Waarom emoties wel een plaats verdienen op de werkvloer

. © Getty Images

Een huilende partner, een roepende baas of een angstig kind: ze maken ons intuïtief ongemakkelijk. Emoties al te nadrukkelijk uiten ervaren we nog altijd als ongepast of op z’n minst oncomfortabel. ‘Dat moet veranderen’, betoogt psycholoog Ad Vingerhoets. In zijn nieuwste boek poogt hij emoties van hun negatieve reputatie af te helpen.

In onze westerse maatschappij dragen we de ratio hoog in het vaandel. Als homo sapiens, als wijze mensen, laten we ons toch vooral leiden door ons hoofd. Onze beslissingen zijn weldoordacht en ons handelen wordt voorafgegaan door een uitgebreide kosten-batenanalyse, zo maken we onszelf wijs. Dat geldt in grote mate voor professionele beslissingen, maar ook in toenemende mate voor privé-zaken, zoals onze partnerkeuzes. Voor we overschakelen naar een nieuwe job, moeten we daar grondige reden voor hebben: meer loon, meer uitdaging of een betere werksfeer. En voor we kiezen voor één partner, moet die liefst voldoen aan steeds langer wordende eisenlijstjes.

Die doorgedreven rationalisering is wellicht een poging om controle te krijgen over de chaos die het leven ons op dagelijkse basis aanreikt, maar ze is tot falen gedoemd. In zijn nieuwste boek ‘De emotionele mens’, voert emeritus hoogleraar psychologie Ad Vingerhoets een warm pleidooi voor een herwaardering van onze emoties, ook bij rationele beslissingen. De welhaast krampachtige verheerlijking van de ratio doet ons namelijk vergeten dat die emoties letterlijk van levensbelang zijn voor het overleven van onze soort. Er is geen enkele reden om ze te wantrouwen of, nog erger, onder de mat te vegen, aldus de professor.

‘Emotioneel zijn wordt nog altijd gezien als een negatieve kwalificatie’, klinkt het in de intro van zijn boek. ‘Een emotioneel persoon heeft zichzelf zogezegd niet helemaal in de hand, kan niet meer helder denken en is waarschijnlijk niet in staat om met een oplossing te komen voor het probleem waarmee hij of zij geconfronteerd wordt. De kwalificatie ‘emotioneel’ is gelijk ook een diskwalificatie.’

Het tegendeel is natuurlijk waar, klinkt het verderop . ‘Emoties zijn essentieel voor ons functioneren. Dat geldt in levensbedreigende situaties, maar ook in de relaties met anderen. De mens is een (ultra)sociaal wezen. Het feit dat hij zich in een groep staande kan houden, zich kan ontwikkelen en ontplooien, en met anderen kan samenwerken, danken we aan het feit dat emoties ons fysiologisch functioneren, ons denken, onze motivatie en onze communicatie en, niet in de laatste plaats, ons gedrag beïnvloeden. Zonder emoties zijn we geen volwaardige mensen en zijn we sociaal en moreel incompleet.’

Dat brengt ons gelijk bij de eerste vraag: wat is een emotie precies? Daar bestaan heel wat misvattingen over.

Ad Vingerhoets: ‘De meeste mensen verwarren emoties met gevoelens. Bij schaamte denken we bijvoorbeeld vooral aan het achterliggende gevoel, de gêne, maar in mindere mate aan de geïntegreerde reactiepatronen die automatisch in gang schieten en waar we geen vat op hebben. Wie zich schaamt, vertoont heel specifieke lichaamstaal: blozen, naar de grond kijken, een houding die nederigheid uitstraalt. Die zichtbare reactie is in sociaal opzicht erg belangrijk. Het heeft een functie, namelijk ons gevoel dat aan de binnenkant zit communiceren naar de buitenwereld met oog op het uitlokken van een reactie. In het geval van schaamte is onze lichaamstaal er bijvoorbeeld op gericht om de ander milder te stemmen.’

Schaamte, schuld en spijt zorgen ervoordat je jezelf corrigeert na een misstap

.
.© Getty Images

Emoties zijn niet zomaar een vertaling van een gevoel. Ze hebben altijd een functie, argumenteer jij.

‘Ik maak het onderscheid tussen emoties die letterlijk van levensbelang zijn, zoals angst en walging, en emoties die vooral belangrijk zijn voor ons sociaal functioneren, zoals schaamte, schuld, spijt en berouw. Die laatste reeks emoties zorgt ervoor dat je jezelf corrigeert als je een misstap hebt begaan. Dat is vanuit evolutionair perspectief erg belangrijk omdat je koste wat het kost moest vermijden om geïsoleerd te geraken van de groep. Dat zou immers je doodsvonnis betekenen. Als je bij een misstap bloost of huilt, ontwapen je de tegenpartij. Agressieve gevoelens zullen verminderen, wat nodig is voor jullie toekomstige relatie.’

Er is, met andere woorden, geen enkele reden om je verveeld te voelen als je hoofd de kleur krijgt van een overrijpe tomaat bij de zoveelste blunder op het werk. Je bent evolutionair eigenlijk gewoon prima uitgerust. Maar wat moeten we met emoties die gaandeweg hun functie een beetje verloren hebben, zoals de angst voor wilde dieren?

