Luxemburgse wijn

We proeven lichte witte wijnen geschikt voor bij lichte voorgerechten en schelpdieren.

Heeft de klimaatswijziging iets ten goede veranderd voor de Luxemburgse wijn?

De non-kwaliteit van de Luxemburgse wijnen kan door hun voorgeschiedenis verklaard worden. Voor en gedurende de Eerste Wereldoorlog was de Luxemburgse wijnindustrie uitsluitend gericht op Duitsland, met de productie van goedkope basiswijn van elblingdruiven, waarvan schuimwijn werd gemaakt. In 1921 echter ging Luxemburg een economische unie aan met België en van dan af werden de zogenaamd ‘edele’ druivensoorten aangeplant: riesling, auxerrois, pinot gris en dergelijke. De wijnbouwers groepeerden zich in een supercoöperatie, Vinsmoselle, goed voor 1000 van de 1300 hectare en een negenhonderdtal leden. Deze organisatie werkte echter bevestigend voor het traditionele productiesysteem van grote rendementen, ver boven de 100 hectoliter per hectare. Deze grote rendementen zijn de voornaamste oorzaak van het gebrek aan kwaliteit.

Grosso modo drinken de Luxemburgers de helft van hun wijnen zelf, de rest gaat voor meer dan 90 procent naar België: er is dus geen enkele internationale kwaliteitsreferentie, want de Belgen zijn niet kritisch voor de wijnen van hun zusterland en de wijnen worden niet getoetst op een internationale markt.

Ten slotte is de klassenverdeling in vin classé, premier cru en grand premier cru getekend door inteelt: nationale proefcommissies beslissen over de indeling en de resultaten verwijzen naar een lot wijn en niet naar een perceel, wat in het buitenland de wenkbrauwen doet fronsen.

Het is dan ook niet verbazend dat er weer meer en meer schuimwijn wordt gemaakt. Hierbij zijn de mogelijkheden om de kwaliteit bij te werken veel groter dan binnen het voornoemde classificatiesysteem en de markt is – vreemd genoeg – nog altijd bereid om voor deze naar niets smakende schuimwijnen een stevige prijs te betalen. De magie van het belletjesgordijn en de ijskoude temperatuur waarbij ze gewoonlijk geschonken worden, maken de consument erg tolerant voor de smaakarmoede.

Kan de klimaatswijziging verbetering brengen? We beginnen aan onze proeverij met hoop en vertrouwen: het is nog altijd wat in het glas komt dat telt.

Tenzij anders vermeld zijn deze lichte witte wijnen geschikt voor bij eveneens lichte voorgerechten en bij schelpdieren.

Besluit na de proeverij: de grote rendementen verdunnen de wijnen overmatig en maken elk mogelijk gunstig effect van de klimaatswijziging ongedaan.

De selectie

Rivaner 2008, Caves de Stadbredimus, Vinsmoselle
Dunne, waterachtige kleur en een kleine aromatische toets aan de neus. Smaak van dun water. Geen gastronomische mogelijkheden.
Delhaize: 4,19 euro.

Riesling 2007, Caves de Stadbredimus, Vinsmoselle
Dunne, waterachtige kleur en een frisse neus, maar niet erg specifiek voor riesling. De smaak is friszuur en eenvoudig. Geen gastronomische mogelijkheden.
Delhaize: 4,59 euro.

Riesling Premier Cru 2007, Vinsmoselle
Dunne kleur van helder water. Neus met een toets van rijp maar moeilijk als riesling herkenbaar. De smaak is fris en redelijk evenwichtig. Eenvoudige wijn.
Colruyt: 5,90 euro.

Riesling 2007, Caves de Wellenstein, Vinsmoselle
Kleur met ietsje vulling en een accent van rijp in de neus. De smaak is friszuur en tegelijk wat rijp-rond. Evenwichtige wijn met een beetje expressie.
Carrefour: 4,90 euro.

Rivaner 2008, Caves de Wellenstein, Vinsmoselle
Waterachtige kleur en een dunne neus met wel een aromatisch accent. In de mond komt een smakelijke wijn met zelfs wat vulling. Goede wijn voor de dorst.
GB/Carrefour: 3,88 euro.

Riesling Alsace 2008, Caves de Bennwihr
Deze riesling uit de Elzas is per ongeluk in de set gesukkeld. Volle geelgroene kleur en een fijne neus, herkenbaar als riesling. Ronde, gevulde en toch frisse smaak met vulling. Goede wijn voor aan tafel.
Colruyt: 4,47 euro.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content