Lekker met kroketjes en in witte wijn gestoofde peertjes.
Voor 2 personen:
- 2 reebiefstukjes van elk 125 g
- 1 fijngesnipperde sjalot
- 1 wortel, in blokjes
- 1/2 stengel bleekselderij, in blokjes
- 1 eetlepel rodewijnazijn
- 2 eetlepels rodebessengelei
- 1 dl Lacroix Wildfond
- 1 eetlepel olie
- 40 g koude boter
- peper en zout
Bereiding
1. Fruit de sjalotjes, wortelen en selder in een beetje boter. Overgiet ze met azijn en laat die verdampen. Voeg de bessengelei en de fond toe en breng aan de kook. Draai het vuur laag en laat de saus zachtjes inkoken. Zeef de saus.
2. Schroei de biefstukjes dicht in de olie en in wat boter. Bestrooi ze met zout en peper, draai het vuur iets lager en bak nog 2 minuten verder tot het vlees rosé is. Neem de biefstukjes uit de pan en houd ze warm onder alufolie.
3. Giet de helft van het braadvet uit de pan, schenk de gezeefde saus bij de rest van het braadvet en roer de aanbaksels los. Breng de saus al roerend aan de kook en laat ze nog iets inkoken. Roer van het vuur klontje voor klontje de rest van de koude boter door de saus. Breng op smaak met zout en peper.
