‘Voor werkgevers is zelfzorg een excuus om geen oplossingen te bieden’: waarom we zelfzorg beter inruilen voor gemeenschapszorg

© Gerda Dendooven
Jorik Leemans
Jorik Leemans Journalist

Hebben de voorbije jaren van ademhalings­oefeningen, geurende badbommen en andere zelfzorg effect gehad op ons mentale welzijn? Of schiet de populaire hashtag #selfcare tekort? Waarom je in 2024 vaker gaat horen over gemeenschapszorg: “We zijn als maatschappij te individualistisch geworden.”

“Toen het na mijn bevalling een tijdje slecht met me ging, kreeg ik voortdurend het advies om goed voor mezelf te zorgen. Dat vond ik heel raar. Het was op dat moment gewoon niet verantwoord om mij voor mezelf te laten zorgen. Daar was ik echt niet de aangewezen persoon voor.”

Er spookten heel wat vragen door het hoofd van theatermaakster Suzanne Grotenhuis toen ze na de geboorte van haar zoon elke dag door het park moest wandelen omdat hij anders niet kon slapen. ‘Zorgen we nog wel genoeg voor elkaar?’ ‘Wat als je op de limieten van zelfzorg botst?’ Ze noemt het de meest eenzame periode uit haar leven, maar dat zou volgens haar vrienden, familie en psycholoog wel weer goed komen. Ze pende haar ervaringen neer in het boek ­Achter de wolken, een pleidooi voor minder zelfzorg.

“Bij alles wat er vandaag misgaat in je leven, krijg je het advies om naar jezelf te kijken en aan jezelf te werken”, vertelt Grotenhuis in een interview met Knack. “Om je daarbij te helpen is er een hele waaier aan therapieën die met elkaar gemeen hebben dat ze fucking veel geld kosten én het probleem bij jezelf leggen. Waardoor je gaat denken dat je zelf het probleem bent. Dat je het allemaal fout aanpakt.”

Als er een term is die zich de voorbije vijf jaar in onze woordenschat heeft weten te wurmen, is het wel zelfzorg. Van psychologen die pleiten dat we beter onze grenzen moeten leren bewaken tot wellnessbedrijven die er vooral grof geld in zien met rustgevende gezichtscrèmes en cleansing sapjes: er was geen ontsnappen aan selfcaretips. Zelfs verse lakens opleggen kun je, godbetert, volgens sommigen vandaag onder zelfzorg categoriseren. Als je de piek bij Google Trends mag geloven, zochten we sinds eind 2022 dan ook bijna drie keer zo veel op over het thema als in de jaren ervoor. Als zelfzorg overal is, kan het dan tekortschieten?

Lijstje afvinken

Sowieso is het wel goed dat er op de hype een correctie komt, knikt Stijn Vanheule, hoogleraar psychoanalyse aan de UGent. “Er wordt te veel verwacht van wat de impact van zelfzorg zou kunnen zijn. En, paradoxaal genoeg, heeft het op sommige mensen zelfs een negatief effect. Mensen die worstelen met mentale problemen, kunnen zich daar zelf verantwoordelijk voor gaan voelen omdat het voor hen niet ‘werkt’. Het kan leiden tot een gevoel van falen. Het idee heerst nog te veel dat het afvinken van een lijstje ons volledig gaat helpen. Dat is natuurlijk een illusie. We moeten vermijden dat zelfzorg bijna als een beschuldiging gaat overkomen: neem je je eigen verantwoordelijkheid wel ­voldoende op?”

We zien nu vandaag de uitwassen van zelfzorg, stelt professor Vanheule, omdat we als maatschappij ook gewoon heel wat individualistischer zijn geworden. “Als je in de geschiedenis duikt, is er een heel lange periode geweest dat het accent echt lag op gemeenschapszorg. Neem nu bijvoorbeeld ouderschap: it takes a village to raise a child. Mensen zorgden meer voor elkaar. De ­individualisering is een sociologische trend die moeilijk terug te dringen is. We hechten veel meer belang aan onze eigen doelen, onze eigen noden. Toch mogen we niet uit het oog verliezen dat we wel degelijk ook nood hebben aan de ander, aan contact. We hebben nood aan gemeenschappen waarin beide dingen erkend worden: zorgen voor elkaar, met aandacht voor individuele noden. Dat je weet dat iemand je kan dragen op het moment dat het je zelf niet meer lukt.”

We moeten vermijden dat zelfzorg als een beschuldiging gaat overkomen: neem jij je eigen verantwoordelijkheid wel voldoende op?

Stijn Vanheule

“Vandaag wordt er heel snel teruggevallen op het idee van de professional, de psycholoog, die alles met jou kan oplossen”, zegt Vanheule. “Daar mag het niet toe herleid worden. Soms kan een hulpverlener individueel een antwoord geven, maar een groot stuk van de oplossing zit hem net in contact met anderen. Door opnieuw meer te investeren in gemeenschapszorg, zowel vanuit de overheid als vanuit het individu, kunnen mensen elkaar versterken.”

Geen me-time

Volgens psychologe Nina Mouton, auteur van Zelfzorg is het begin van alles, is het niet het concept van zelfzorg an sich dat tekortschiet, maar de definitie die we er doorgaans aan geven. “Zelfzorg is geen me-time, zoals veel mensen lijken te denken. Na al die jaren dat ik het heb over zelfzorg heerst bovendien nog steeds het idee dat zelfzorg iets egoïstisch is, dat het enkel over jezelf gaat. Dat is niet waar. Een vangnet vormen voor elkaar, ruimte creëren om bij een ander aan te kloppen wanneer je het zelf even niet meer ziet: ook dat is zelfzorg. Zelfzorg is zelfontwikkeling en -kennis. Als je je eigen grenzen kent en beter wordt in het maken van bewuste keuzes, ga je net authentieker je hand kunnen uitsteken naar andere mensen. Je gaat je verbinden met anderen vanuit een verbinding met jezelf.”


Het probleem volgens Mouton is dat zelfzorg door de leiders van onze gemeenschappen, zoals de overheid of op kleinere schaal onze werkgevers, te vaak als excuus wordt ingeroepen om verder geen zorg te hoeven voorzien. “En dat terwijl er inderdaad veel nood is aan meer zorg van bovenaf. Dan denk ik aan burn-outpreventie op de werkvloer, maar evengoed aan investeringen in onze kinder­opvang zodat er opnieuw meer gezorgd wordt voor onze zorgers.”

“Er wordt heel veel energie en geld in de eerstelijnszorg gepompt, die volledig is toegespitst op individuele hulp­verlening”, vult professor Vanheule aan. “Waarom wordt er niet meer gekeken naar gemeenschapscentra? Naast hulpverleners moeten er ook meer ontmoetingsplaatsen zijn waar mensen elkaar kunnen vinden. Warme plekken, waar mensen terechtkunnen als ze problemen hebben.”

Goed leven

Ook de wetenschap is zich de laatste jaren steeds meer in selfcare gaan verdiepen. Zo toont een onderzoek uit Afghanistan aan dat een betere gemeenschapswerking het niveau van huiselijk geweld verlaagde, en een studie uit China stelde vast dat gemeenschapszorgdiensten voor ouderen een significant positief effect op hun psychologische gezondheid hadden. Probeer dat eens met een dagelijks gember­shot of meditatiesessie te realiseren.

Zelfzorg is niet hetzelfde als me-time, zoals veel mensen denken. Bovendien heerst nog steeds het idee dat zelfzorg iets egoïstisch is. Dat is niet waar

Nina Mouton

In een recent artikel in het medisch tijdschrift The BMJ ­wijzen de Australische onderzoeker Pat Dudgeon en zijn team op de voordelen van relationele zelfzorg die vaak gehanteerd wordt in oorspronkelijke culturen. Terwijl westerse zelfzorg zich voornamelijk richt op het ondersteunen van de gezondheid van individuen, focust oorspronkelijke zelfzorg volgens onderzoek vooral op het collectieve welzijn van gemeenschappen. Deze holistische, collectieve en relationele benadering van gezondheid en welzijn kan volgens de onderzoekers het begrip van zelfzorg in de reguliere geneeskunde verrijken en de volksgezondheid verbeteren.

‘Relationele zelfzorg werkt volgens het principe van collectieve bloei of goed leven’, schrijft Dudgeon. ‘Het Australische Yawuru-volk gebruikt bijvoorbeeld de gezondheids- en welzijnsterm mabu liyan, die verwijst naar relaties buiten het individu en verbinding met het land, de cultuur en anderen. Voor veel inheemse volken zijn wederkerigheid, respect en verantwoordelijkheid voor al het leven kernwaarden van relationele gezondheid en welzijn.’

Door onder meer culturele tradities te herstellen, collectieve doelen te bepalen, contact te maken met ouderen en familierelaties te versterken werd een verbeterd ­sociaal welzijn, versterkte veerkracht en minder psychisch leed gerapporteerd. ‘Nu het belang voor de volksgezondheid van collectieve zelfzorg steeds urgenter wordt, moeten we ­kijken naar de inzichten van ’s werelds oudste en meest veerkrachtige gezondheids­systemen. Oorspronkelijke relationele zelfzorg kan ons verder brengen dan de recente, individualistische modellen van zelfzorg.’

Klein beginnen

Het populaire platform Pinterest noemt het versterken van onderlinge connecties een van dé tendenzen voor het komende jaar. ‘2024 zal in het teken staan van kwetsbaarheid en het smeden van diepere banden’, leest hun jaarlijkse trendrapport. ‘Als het op conversatie aankomt: doe het groots of doe het niet.’ De zoekopdracht deep conversation starters steeg met maar liefst 185 procent, emotional intimacy met 40 procent. Kun je op individueel niveau zo ook het verschil maken binnen een gemeenschap?

Professor Stijn Vanheule: “Gemeenschapszorg kan al klein beginnen. Gewoon al je buren groeten op straat en een ­praatje slaan kan een grote impact hebben. Het zijn die kleine uitwisselingen die maken dat mensen zich goed ­voelen in een buurt. Er zijn onderzoeken geweest die het welbevinden van mensen die hun hond uitlaten hebben bestudeerd. Tijdens die korte ontmoetingen hoeven je grootste problemen niet besproken te worden om er een goed gevoel aan over te houden. Op die manier kunnen natuurlijk ook contacten ontstaan waarbij het verder gaat dan deze kleine gesprekken.”

“Iedereen krijgt te maken met existentiële kwesties”, aldus Vanheule. “De ene mens is daar gevoeliger voor dan de andere. Er zijn alleen veel zaken waarbij we het gevoel hebben dat we er alleen voor staan, gaande van ouderschap tot rouw. Mensen zullen ons zeggen hoe we het kunnen aanpakken, maar vervallen ook snel in platitudes als ‘het komt wel goed’ of ‘verdriet slijt’. Als er een les is die we hebben kunnen trekken uit de coronacrisis, waar mensen letterlijk op zichzelf aangewezen waren, is het dat niet iedereen daar even goed uit is gekomen en sommigen door de eenzaamheid gecrasht zijn. Bij situaties waarin mensen belangrijke veranderingen doorgaan, van een scheiding tot een ander zwaar conflict, moeten we nadenken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we er voor elkaar zijn.”

Het is daarbij wel belangrijk dat we persoonlijke noden voor ogen houden, nuanceert Nina Mouton. “Als een van je collega’s bijvoorbeeld met een burn-out thuiszit, is er geen algemeen protocol dat je zomaar kunt toepassen. De een zal zich gesteund voelen door zijn collega’s als ze checken hoe het gaat, terwijl de ander zich daardoor net schuldig of onder druk gezet kan voelen. Het is aan ons om te kijken wat onze gemeenschap van ons nodig heeft. We zijn als maatschappij een beetje verleerd hoe we voor elkaar moeten zorgen. Terwijl er culturen zijn waarin kersverse moeders zes weken niet uit bed mogen en gepamperd worden opdat zij de energie hebben om voor hun baby te zorgen, moet je bij ons na twee dagen al uit het ziekenhuis en het zelf maar doen. Mensen denken dan dat hulp overbodig is, of voelen het als falen als ze hulp vragen. Terwijl ook dat zelfzorg is.”

De eerste stap

De prijswinnende Canadese auteur en onderzoekster Nakita Valerio vatte het in 2019 samen in één zin: “Door zelfzorg te roepen tegen mensen die eigenlijk gemeenschapszorg nodig hebben, laten we mensen in de steek.” Zelf omschrijft ze in een interview met Mashable gemeenschapszorg als “mensen die hun privileges gebruiken om er op verschillende manieren voor elkaar te zijn”. Door zo’n vangnet te creëren, zorg je op lange termijn voor een beter maatschappelijk welzijn. “Deze zorgverleners weten dat wanneer zij in de toekomst ook zorg nodig zullen hebben, anderen er voor hen zullen zijn”, stelt Valerio. “Het kan zo simpel zijn als een sms sturen als je iemand nodig hebt om te praten. Het kan iemand zijn die boodschappen voor je doet, of de afwas komt doen en op je kinderen past terwijl je rouwt.”

Terwijl er culturen zijn waarin kersverse moeders zes weken niet uit bed mogen en gepamperd worden, moet je bij ons na twee dagen al uit het ziekenhuis en het zelf doen. Wij zijn als maatschappij verleerd hoe we voor elkaar moeten zorgen

Nina Mouton

Valerio vergelijkt gemeenschapszorg met een uitgebreide familie, waarbij verbondenheid en routinematige zorg centraal staan. “Het gaat erom dat je er bent voor mensen zonder dat ze de eerste stap hoeven te zetten. Het gaat over het aannemen van een ethos van medeleven en dat heel bewust toepassen.” Net als Stijn Vanheule wijst ze hierbij eveneens op het belang van buurtgroepen en gemeenschapshuizen, steungroepen en non-profitorganisaties.

“We moeten ons heus niet beperken tot de mensen uit onze rechtstreekse gemeenschap”, vertelt professor Vanheule. “Probeer mensen te zoeken die met dezelfde dingen bezig zijn. Die kun je vandaag makkelijker dan ooit vinden op het internet. Toch is het belangrijk om ons contact niet louter tot sociale media te beperken. Spreek af, reik elkaar de hand. Soms kan een gedeelde kop koffie al een wereld van verschil maken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content