Hoe Oost-Europese straathonden dankzij deze vrijwilligers toch hun gouden mandje vinden
Oost-Europese landen hebben een slechte reputatie als het gaat om hun honden. De viervoeters worden er in miserabele toestanden gefokt en veel te jong doorverkocht, of ze lijden een armzalig leven op straat – als ze Ć¼berhaupt al overleven. Belgische en Nederlandse vrijwilligers steken de handen uit de mouwen en geven deze dieren een kans op een beter leven.
Het programma Pano op Ć©Ć©n deed eind februari veel stof opwaaien met zijn aflevering over Oost-Europese puppy’s. CommerciĆ«le hondenfokkerijen verhandelen zieke, veel te jonge honden naar West-Europa om ze daar door te verkopen. Maar ook heel wat honden in landen als RoemeniĆ« en ServiĆ« komen terecht op straat: mensen zijn ze blijkbaar liever kwijt dan rijk en dumpen ze in bossen of langs de kant van de weg. Ze zwerven rond, vuil en ziek, soms in temperaturen die ver onder het vriespunt zakken.
Er bestaan gelukkig tal van organisaties die zich dag in dag uit bezig houden met het welzijn van deze stakkers. Tonia Maesfranckx gaat met haar vzw Puppy Rescue BelgiĆ« meerdere keren per jaar naar ServiĆ« om hondenlevens te redden. Want als het van de lokale bevolking afhangt, maken die beestjes weinig kans. ‘ServiĆ«rs beschouwen honden als voorwerpen’, klinkt het. ‘Ze bekommeren zich nauwelijks om de dieren. Als ze ze al in huis nemen, is het buiten aan de ketting om het terrein te bewaken.’
Puppy’s bij de vleet
Een mentaliteit die dringend aan verandering toe is dus. Maar een gebrek aan empathie is niet de enige oorzaak van het schrijnende straathondenprobleem. ‘Omdat bijna geen enkel dier gecastreerd of gesteriliseerd wordt, zijn er puppy’s bij de vleet.’ En veel hoop op verandering heeft Tonia niet. Hun project waarbij iedereen gratis zijn huisdier kon laten castreren, had bitter weinig succes.
Hun asiel zit bomvol. De toestroom van nieuwe honden wordt elke dag groter, soms gooien ze hen zelfs in een plastieken zak over de omheining. Puppy’s zijn er vaak het slechtst aan toe. Ze zijn erg vatbaar voor ziektes als parvo, distemper en demodex. ‘Je ziet hier schrijnende taferelen. Uitgemergelde zielenpootjes die op hun laatste krachten de straat proberen oversteken. Als ze geraakt worden door een auto, laat iedereen ze gewoon liggen.’
Via Facebook worden de gezonde honden ter adoptie aangeboden, want in eigen land maken ze geen enkele kans. Kandidaat-adoptanten krijgen een vragenlijst. Als die positief geĆ«valueerd wordt, volgt een huisbezoek. Het prijskaartje van zo’n adoptie? 325 euro voor een hond jonger dan 8 jaar. Daarvoor krijg je een gezonde, gechipte, gecastreerde en ingeĆ«nte viervoeter, die in bezit is van een geldig Europees paspoort. Voor seniors vraagt de organisatie 175 euro.
Roemeense dodingsasielen
Ook Willy De Heus uit Nederland zet zich in voor zwerfhonden in Oost-Europa. Ze trekt een paar keer per jaar naar Roemeniƫ, ook daar wemelen de straten van honden zonder thuis en zitten de asielen overvol.
Wat doet de Roemeense overheid aan dit probleem? Die kiest voor een directe aanpak. September 2013 keurde het Constitutionele Hof een wet goed die het toestaat asielhonden te doden. Wanneer een dier langer dan 14 dagen in een asiel – of public shelter – verblijft, is het toegelaten het in te laten slapen. ‘Ze noemen het inslapen, maar in praktijk is het minder fraai. Ze krijgen geen spuitje maar worden gewoon doodgeslagen’, aldus Willy. ‘Heel wat mensen kregen die beelden te zien via sociale media en wilden actie ondernemen.’ Vrijwilligers begonnen honden vrij te kopen uit public shelters, waardoor ze in private shelters terecht komen. Daar kunnen ze klaargestoomd worden voor adoptie.
Toch zijn er ook Roemenen die het wel goed voorhebben met de straathonden. Het asiel in de Roemeense stad Bacau wordt geleid door een vriend van Willy. Hij gaf z’n job als tolk bij het ministerie op en richtte zich volledig op de dieren. Een krachtig statement om de rest van de bevolking wakker te schudden.
Hondenrechten in Belgiƫ
Maar doen we het hier in BelgiĆ« dan zoveel beter? Loslopende honden zien we in het ons straatbeeld sowieso heel weinig en als er al eentje verdwaald lijkt, wordt zijn baasje meestal snel gevonden dankzij sociale media, politie of asielen. Wie een hond neemt, moet die verplicht laten registreren. Via een kleine chip in de nek – niet groter dan een rijstkorrel – of een tattoo kan de politie in een mum van tijd achterhalen waar de verdwaalde viervoeter vandaan komt.
Wie zijn huisdier slecht behandelt, krijgt het met de arm der wet aan de stok. Honden kunnen in BelgiĆ« op wettelijke basis – bijvoorbeeld bij verwaarlozing of mishandeling – in beslag genomen worden. Dierenrechtenorganisatie Gaia gaat zelfs nog een stapje verder en pleit voor de opname van dierenrechten in de Belgische grondwet.
In onze eigen asielen is een positieve evolutie waarneembaar. Op een tijdsspanne van twee jaar is het aantal honden in de Vlaamse asielen met 18 procent gedaald. Van alle gevonden viervoeters keert acht op tien terug naar zijn baasje en ongeveer de helft vindt ergens anders een gouden mandje.
Wie van plan is zijn huishouden uit te breiden met een harige metgezel, denkt dus best twee keer na. Een hond is een vriend voor het leven. En voor je naar een fokkerij stapt: overweeg een bezoekje aan het asiel. Daar wachten heel wat arme stakkers nog op een gouden mandje.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier