Waarom we de Olympische Spelen dankbaar moeten zijn
De Olympische vlam mag dan wel gedoofd, hopelijk hebben we wat Olympische spirit met ons mee kunnen nemen. De Spelen hebben ons immers heel wat meer opgeleverd dan medailles, diploma’s en een tikkel chauvinisme: gezonde en ambitieuze rolmodellen.
Wie dit weekend de digitale kranten doorbladerde is misschien ook het opiniestuk van Elizabeth Day in The Guardian tegengekomen. Day spreekt hierin over de positieve invloed die de Olympische Spelen op ons zelfbeeld hebben gehad. Waar we voorheen verhangen waren aan televisieshows die graatmagere figuren als een Alexa Chung, Jenny Frost en Heidi Montag opvoerden kregen we nu twee weken aan een stuk fitte, gezonde en atletisch gebouwde meisjes op ons scherm.
Plots bulkten kranten en nieuwssites van atletische toptiens en er ging geen cafégesprek voorbij zonder dat de namen Leryn Franco, Logan Tom of Christina Vukicevic vielen. De sportvrouwen waren de nieuwe supermodellen waar mannen over kwijlden en vrouwen naar opkeken.
Ook ik merkte de sporty spice trend op maar hechtte er niet te veel belang aan; deze vrouwen moesten immers ook onmenselijk hard trainen en wieweet zelfs zichzelf uithongeren om hun fraaie figuurtje te verkrijgen. Hoewel ik me dus misschien net iets minder slecht voelde om mijn gespierde kuiten was ik allerminst opgezadeld met het idee dat ik er “hey”, best ok uitzie.
Dat was echter buiten Elizabeth Day en de BBC gerekend. De nieuwssite had immers een applicatie gelanceerd waarbij je, na het ingeven van lengte en gewicht, je atletische match te zien kreeg. Op die manier zou je moeten te weten komen voor welke sport je het meest geschikt was. Ik had de test -uiteraard- al eens gedaan en kwam bij de Argentijnse hockeyspeelster Rocío Sánchez Moccia uit, waar ik hooguit om moest grinniken aangezien ik zelf tien jaar veldhockey heb gespeeld. Day wist me echter te overtuigen het meisje eens door google te jagen en naar haar lichaam te kijken met dezelfde afgunst in mijn ogen als waarmee ik naar modellen in mijn geliefkoosde modemagazines keek. En daar stond ze dan, Sánchez Moccia, een klein, vinnig meisje met exact dezelfde lengte en gewicht als ik. Geef ik mezelf te veel krediet als ik zeg dat ik best onder de indruk was van haar lichaam? Dat ik haar zelfs -hou me vast- knap vond? En als ik mezelf daarmee te veel krediet geef; zou dat dan voor een keer zo erg zijn?
Wij vrouwen, of sommigen onder ons, hebben een vreemde relatie met ons lichaam. Ons zelfvertrouwen hangt volledig af van cijfers die calorieën en kledingmaten vertegenwoordigen waardoor we meer labels beginnen checken dan de voedselinspectie. Eerlijk is eerlijk; ik was het type persoon dat soms onnozelheden als “nothing tastes as good as being skinny” op de binnenkant van haar koelkast kleefde en kickte op het gevoel van een lege maag. Op slechte momenten was een dag honger lijden in mijn ogen eerder een overwinning en een stap dichter naar wat ik dacht het ideaalbeeld te zijn dan een ongezonde gewoonte. Niet dat de Olympische Spelen plots een hele generatie vrouwen van hun complexen hebben afgeholpen, maar ze werden in mijn geval, zij het tijdelijk, in perspectief geplaatst.
Week na week bewonderden we vrouwen die niet alleen mooi en gezond waren, maar ook nog eens keihard hebben gewerkt om hun succes te vergaren, geen greintje te veel in een maatschappij waarin we worden opgevoed met het beeld dat wie maar de juiste achternaam heeft of de rijkste voetballer trouwt recht heeft op een biografie.
Dit is in mijn ogen nog het belangrijkste, en ook Day besteedde er aandacht aan. Want hoewel bepaalde it-girls ook wel zullen zwoegen om niet meer dan een blaadje sla bij de lunch naar binnen te knabbelen, slagen de Olympiërs erin een verantwoord vrouwbeeld naar voor te schuiven, een visie van meisjes die (weliswaar gezond) eten, sporten en blaken van gezondheid. Dag in dag uit zetten ze hun schouders onder hun droom en ze weten heel goed dat je enkel door hard te werken krijgt wat je wilt. Uiteraard zullen ook deze sisters in sweatpants hun ongezonde en misschien ietwat fanatieke kantjes hebben, maar ik ben desalniettemin benieuwd hoe figuren als een J-Wowww scoren op de ambitiemeter.
Hoewel de Olympische Spelen ons dus weinig recht op triomferen hebben opgeleverd, hebben ze ons iets veel belangrijkers bijgebracht: fitte rolmodellen met een juiste werkhouding en een drive die bergen kan verzetten. Tot ik me weer eens al huilend in een skinny jeans van een maat te klein probeer te wurmen vind ik dat alvast een heel positieve evolutie.
Katrin Swartenbroux
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier