Gestoomde parelhoen met verse vijgen
Nodig voor vier :
Nodig voor vier :
8 verse vijgen
30 cl rode port
12 laurierblaadjes
2 koffielepels geplette korianderzaadjes
1 grote, rijpe tomaat
2 eetlepels gehakte sjalot
2 teentjes knoflook
200 g boter
2 parelhoenders
1 takje groene selder
1 tablet kippenbouillon
peper en zout
40 minDe vijgen met de port en 10 laurierblaadjes 24 uur laten marineren in een gesloten recipiënt. De korianderzaadjes in een pan met antikleef-laag drogen en in een vijzel of met behulp van een fles pletten. De tomaat in kokend water dompelen, verfrissen onder koud water en schillen. Het vruchtvlees in blokjes snijden. De sjalotten fijnhakken en de knoflook persen. De parelhoenders versnijden en de borsten en bouten apart houden. De rest in stukken hakken. In een cocotte 50 g boter laten smelten en hierin de bouten en borsten licht aanbraden. Kruiden met peper en zout. Het vlees uit de cocotte nemen en warm houden. De overgebleven stukken parelhoen in de cocotte doen en eveneens aanbakken. Gehakte sjalot toevoegen en alles door elkaar roeren. Giet een gedeelte van het gebruikte braadvet weg, bestrooi de stukken vlees met geplette koriander en voeg twee laurierblaadjes, de geperste knoflook, het versneden takje selder en de blokjes tomaat toe. Overgiet met de helft van de marinade van de vijgen. Leg de borsten en bouten boven op de stukken vlees (ze mogen de saus niet raken !). Doe een deksel op de cocotte en laat alles 30 minuten stoven. Ondertussen de resterende marinade inkoken. De gestoomde borsten en bouten uit de pan nemen. 15 cl water en een tablet kippenbouillon toevoegen en alles 10 minuten koken. De saus zeven.
Afwerking : de borsten en bouten in een schone pan doen, overgieten met saus en zachtjes opwarmen. De vijgen in het pannetje met ingekookte port opwarmen. Het vlees op warme borden leggen. De pan met de saus van het vuur halen en de saus met klontjes malse boter opkloppen. Saus en vijgen over de borden met vlees verdelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier