Kunstkenners gaan ervan uit dat de voorjaarsveilingen ongeveer anderhalf miljard dollar zullen opleveren.
Dat het met de mondiale economie niet al te best gaat, zal niet te merken zijn op de traditionele lenteveilingen van Christie’s en Sotheby’s in New York.
Kunstkenners gaan ervan uit dat de veilingen, plus die bij het “kleine” venduhuis Phillips de Pury, ongeveer anderhalf miljard dollar opleveren. Grootste attractiepool wordt het bedrag dat bij Sotheby’s wordt opgehoest voor ‘De Schreeuw’ van Edvard Münch, naar verwachting minstens 80 miljoen dollar. Diezelfde avond komen bij Sotheby’s ook de Surrealisten aan bod, met werk van René Magritte en Paul Delvaux.
Christie’s
Het startschot valt bij Christie’s. Hoogtepunt van haar veiling van Impressionistische en Moderne Kunst wordt een voorstudie van Paul Cézanne’s “Les joueurs de cartes”, die 15 tot 20 miljoen zou moeten opleveren. Peanuts in vergelijking met de Qatarese royals die onlangs voor een definitieve versie van het werk -250 miljoen- veil hadden.
Van het aanbod van 32 werken pakt Christie’s uit met 15 werken waarvan de geschatte waarde boven de tien miljoen ligt. Behalve met Giacometti (twee beeldjes), Monet en Dali hoopt het venduhuis fikse winst te maken met een aanbod van niet minder dan zes Picasso’s, waaronder ‘Deux nus couchés’ uit 1968 en een ‘Figure allongée’. Maar wie een Picasso voor een prikje wil kopen, komt ook aan bod – voor ‘Sur la terrasse’ zou je met een half miljoen dollar al toekomen.
Sotheby’s
Sotheby’s etaleert zijn Modernen. Het huis hoopt dat ‘De Schreeuw’ -één van de vier versies die de Noorse expressionist van het thema maakte- de kaap van de 100 miljoen weet te ronden. Het gaat om de enige ‘Schreeuw’ die niet in een museum in Oslo hangt, en de derde uit de tussen 1893 en 1910 verwezenlijkte reeks. Verkoper is de Noorse zakenman Petter Olsen. Diens vader was een vriend en mecenas van Münch.
Sotheby’s heeft nog drie werken in de aanbieding die meer dan 10 miljoen moeten opleveren. Het gaat om ‘Femme assise dans un fauteuil’ van Picasso (de vrouw in kwestie is zijn muze Dora Maar), ‘Menselijk Hoofd’ van Joan Miro en ‘Chasseur de chez Maxim’s’ van de expressionist Chaim Soutine. Ook ‘Printemps nécrophilique’, een Dali uit 1936, zou de acht cijfers kunnen bereiken: de raming varieert van 8 tot 12 miljoen.
Belgen
Uitkijken wordt het wat “onze Belgen” doen. ‘Le canapé bleu’ van Paul Delvaux, een naakte vrouw op een sofa en een rechtstaand naakt in een omgeving die op een treinstation lijkt, levert mogelijk vijf miljoen op. Het record voor een Delvaux staat op 9 miljoen dollar (voor ‘Les Cariatides’).
Van René Magritte worden door een Europese privé-verzamelaar enkele kleinere, maar bekende werken uit de periode 1948-1952 aangeboden. Het belangrijkste is ‘Le Viol’ uit 1948, een vrouwenhoofd waarbij het gelaat een replica is van een vrouwentorso, dat boven het miljoen kan uitkomen.
Naoorlogse werken
Ook de naoorlogse en hedendaagse kunstenaars komen aan bod. De tijd dat die beduidend minder opbrachten dan, met name, de impressionisten, is voorbij. Christie’s pakt dan uit met onder andere Yves Klein, Mark Rothko, Jackson Pollock en Barnett Newman; Sotheby’s pronkt met ‘Figure writing reflected in mirror’ van Francis Bacon en met traditionele Pop art-iconen Warhol en Lichtenstein.
Donderdag 10 mei is het de beurt aan het kleinere venduhuis Phillips de Pury, dat de kassa hoopt te doen rinkelen met een Basquiat. (Belga/RDM)