‘Onze evolutie is jammer genoeg een zeer traag proces, terwijl we in cultureel opzicht razendsnel vooruitgaan. Ons huidige leven is in geen enkel opzicht te vergelijken met ons leven van zo’n tweehonderd jaar geleden: er zijn nu auto’s, internet, vliegtuigen, noem maar op. Onze biologie kan die razendsnelle evolutie niet volgen. We zijn nog altijd geprogrammeerd voor een leven van pakweg duizend jaar geleden. Angst is in dat opzicht een heel duidelijk voorbeeld. Oorspronkelijk was angst ontzettend belangrijk voor onze overlevingskansen. Als er een beer of een tijger op ons pad kwam, moesten we daar acuut op kunnen reageren. Dat soort angstsituaties komt nagenoeg niet meer voor, een grommende hond op straat is zo’n beetje het moderne equivalent daarvan. Die acute angst heeft echter plaatsgemaakt voor sluimerende, chronische angst voor vage dreigingen. Dat is problematisch, omdat we nog geen manier hebben gevonden om ermee om te gaan.’

We moeten afstappen van het idee dat ratio en emotie twee tegengestelden zijn

Het goede nieuws is wel: onze emoties zijn begrensd. Zo is onze voorraad empathie niet oneindig. Hoe komt dat?

‘Dat is pure zelfbescherming. Als we in het journaal zien hoe 130.000 mensen van de kaart geveegd worden door een of andere natuurramp, dan blijven we daar relatief onbewogen bij omdat de schaal van dat leed niet te bevatten is. Eén kind dat omkomt van de honger kan ons dan weer wel raken. Die selectieve empathie staat rechtvaardigheid in de weg, omdat onze aandacht disproportioneel verdeeld is. Een heel duidelijk voorbeeld daarvan was de sms-actie voor baby Pia, die een zeldzame ziekte had. Dat verhaal werd groot uitgespeeld en er werd massaal gedoneerd. Dat is natuurlijk super, maar tegelijk zijn er veel andere kinderen die aan hun lot worden overgelaten. Daar komt nog bij dat we onze empathie gemakkelijker richten op mensen die veel op ons lijken, wat diversiteit in de weg staat.’

.
.© Getty Images

Hoe we naar een situatie kijken, bepaalt ook hoe we ons erbij voelen. Kunnen we onze emoties dan toch beteugelen met de ratio?

‘Tot op zekere hoogte wel. Je kan jezelf wel manipuleren en anders naar situaties gaan kijken, waardoor de bijbehorende emoties ook veranderen. Wie naar een vreselijke, bloeddorstige of onrechtvaardige film kijkt, zal daarbij niet hetzelfde voelen als de persoon die een gelijkaardige situatie live beleeft. En als je grasmaaier gestolen is door een onbekende, dan zal je bijvoorbeeld veel minder boos zijn dan wanneer je grasmaaier gestolen wordt door je buurman. In het eerste geval is er sprake van een soort noodlot, waarbij je boosheid, verdriet en uiteindelijk acceptatie zal voelen. In geval twee zal je langer in die kwaadheid blijven hangen en moet je buurman het ontgelden. Wie of wat er aan de basis voor de emotie ligt, speelt dus ook een belangrijke rol.’

‘Ik denk dat we vooral moeten afstappen van het idee dat ratio en emotie twee tegenstelden zijn, of dat emoties de ratio in de weg staan. Zo werkt het niet. Veel beslissingen maken we zonder het zelf te beseffen op basis van onze emoties. Het heeft dus geen enkele zin om ze te verdringen uit angst voor de gevolgen. Vooral mannen hebben daar nog altijd last van. Zij zijn veel meer geneigd om emoties onder de mat te vegen.’

Helden zijn de enige mannen die ‘mogen’ huilen

‘Mannen huilen niet’ is een terecht cliché?

‘Het klopt wel degelijk dat vrouwen nog altijd meer huilen dan mannen. Daar zijn verschillende verklaringen voor. Mannen tussen de 15 en de 30 jaar hebben erg veel testosteron, waardoor ze fysiek gezien minder snel huilen. Maar ook los van de biologie worden vrouwen in onze maatschappij veel meer blootgesteld aan emotionele situaties. Ze kijken vaker naar huilfilms, waarbij mannen nog altijd snel het hoofd wegdraaien. Je ziet dat ook terug in de tijdschriften die vrouwen lezen, of de beroepscategorieën waarin ze terechtkomen. Huilen wordt bij mannen toch nog altijd gezien als een teken van zwakte. De enige uitzondering hierop doorheen de geschiedenis zijn de helden: die mogen wel huilen. Tenminste, als ze daar een gegronde reden voor hebben.’

Je hebt in je carrière het emotionele spectrum zeer uitgebreid bestudeerd. Voor welke emotie heb je zelf een zwak?

‘Nostalgie is voor mij een soort EHBO-emotie. Het is een lapmiddel voor momenten waarop we ons koud of somber voelen. Goede herinneringen ophalen helpt om ons gemoed op te krikken. En meer recent ben ik me ook beginnen te verdiepen in walging. Lange tijd werd angst gezien als een van de belangrijkste emoties met oog op onze overleving, maar walging speelt een even grote rol. Het beschermt ons tegen schadelijke dingen, zoals giftig eten of ziekteverwekkers, maar het kan ook onderdrukt worden bij liefde en lust. Lichaamsvocht van iemand waartoe we ons niet seksueel aangetrokken voelen, vinden we vies. Zodra je verliefdheid of opwinding voelt, heb je er geen probleem meer mee. En dan is er nog het verschil tussen fysieke en morele walging: momenteel weten we nog niet in welke mate dat verschil een rol speelt.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content