Frikadellen met noordkrieken

Een klassieker uit de Vlaamse keuken die je zowel warm als koud kunt serveren. Eet witbrood en boter bi je frikadellen met noordkrieken.

Voor vier personen
  • 800 g gehakt (kalfs & varkens)
  • 3 eieren
  • 3 soeplepels paneermeel of 3 geplette beschuiten
  • 1 middelgrote ui of een paar sjalotten
  • muskaatnoot
  • peper
  • zout
  • boter
  • 1 kg noordkrieken (bokaal van 3/4 l of 1 l)
  • 250 g kristalsuiker
  • 1 citroen en/of 1 glaasje jenever (5 cl)

Bereiding

  1. Meng het gehakt met de hele eieren, het paneermeel, de zeer fijn gesneden ui of sjalot en kruid naar smaak met muskaatnoot, peper en zout. Maak dan frikadellen, dit zijn bolletjes van 3 à 4 cm doormeter, tussen de palm van je handen en draai tot ze mooi rond zijn.
  2. Maak suikersiroop: zet de suiker in 3/4 l water op het vuur. Roer met een houten lepel. Let op met spatten en druppels want de kooktemperatuur gaat boven de 100 graden en het mengsel kleeft en kan erge brandwonden veroorzaken. Suikersiroop is ook in flessen in de handel verkrijgbaar als je het werkje liever niet zelf doet.
  3. Doe de gewassen krieken in een grote pan met dikke bodem en overgiet ze met de suikersiroop tot ze net onder staan. Vul eventueel bij met wat water. Pocheer heel langzaam tegen het kookpunt aan tot de krieken zo gaar zijn dat ze gemakkelijk loskomen van de pit. Laat ze niet stuk koken! Voeg helemaal op het laatste het sap van 1 citroen bij en/of een glaasje jenever. Roer nog een paar keer voorzichtig om en laat afkoelen in de schotel waarin ze op tafel zullen komen.
  4. Laat 50 gram boter smelten in een pan die net groot genoeg is om alle frikadellen naast mekaar te kunnen leggen zonder dat ze mekaar raken. Schroei de frikadellen langs de buitenkanten dicht en geef wat kleur. Laat ze daarna heel langzaam op een klein vuur tot in de kern gaar worden. Keer regelmatig de frikadellen om en verander van plaats in de pan want die is niet overal even heet. Dat duurt ongeveer 25 à 30 minuten. Er zal vrij veel vet uit de frikadellen lopen. Zorg ervoor dat het vuur zo geregeld is dat het niet kan verbranden maar wel hoog genoeg om te blijven bakken. Als het gehakt té veel vet bevat, moet er een deel uit de pan gegoten worden. De frikadellen moeten immers bakken, niet koken in eigen vet!
  5. Haal de frikadellen uit de pan en laten uitdruppen op keukenpapier. Schik ze op een schotel en dien op als ze nog lichtjes warm zijn, tegelijk met de lauwe krieken in siroop. (Warm desnoods de krieken terug op.)
  6. Frikadellen met krieken worden ook dikwijls koud gegeten. Dien ze dan liefst niet koud uit de koelkast op maar laat ze eerst wat op kamertemperatuur komen.
  7. Bij dit gerecht wordt witbrood en boter opgediend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content