Het ‘Pasta Grannies’-kookboek uitgetest: wat kan je zoal leren van een Italiaanse nonna?
Deze zomer test de redactie van Knack Weekend recent verschenen kookboeken uit. Deze week: ‘Pasta Grannies’, het tweede kookboek van de gelijknamige YouTube-reeks. Authentieke recepten van Italiaanse nonna’s? Sì, per favore.
In het kort
Voor wie het nog niet wist: de ‘Pasta Grannies’ zijn een internetfenomeen met miljoenen volgers verspreid over YouTube, Instagram en Facebook.
Oprichter Vicky Bennison, een culinaire schrijver, ontdekte zo’n tien jaar geleden tijdens haar research voor een Italiaans kookboek dat jonge Italianen steeds minder en minder koken. Uit angst dat de kennis van de nonna’s verloren zou gaan, besloot ze hun recepten en technieken vast te leggen op video. Enkele jaren later zijn de Pasta Grannies internetberoemd: zo werd het lasagne-recept van de 91-jarige Maria uit een klein dorpje in Noord-Italië al meer dan 8,5 miljoen keer bekeken op YouTube. Met andere woorden: gedigitaliseerd Italiaans erfgoed.
In 2019 brachten Bennison en haar team een eerste bundeling van hun populairste recepten uit, dit boek uit februari 2023 is het tweede in de rij.
In het boek vind je voor ieder wat wils. De rode draad is uiteraard pasta, meer bepaald deeg, en de categorieën gaan van groenten over vlees en zuivel tot kruiden, noten en specerijen. Je hoeft dus niet per se een alleseter te zijn om dit boek te kunnen appreciëren.
Ook goed om te weten: je hebt niet per se een pastamachine nodig. Wat dan wel? Een houten plank die je alleen maar voor verse pasta gebruikt, zodat het deeg geen andere smaken van de plank opneemt. En liefst hout, omdat je zo pasta met de beste textuur creëert. Zeg dat nonna het heeft gezegd.
1-2-3: aan de slag
Ik test het boek gedurende een week uit en selecteer drie recepten met verschillende moeilijkheidsgraden:
1 – Giggina’s gnocchi met gehaktballen uit Ischia (p. 178)
Beginnen doe ik met de grootste uitdaging: Giggina’s gnocchi met gehaktballen uit Ischia (p. 178). Volgens Italiaanse traditie dient de gnocchi als voorgerecht en het vlees als tweede gang, maar ik heb wel m’n twijfels bij de hoeveelheden: met twee grote aardappels zou ik zogezegd voldoende gnocchi moeten kunnen maken voor vier personen. Ik verdubbel voor de veiligheid de ingrediënten, en gelukkig maar, want achteraf blijk ik maar nét genoeg te hebben. Aangezien ik geen speciale gnocchi-plank met groefjes heb, is het even sukkelen om de vorm op punt te krijgen, maar het eindresultaat mag er zijn. Ook de gehaktballen met verse bladpeterselie, pijnboompitten, look en parmezaan voeg ik toe aan mijn vaste repertoire. Ten slotte leer ik ook dat nonna’s geen tomatenblokjes of pulp gebruiken, en altijd voor de minder bewerkte ‘pomodori pelati’ (gepelde tomaten) gaan, wat me mijn meest favoriete tomatensaus ooit oplevert.
2 – Spaghetti met citroenpesto uit Procida (p. 46)
‘Gewone’ basilicumpesto vind je enkele pagina’s eerder (p. 36), maar als citrusliefhebber sprak de citroenpesto me net nog een tikkeltje meer aan. De kruiden worden hier vervangen door een combinatie van bladpeterselie en munt, wat het frisse eindresultaat enkel kracht bijzet. Je wordt aangemoedigd om biologische citroenen te gebruiken, liefst uit Procida, een eilandje vlakbij Napels dat bekend staat om zijn citroenen. Ik zou natuurlijk met plezier even op en af vliegen/varen, maar zo werkt het leven – en het milieu – niet. Ik neem dus genoegen met biologische citroenen van bij mijn lokale fruit- en groentenboer. Ik combineer met een portie verse tagliatelle uit de supermarkt, werk af met nog wat parmezaan, en geniet. Deze pesto is perfect voor een warme, zomerse avond. En zo waan je je toch nog even in de buurt van Procida.
3 – Spaghetti-achtige pasta met courgette en munt uit Lazio (p. 55)
Later in de week daag ik mezelf nog eens uit door zelf pasta te maken, namelijk een dikkere variant van pici, met een ‘sausje’ van courgette, pancetta en munt. Ik ga aan de slag met de 00-bloem en blijk aangenaam verrast door hoe vlot het proces verloopt. Het feit dat je de vorm gewoon met de hand kunt uitrollen geeft voldoening, en de activiteit dwingt je om te vertragen. Of zoals Bennison in de intro schrijft: ‘Pasta maken is meditatief om te doen en kalmerend om te zien. Het doet je onthaasten en focussen op iets wat je kan creëren.’ En al zijn mijn slierten misschien net een tikkeltje te dik, de combinatie met courgette, pancetta en munt maakt alles goed, zeker afgewerkt met een goeie snuif (of drie) pecorino.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Conclusie
Dankzij de Pasta Grannies stond ik de voorbije dagen terug vaker stil bij het belang van vertragen. Af en toe de tijd uitrekken om uitgebreid te koken, zij het samen pasta rollen of alleen je verse tomatensaus perfectioneren, het werkt werkelijk meditatief. Maar geen zorgen voor zij die het niet zo hebben voor slow cooking: elke keer zelf pasta maken is geen must, daarnaast leer je in dit boek ook gewoon veel waardevolle tips en nieuwe smaakcombinaties kennen. Wel is het écht de moeite waard om te investeren in kwaliteitsvolle ingrediënten. Veel recepten zijn simpel genoeg, en dan kan een blikje gepelde tomaten van 2,99 euro tegenover eentje van 0,99 euro een wereld van (smaak)verschil betekenen.
Wat altijd extra leuk en handig blijft aan Pasta Grannies: je kan letterlijk élk recept online opzoeken en in videovorm bekijken. Als je iets niet snapt of zeker weet, staat er een nonna klaar om je te redden. Werkte alles maar zo in het leven.
Pasta Grannies, Vicky Bennison, € 29.99, Fontaine Uitgevers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier