Mireille is ongewild kinderloos: ‘Jarenlang heb ik mijn verdriet in een doosje bewaard’

© DAMON DE BACKER
Elke Lahousse
Elke Lahousse Journalist voor Knack Weekend

Mireille Leemans (53) heeft een man, een succesvolle zaak en geen kinderen. Dat laatste had ze liever anders gezien. Lang hield ze haar verdriet verborgen, tot ze in een opwelling deelnam aan het tv-programma Taboe. Daarna volgde een boek. ‘Het gemis blijft levenslang, maar er eindelijk over praten maakt me lichter.’

‘Als mensen horen dat je geen kinderen kunt krijgen, reageren ze op de vreemdste manieren. ‘Ach, jij kunt altijd uitslapen en op reis gaan zoveel je wilt.’ ‘Neem een hond!’ ‘Kinderen zijn ook niet alles.’ ‘Wat je niet hebt, kun je niet missen.’ Ik ben normaal geen stille. Mijn manier van praten is direct, met veel handgebaren en ik lach graag, maar de opmerkingen en tips die ik de voorbij jaren kreeg als ik over mijn kinderwens probeerde te praten, waren soms zo verkeerd dat ik op den duur liever zweeg. Jarenlang heb ik mijn verdriet in een doosje bewaard.

Door er niet over te praten, dachten mensen waarschijnlijk dat ik er niet meer aan dacht. Dat is niet zo, ik weet intussen dat ik dit verdriet levenslang met mij meedraag. Moederdag is de moeilijkste dag van het jaar. Ik kan er maar niet aan wennen en als het kon, zette ik die dag mijn joker in. Ook de sfeer rond Kerstmis grijpt me elk jaar naar de keel. Het begint al met de straatverlichting die in oktober wordt opgehangen. En dan die weemoedige muziek op de radio. Het is elk jaar vechten met mezelf en tegen de tranen. Het is een wonder dat ik een kerstboom gezet krijg.’

Van cyclus naar cyclus

‘Zodra je klaar bent voor kinderen, ben je in mijn ogen al in verwachting. Voor mijn man en mij was dat halfweg onze twintiger jaren. We waren net getrouwd en hadden samen een delicatessenzaak in Wommelgem uit de grond gestampt, de droom van mijn man. Vervolgens was er ruimte voor een kind. Na twee jaar proberen, schakelden we over naar een fertiliteitstraject, wat al ver buiten onze comfortzone lag. Vijf jaar na dat eerste verlangen naar een kind stond mijn leven zodanig in het teken van die ziekenhuisbezoeken dat ik van cyclus naar cyclus leefde en aan niets anders meer kon denken. Bij ons laatste bezoek aan de fertiliteitskliniek kregen we te horen dat de artsen zich vergist hadden: we waren een dag te laat voor de kunstmatige bevruchting. ‘Als je deze maand zwanger wilt raken, moet je vandaag betrekkingen hebben’, hoor ik ze nog zeggen. Nooit vergeet ik hoe de moed me toen in de schoenen zonk. Ze gaan ons nooit kunnen helpen, dacht ik. Daar en dan ben ik gebroken en besliste ik dat het niet meer hoefde. Een medische diagnose hebben mijn man en ik nooit gekregen, maar ik had mijn grens bereikt. Ik kon niet meer. Ik wilde mijn leven terug.

De opmerkingen die ik soms kreeg als ik over mijn kinderwens probeerde te praten, waren soms zo verkeerd dat ik liever zweeg.

De periode die volgde op mijn beslissing om te stoppen is één waas. Ik weet niet meer of en hoeveel mijn man en ik er nadien over spraken. Ik herinner me wel dat we besloten dat adoptie geen optie was. Dat zou ook een mallemolen zijn en daar had ik geen energie meer voor. Het verlangen naar een biologisch eigen kind was ook te groot. Dus zochten we afleiding in reizen, focusten we op het werk en ik stortte me op hobby’s, van bloemschikken tot kalligrafie. Ik kreeg mijn vrije leven terug, maar besef vandaag pas dat ik toen vooral bezig was met het niet laten binnenkomen van de gevolgen. Wat ik eigenlijk nodig had, was psychologische begeleiding. Ik zie jonge vrouwen vandaag op Instagram hun zorgen delen met lotgenoten, ze steunen elkaar en zoeken herkenning. Dat is fijn, maar ook professionele begeleiding is nodig. Veel mensen delen hun vruchtbaarheidsproblemen pas als hun verhaal alsnog een happy end kent, soms na tien jaar proberen. Waar ik nood aan had, was iemand die me vertelde dat het oké is om te stoppen als je je limiet hebt bereikt.

