‘Met z’n allen voor vrede betogen. Terwijl ik het zeg, hoor ik al hoe naïef het klinkt’

Jean-Paul Mulders mijmert in zijn column over de dingen des levens.

Mijn dochter van negen gaat slapen, ik lees haar een verhaaltje voor waarin de olifant lichtvoetig uit een boom waait. Daarna omringt zij zich met knuffeldieren. Vroeger waren knuffels beren, nu is er een keur aan rare snuiters. We hebben een uil met glitterogen, een gouden hoorn op zijn voorhoofd en een buik in alle kleuren van de regenboog.

‘Weet je waarom ik zo houd van knuffeldieren?’ vraagt mijn dochter. ‘Ik leg ze om me heen als een magische cirkel. Dan heb ik het gevoel dat er mij niets kan overkomen.’

Ik stop haar in en verzeker haar dat ze veilig is, nu ons dak zelfs de storm Eunice doorstaan heeft. Zij zegt dat ze Eunice een leuke naam vindt.

Op kousenvoeten daal ik weer af naar de wereld beneden, waar alles onzeker is en niets nog veilig lijkt. De tv bericht over tests met hypersonische wapens en ik voel mij een leugenaar. Er is natuurlijk The Masked Singer en de kampioen die goud verdiende met schaatsen. Maar dat neemt de onrust niet weg die ik al een tijd voel, in een wereld vol nerveuze vingers en wapentuig dat ons honderden keren kan uitroeien.

Met z’n allen voor vrede betogen. Terwijl ik het zeg, hoor ik al hoe nau0026#xEF;ef het klinkt

Toen ik vijftien was, keken we massaal naar de film The Day After. Daarin begint een nucleaire oorlog na wat schermutselingen tussen de Russen en de NAVO. De rest van de film gaat over de dag daarna, wink wink, als overlevenden tussen de puinen rondscharrelen. Die film was toen een eyeopener. De verschrikkingen van kernwapens werden in populaire liedjes bezongen. Steeds meer mensen, onder wie zelfs staatshoofden, waren het erover eens dat we van die rotdingen af moesten. Daarna viel de Muur en leken ze opeens verdwenen. Ze stonden in een hoekje weg te roesten, als krachtpatsers met gerimpelde biceps en een klein pietje.

‘De meisjes in de roeiclub lachen met Oekraïne’, zegt mijn oudste dochter, heden vijftien. Dat is wat je krijgt na twee generaties weelde en romcoms. De slimste jongen van de klas heeft uitgelegd waarom een oorlog niet lang zal duren. ‘Dat kan Poetin zich niet permitteren, met zijn economie ter grootte van Italië.’ Ik zeg haar dat die knul misschien wel slim is, maar toch nog groen achter zijn oren. Als zoiets uit de klauw loopt, kan niemand het nog stoppen.

Ik vind dat we met z’n allen voor vrede zouden moeten betogen. Maar terwijl ik het zeg, hoor ik al hoe naïef het klinkt. Al wat je ziet, zijn die vreugdeloze vrijheidskonvooien. De rest van de mensen ploetert voort en ik ben niet anders. Ik koop een pullover in de solden, poets mijn bril met een brillenpoetsdoekje en loer met een half oog naar Naked Attraction.

Op het brillenpoetsdoekje staat: ‘Buiten bereik van kinderen houden.’ Ik probeer mij voor te stellen welk onheil een brillenpoetsdoekje kan aanrichten. Hoe bizar om daar een waarschuwing op te lezen, terwijl onvoorspelbare lieden aan knoppen zitten die veel gevaarlijker zijn voor onze kinderen.

I hope the Russians love their children too. Ik luister naar het liedje waarin Sting zich de prangende vraag stelt: How can I protect my little boy from Oppenheimer’s deadly toy?

‘Wie was Oppenheimer?’ vroeg mij onlangs een te jonge vrouw.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content