnekkige misverstanden rond woorden die gebaseerd zijn op dierlijke producten de wereld uit te helpen. Enter onomstotelijke klaarheid!

  • Hot dogs: Geen grammetje hond zit er in een hot dog. Zolang we daar liever varkens en koeien voor doden dan honden, hanteren we dus beter een eerlijkere naam: additievenworst.
  • Coeur de boeuf tomaten: Stel je de verwarring voor die de consument voelt wanneer hij op de groenteafdeling denkt een lekker runderhart te zullen kopen: onaanvaardbaar. Als je dan toch per se groenten wil bij je vlees, koop je vanaf nu een zongerijpte rimpeltomaat.
  • Boomstammetjes: Als er nu iéts is wat vegetarisch klinkt, is het wel een boomstammetje. Heel verwarrend voor de rechtgeaarde carnivoor, en dus stellen wij voor om vanaf nu te gebruiken: krokantgehaktrol.
  • Blinde vinken: Geen vinken te bespeuren in blinde vinken. En dat is maar goed, want vinken zijn een bedreigde diersoort en voor je het weet gaat al ons zuurverdiende belastinggeld naar reddingsacties van het beest. Om verwarring te voorkomen, opperen wij het gebruik van minderkrokantgehaktrol.
  • Moedermelk: De overgrote meerderheid van de vandaag verkrijgbare échte melk wordt gemaakt door koeien die regelmatig kunstmatig geïnsemineerd worden, gescheiden worden van hun kalf en vervolgens na een jaar of vijf in weinig natuurlijke omstandigheden richting het slachthuis gaan omdat ze niet meer zoveel melk opleveren. Dat doen we mensen gelukkig niet aan, haha, dus de verwijzing naar melk lijkt ook hier ongepast. Afgekolfd flesje moedersap, iemand?
  • Limburger: Sommige Limburgers zijn dan wel om op te eten, dat maakt hen nog altijd geen in schijven samengedrukt gehakt. Gelukkig is hier gemakkelijk een mouw aan te passen en spreken we vanaf nu dus over Limburgees.
  • Tweederangsburger: Zelfde probleem voor tweederangsburgers, maar ook die kwestie kan snel worden aangepakt. Laten we dat woord maar gewoon schrappen en iedereen gelijk behandelen, in naam der duidelijkheid.

Wankelt de Europese groene ambitie?

Helemaal onduidelijk wordt het wanneer het gaat over hybride producten, die voor de helft uit vlees en de helft uit plantaardige ingrediënten bestaan en eveneens aan een opmars bezig zijn. Zij worden in de markt gezet om bewuste carnivoren minder vlees te doen eten, terwijl ze vlees aan het eten zijn. Zullen die bereidingen nog door het leven mogen gaan als burgers en worsten?

Een andere vraag die de kwestie oproept, gaat over de geloofwaardigheid van de ambitieuze Europese Green Deal. Net als heel wat wetenschappers streeft Europa naar een klimaatvriendelijkere landbouw, die ook een aanpassing van ons dieet inhoudt. De voorgelegde maatregelen halen is moeilijk maar mogelijk, mits een grote toewijding aan de zaak. Wat zou daarvan overblijven als Europa in deze absurd aanvoelende namenkwestie partij kiest voor een systeem waar het eigenlijk van weg wil stappen?

Nog een voetnoot: verschillende kant-en-klare vlees- en zuivelvervangers zijn het resultaat van een hoogtechnologisch proces en bevatten ingrediënten die je lichaam niet nodig heeft of die je beter niet elke dag eet. Een kritische blik op het etiket kan dus nooit kwaad. Zo weet je meteen wat je precies koopt en zie je wellicht ook in een oogopslag welk vlees (sorry) je in de kuip hebt.

Herlees een interview met Vegetarische Slager Jaap Korteweg, een van de producenten wiens Kipstuckjes en Gehacktballen in de vuurlinie liggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content