Met de juiste begeleiding had ik allicht niet tot mijn vijftigste rondgelopen met zoveel opgekropte emoties. Het veranderde op den duur zelfs mijn persoonlijkheid. Kwam er een moeder met haar kind onze winkel binnen, dan voelde ik mezelf blokkeren. Ik kreeg een hekel aan mijn houterige en krampachtige gedrag in de buurt van kinderen. Ik kon geen speelgoedwinkel voorbijlopen zonder buikpijn. In boekenwinkels ging ik tussen de boeken over zwangerschap, bevallen en opvoeden tevergeefs op zoek naar iets waarmee ik aan de slag kon. Want ook mijn verwachtingen, doelen en dromen veranderden door mijn onvervulde kinderwens. De verwerking en het plaatsen ervan is een heftig parcours. Ook de impact op je omgeving is niet te onderschatten. De grootste uitdaging is daarin communicatie, maar het lijkt of mensen bang zijn om moeilijke gesprekken te voeren. Liever vermijden ze een lastige vraag of geven ze foute tips, in plaats van iemands verdriet te verlichten door te luisteren.’

Een koude douche

‘Kinderen zijn leven. Dat zie je in mensen hun ogen. Die sprankel waarmee een ouder naar het kroost van een andere ouder kijkt. Ik zie het ook bij vrienden die een kleinkind krijgen. Ook hun ogen blinken. Ik wist dat die dag ging komen en had mij daarop voorbereid, toch voelde het berichtje van de eerste vrienden die grootouders gingen worden als een koude douche. Zij wel, ik niet. Het confronteerde mij weer met die levensvragen: hoe geef je betekenis aan een leven dat bedoeld was om met kinderen te vullen? Waarover praat je met je partner, als je het niet over kinderen kunt hebben? Hoe vul je je dagen zonder schooloptredens, zonder Sinterklaas, of je tiener te helpen met zijn studiekeuze? Kinderloos zijn is een complexe vorm van rouw, heb ik intussen geleerd.

Mireille is ongewild kinderloos: 'Jarenlang heb ik mijn verdriet in een doosje bewaard'
© DAMON DE BACKER

Op een dag in 2019 zat ik op Facebook te scrollen toen mijn oog viel op een oproep voor een aflevering van de tv-reeks Taboe, over ongewild kinderloos zijn. Ik kreeg het warm en koud tegelijk, maar schreef me in een opwelling in. Een paar weken later ging de telefoon, net op het moment dat ik in mijn auto zat te huilen over het nieuws van die eerste vrienden die grootouders zouden worden. Aan de andere kant van de lijn hing een vriendelijke man van het productiehuis. Ik vertelde hem dat hij me op een slecht moment trof en dat ik niet meer mee wilde doen, maar hij zei rustig: ‘Ik kom toch graag eens naar uw verhaal luisteren.’ De dag nadien zat een wildvreemde man in mijn huis naar mij te luisteren. En ik raakte niet uitgepraat. In één adem kwam alles eruit, zonder een blik te werpen op het spiekbriefje dat ik voorbereid had. Mijn man zat erbij en schrok van sommige dingen die ik vertelde. De voorbije jaren had ik niet alles met hem gedeeld. Deels om hem te sparen, hij had zijn eigen verdriet. Maar ook omdat ik weet hoe hij is: hij schiet in oplossingsmodus. Maar niet zwanger worden, dat valt niet op te lossen. En aan die vriendelijke redacteur vertelde ik voor het eerst wat dat met mij deed. Het voelde alsof er honderd kilo van mijn schouders viel. Dat moment is een kantelpunt in mijn leven.’

Lege fotokader

‘Een aantal weken later vernam ik dat ik geselecteerd was voor de opnames. De aanloop daarnaartoe was erg stresserend, want we zaten toen aan het begin van de coronapandemie en met een positieve PCR-test zou ik zowel onze slagerij moeten sluiten als de opnames missen. Ik testte gelukkig negatief en vertrok voor een week naar het zuiden van België, in een dorp rond de Semois, samen met drie lotgenoten en Philippe Geubels.

Meteen na de welkomstlunch vond dat grote zetelinterview plaats dat je in elke uitzending ziet. Philippe vroeg me wat ik wilde vertellen en in plaats van een verhaal af te steken over dokters en wachtkamers, begon ik over hoe moeilijk ik Kerstmis vind. Ik vertelde ook over een kaartje dat mijn man en ik eens kregen bij het vertrek van een jonge werkneemster in onze winkel, waarin ze ons bedankte omdat we haar mee gevormd hadden. En over een stom fotokadertje dat ik als twintiger eens voor mijn moeder in Eurodisney had gekocht, om de eerste foto van haar kleinkind in te steken, maar hoe dat kadertje jaren later nog altijd leeg in haar kast stond te wachten.

Toen ik dat vertelde, zat Philippe in tranen. Eerst dacht ik dat hij dat fakete, want zo straf was mijn verhaal toch niet? Er zijn vrouwen die veel langer proberen om zwanger te raken dan ik en niet opgeven. Maar blijkbaar raakt mijn getuigenis veel mensen. Dat voelde ik ook toen de opnames van de comedyshow plaatsvonden met publiek. Wanneer ik over die lege fotokader vertelde, was de zaal muisstil.’

Mama zonder kind

‘Die week Taboe is een keerpunt in mijn leven omdat het mij lichter en sterker heeft gemaakt. Het luchtte op om lotgenoten te ontmoeten die mijn zorgen begrijpen, dezelfde problemen kennen en open vragen stellen. Niemand zei dat ik zonder kinderen meer geld heb, meer tijd, veel kleren kan kopen en geen buik heb omdat ik geen kinderen heb moeten baren. Er werden verhalen gedeeld die niet eindigen in een happy end. Toch kijk ik erop terug als de mooiste week van mijn leven.

Thuiskomen was moeilijk. Het was alsof ik na een geslaagde kampweek, waar alles zo open en gemakkelijk ging, opnieuw moest wennen aan het echte leven. Omdat ik het gevoel van die week wilde vasthouden, ben ik beginnen schrijven. Ik wilde verder in mijn emoties graven, om de chaos in mijn hoofd te ontwarren. In mijn boek Mama zonder kind vertel ik over alles wat ik denk en voel. Sommige passages vielen me zwaar om te schrijven, zoals het hoofdstuk waarin ik me afvraag wat ik waard ben. Zelfs al sta ik volledig uitgedost in een jurk en op hakken naast een vrouw die sinds de komst van haar kinderen in een schim veranderde, dan nog kan ik mij minder vrouw voelen dan zij.

Hoe geef je betekenis aan een leven dat bedoeld was om met kinderen te vullen? Kinderloos zijn is een complexe vorm van rouw.

Ik heb het manuscript voorgelezen aan mijn man, die niet graag leest, en dat was confronterend. ‘Ik had geen idee waar jij allemaal mee zat’, zei hij, maar daarna hadden we een goed en mooi gesprek. Taboe heeft mij doen praten, praten en praten. Een interview als dit zou ik vijf jaar geleden niet gekund hebben. Nu kan ik praten zonder krop in de keel of tranen. Ik durf aan kersverse ouders nu ook te zeggen dat ik hun nieuwe baby liever niet in het ziekenhuis kom bezoeken. Ik kan er zelfs meelachen als mijn man zegt: ‘Er is één voordeel aan dit alles: niemand zal ooit een foute schoonmoedermop over jou maken.”

Kip met mes en vork

‘Dat ik hier eindelijk over kan praten, betekent niet dat ik me niet meer inbeeld hoe mijn leven met kinderen zou zijn. Ik kan me nog steeds afvragen hoe mijn kind eruit zou zien. Of het mijn krullen zou hebben en met de Franse huig-r zou spreken. Of zij een globetrotter of een huismus zou zijn. Of hij kip met mes en vork zou eten, zoals ik, of alles met de hand zou oppeuzelen tot er praktisch niets overblijft, zoals mijn man. Maar door in mijn hoofd te laten kijken, via mijn boek en Taboe, hoop ik dat het anderen helpt om dit onderwerp meer bespreekbaar te maken. Eigenlijk is mijn boek vooral bedoeld voor mensen mét kinderen. Want hoe praat je hierover als je eigen kind of een vriend dit meemaakt? In mijn winkel kwam een moeder mij al vertellen dat ze de band met haar dochter kwijtraakt omdat die dochter maar niet zwanger wordt en ze elkaar niet begrijpen. Mijn grootste advies is altijd: stel vragen, laat blijken dat je interesse toont en luister gewoon, zonder raad of tips te geven. Accepteer dat een ander zijn verdriet probeert te dragen, met vallen en opstaan. Maar zorg ervoor, door te praten, dat die persoon zich niet alleen voelt.

Zelf krijg ik het liefst open vragen, die conversatie mogelijk maken. Vragen als: vind je het moeilijk als wij over onze kinderen praten? Hoe zie je de toekomst of de overname van je zaak? Waar zit jij momenteel mee? Daar kan ik dan op antwoorden, zonder dat het een lang en moeilijk gesprek moet worden. Want ik loop niet constant te piekeren. Ik ga eerder vrolijk door het leven. En het heeft lang geduurd, maar ik kan nu een zwangere vrouw zien en dat oprecht mooi vinden.

De moeilijkste stap voor mij was, en is nog steeds, het aanvaarden. Mij erbij neerleggen dat ik nooit mama zal worden. Accepteren dat dit de rest van mijn leven zal bepalen. Leren om mezelf graag te zien, met de wetenschap dat ik geen kind op de wereld heb gezet. Durven kijken naar andermans uitgebreide familiefoto’s en aanvaarden dat mijn zus, die bewust geen kinderen heeft, en ik op onze foto maar met twee afgebeeld staan. Mijn kinderwens blijft levenslang, maar ik schaam me niet langer om daarover te praten. Ik zoek naar manieren om mijn leven betekenis te geven, onder meer door mij met andermans kinderen te omringen. Ik heb Sinterklaas leren zien als het kinderfeest bij uitstek en geniet ervan om kinderen in de winkel te vragen of ze de Sint gezien hebben, want ik word altijd met de grappigste antwoorden beloond. Het vult mijn hart, meer dan mensen misschien vermoeden.’

Mama zonder kind, Willems Uitgevers, 20 euro. Onder meer te koop via boeken.cafe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content