Nathalie Cardon

‘Een novembergedachte: er is leven na de dood, en wel op Facebook’

Nathalie Cardon Eindredactrice Knack Weekend

Nathalie Cardon vindt niks te banaal voor een goed verhaal.

Een novembergedachte: er is leven na de dood, en wel op Facebook. Elk jaar in september wordt me daar namelijk gemeld dat mijn vriend S jarig is. Feliciteer hem, gebiedt nonkel Zuckerberg. Ik weet nooit wat ik ermee moet. De vrienden van S posten nog weleens een publieke wens op zijn wall, maar dan meer iets als ‘santé van hier benee’. De klassieke ‘gelukkige verjaardag’ heb ik al even niet meer gelezen. Godzijdank. Wie is er gelukkig? Er is geen taart, er hangen geen slingers. Het principe van verjaardagswensen is dat je viert dat iemand nog ademt. Tenzij het om een bekende persoon gaat die al even onder de zoden ligt: ‘Gelukkige verjaardag, Elvis!’ Een moment om foto’s uit zijn fitte periode op Instagram te plaatsen. S is niet bekend. S was daar niet mee bezig. Hij had maar tachtig vrienden op Facebook. Geen van hen heeft afgehaakt sinds de dag dat hij, zeven jaar geleden, door een ambulance werd weggebracht en door een belachelijk toeval nooit meer terugkwam.

Een novembergedachte: er is leven na de dood, en wel op Facebook.

Mijn zoon zegt dat Facebook voor oude mensen is. Ik ben op een leeftijd dat ik niet goed weet wat oud is. Is dat wanneer je de werking van de laatste iPhone niet helemaal doorgrondt? Vroeg of laat komt voor iedereen het moment dat de technologie een collectie doden onder je neus duwt, of je nu op Facebook, Instagram of TikTok zit. ‘Kijk, dat was Julie toen haar bikini zo goed zat.’ ‘Hier, Marcels surfvakantie die je vergeten was.’ Je wordt geconfronteerd met beelden die je nog niet kende, daar neergezet door anderen met wie de verdwenene bevriend bleek. Soms zie ik aankondigingen van herdenkingsetentjes voor S verschijnen. Die negeer ik. Ik kende hem één op één. Wat zou ik aan vreemden gaan vertellen hoe hij voor me kookte terwijl hij loeihard A Little Less Conversation opzette, dat toppertje van Elvis dat vanzelf voor extra kruiding zorgt. Hoe hij me uitlachte toen ik zei dat hij zijn groenten beter moest wassen. “Je gaat er niet aan dood”, zei hij.

S is totaal geen type om dood te zijn. Niet altijd een vrolijke frans, maar al bij al stukken beter toegerust voor het leven dan ik. Ik eer hem door niet naar zijn graf te gaan. Ik doe hem een plezier door op 1 november niet aan hem te denken. Ik zal hem een beetje als een bidprentje behandelen zeker. Een paar weken voor hij werd weggeknipt uit wat wij werkelijkheid noemen, vertelde hij waarom hij recentelijk een hekel aan gin-tonics had gekregen: “Het was toen ik een gin-tonic dronk dat ik plots in elkaar stuikte.” Het begin van een kort tijdsbestek waarin hij zijn definitie van geluk bijstelde: “Een mens heeft allerlei dromen en verwachtingen, maar op een dag besef je dat je alles zou geven om die paar stappen van het bed naar het toilet te kunnen zetten.” Het is jammer dat S me niet kan vertellen hoe het voelt om van alle verwachting bevrijd te zijn. Hij zou dat goed gedaan hebben.

We spelen het spel niet mee. Hij doet niet aan tekens sturen in de vorm van vlinders, ik van mijn kant steek mijn middelvinger op naar de klassieke stadia van rouwverwerking zoals de boeken ze benoemen: ontkenning, woede, blablabla. Ik ontken helemaal niks. Wat tussen ons bestond, bestaat nog steeds. Onze laatste Messenger-conversatie ziet er heel normaal uit. En daar ben ik dat vermaledijde Facebook toch dankbaar om. Ik heb er vorig jaar, op die bewuste septemberdag, in een impuls wel ‘proficiat’ onder gezet. Dat bericht heeft hij door omstandigheden nog niet gelezen. Kan gebeuren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content