‘Zoals bij elke bevrijding is er sprake van een zoete vorm van zedenverwildering’

‘Na een periode van gedwongen kuisheid voelen we extra hard de drang om ons lallend tegen elkaar aan te schurken’, schrijft columnist Jean-Paul Mulders.

We zijn bevrijd van het virus, of dat denken we toch. Zoals bij elke bevrijding is er sprake van een zoete vorm van zedenverwildering. De zon doet haar best om te schijnen en ik zit met een heleboel andere mensen aan water dat voorbijstroomt. Naast mij bevinden zich twee jonge vrouwen. ‘Hij was te lui om zich te scheren, maar hij wou wel gepijpt worden’, griezelt de ene tegen de andere over een ex die er niet bij is.

Het is zo’n zin die mij doet kijken naar een wolk die in de lucht voorbijdrijft. De wolk lijkt niet op een kabouter en ook niet op Groenland. Ik ben blij dat het leven zich hervat en dat gesprekken over beharing gaan in plaats van over sterftecijfers. De mens heeft nood aan afleiding. ‘Ik weet niet wat er aan de hand is met de mannen,’ liet een vrouwelijke collega mij weten, ‘maar ik krijg berichten van lieven van vroeger die mij willen terugzien. Soms is het vier jaar geleden dat ik van ze gehoord heb.’

Een vrouw die ik al tien jaar ken zonder haar ooit te ontmoeten, stuurt dat het de vorige avond uit de hand is gelopen. Iets met veel wijn, dansen op muziek van de eighties en huidhonger die nu weer even gestild is. ‘Merkwaardig toch,’ schrijft ze, ‘hoe dun de lijn is tussen gesofisticeerde discussies met een Europarlementariër en Spaanse schlagers luidkeels meezingen.’ Zo gaat dat, denk ik. Na een periode van gedwongen kuisheid voelen we extra hard de drang om ons lallend tegen elkaar aan te schurken.

Zoals bij elke bevrijding is er sprake van een zoete vorm van zedenverwildering.

Maar ik was bij de twee meisjes aan het water en bij de man die te lui was. Dat doet mij denken aan schaamhaarschaamte en aan de norm van het haarloze lichaam. Daar heb ik onlangs enkele wetenswaardigheden over gelezen. Volgens onderzoek van Kaat Bollen – weliswaar uit 2012 al – scheren vier op de vijf dames zich daarbeneden, tegenover slechts twee op de vijf meneren. Mannen lopen altijd wat achter, ondanks de aanmoedigende slagzin van Gillette op YouTube: ‘Als je het bos snoeit, wordt die ene boom zichtbaarder.’

De Grieken en Romeinen haalden hun schaamhaar weg als teken van vitaliteit en reinheid. De islamitische gewoonte om je genitaal te scheren, zou tijdens de middeleeuwen bij ons zijn verspreid door terugkerende kruisvaarders. De laatste jaren onderscheiden vrouwen met haar op de tanden zich soms door beharing elders ongemoeid te laten. Dat is zoals democratie: in theorie vind je het prachtig, maar je mag het niet in de praktijk zien.

Er zijn al eerder periodes geweest waarin schaamhaar in zwang was. Zo lieten aristocratische dames in de zestiende eeuw het zo lang mogelijk groeien. Ze versierden het dan met strikken en linten.

Zo zitten we daar, ik en de andere mensen, terwijl de zon zakt achter daken en ik denk aan weelderige kerstbomen. Bloed kruipt waar het niet gaan kan en gedachten zijn als sprinkhanen.

Er komt een stel voorbijgewandeld. De man slurpt bier uit een blikje en de vrouw draagt een zonnebril van Dolce&Gabbana. Als het leeg is, boert de man en keilt het blikje in het water. Daar dobberen al flessen met de ontroostbaarheid van leeggoed.

De vrouw kijkt een andere kant op. Ik denk aan een zin die mij is bijgebleven: ‘Er zijn 80.000 giraffes op de wereld, tegen anderhalf miljard runderen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content