Designer Lionel Jadot is onze Mens van het Jaar: ‘Ik heb niet verder gestudeerd, ik heb zelfs nooit een goed rapport gehad, dus erkenning voelt wat onwennig’

Lionel Jadot
© Alexander Popelier
Amélie Rombauts Journalist Knack Weekend

“Kan het een misverstand zijn?” Toch niet. Designer ­Lionel Jadot spaarde moeite noch risico’s om Belgisch designtalent internationaal op de kaart te zetten. Voeg daar nog zijn genereuze steun aan jonge ontwerpers en zijn pionierswerk op het vlak van upcycling aan toe en je snapt waarom hij onze Mens van het Jaar is.

Een van zijn vrienden had het al aangegeven: Lionel Jadot (54) durft je weleens te laten wachten. Terwijl collega-journalisten, de fotograaf en zijn assistent zo goed als klaar zijn met de voorbereidingen voor deze shoot, verdwijnt onze Mens van het Jaar plots. “Ik moet nog snel iets regelen”, zegt hij, waarna hij wegglipt in de meanders van zijn Zaventem Ateliers. De oude papierfabriek, goed voor zesduizend vierkante meter, bouwde hij in 2018 om tot een creatieve hub waarin hij niet alleen zijn eigen studio onderbracht, maar ook een twintigtal van de meest getalenteerde, onafhankelijke ambachtslui en collectible designers van ons land.

Even wachten. Meestal is dat een sein om je smartphone boven te halen om berichten te checken. Toch betrap ik mezelf noch de anderen daarop. Iedereen geeft liever zijn ogen de kost aan de bonte verzameling die ons omringt. Geüpcyclede creaties – collectible design of kunst, het maakt niet uit, want hun maker heeft een hekel aan labels – staan zij aan zij met iconoclastische spullen, barokke meubelen en stukken van opkomende hedendaagse designers. Aan de ene kant kijkt een metershoog gipsen vrouwenbeeld op ons neer, aan de andere kant een enorme drakenkop. Telkens wanneer iemand de ruime studio betreedt, weerklinkt het nieuwsgierige geblaf van een paar honden. Is deze grot van Ali Baba een materialisatie van Jadots brein? “Ze is het gevolg van mijn Diogenes-syndroom”, lacht Lionel wanneer hij weer opduikt via een andere deur dan die waarlangs hij twintig minuten eerder de benen nam. “Ik verzamel zoveel objecten omdat ik weet dat ze in de toekomst deel zullen uitmaken van een project. Onlangs heb ik twee stukken gemaakt van dingen die ik al vijftien of twintig jaar in mijn bezit had. Ik sla alles ergens in mijn hoofd op tot er een mentale link tussen een aantal dingen ontstaat. Maar evengoed haal ik ze daarna weer uit elkaar of vervorm ik ze om ze voor iets anders te gebruiken. Dat upcyclen kreeg ik met de paplepel mee”, gaat hij verder. “Als kind speelden mijn zus en ik in het zetelatelier van mijn ouders. Alles wat op de grond lag mochten we gebruiken. We bouwden hutten en kastelen, maakten ze weer kapot om te herbeginnen. Elk voorwerp kan altijd weer dienen als nieuw materiaal.”

Energie geven

Dat Lionel Jadot door zowel Knack Weekend als Le Vif Weekend werd verkozen tot Mens van het Jaar heeft alles te maken met zijn benadering van design en binnenhuisarchitectuur. Hij predikt niet alleen het hergebruik van materialen – als een van de eersten in de jaren negentig – ook het inschakelen van lokale producten en talenten is hem heilig. Beide wist hij meesterlijk te concretiseren in een Brussels megaproject dat afgelopen zomer werd in­­gehuldigd. Met Mix toverde hij de voormalige kantoren van Royale Belge om tot een viersterren-­designhotel, een eclectische foodcourt, een luxueuze sporthal, een serene coworkingplek en benijdenswaardige studio’s waarin gasten langdurig kunnen verblijven. Voor deze metamorfose schakelde Lionel Jadot meer dan vijftig lokale designers en ambachtsstudio’s in. Zij voorzagen het gebouw van in België handgemaakte stoelen, tafels, verlichting, tapijten en kunst. Het project haalde niet alleen alle media in ons land, ook de buitenlandse pers, waaronder The New York Times, sprong op het verhaal. “Aandacht vestigen op lokale, creatieve energie, dat is wat me drijft. Ik heb mijn opdrachtgevers aangemoedigd om hun budget anders te spenderen dan ze gewend waren. Ik wilde hun geld voor drie dingen gebruiken. In de eerste plaats om jonge studio’s de kans te geven om te groeien, om vervolgens de grootste verzameling collectible design ooit samen te brengen in een hotel. Daarmee zouden we een interessant communicatiemodel kunnen creëren, want achter elk stuk schuilt een persoon met een verhaal.” Die kans om te groeien gaf hij niet alleen aan zijn vertrouwde Zaventem Ateliers-genoten, maar ook aan onbekende starters zoals Arthur Vandergucht, die op dat moment zijn eerste metalen tafel, gemaakt in de garage van zijn vader, kwam presenteren. “Als ik het voel, kan ik iemand meteen vertrouwen. We kenden elkaar nauwelijks toen ik meerdere stukken bij hem bestelde. Eindeloze discussies en schema’s belasten je mentaal. Ik gééf liever energie.”

Mijn moeder stierf toen ik achttien was. Op zo’n ­moment heb je twee opties: je gaat ten onder aan de situatie of je grijpt ze aan om iets goeds te doen.

Alle betrokkenen kregen een plek om hun werk te tonen, te verkopen en zo hun carrière een boost te geven. Andere projectleiders – al wordt hij niet graag zo omschreven – zouden in ruil een pittige commissie vragen. Lionel Jadot niet. “Er is lang een terugval geweest in de ambachtelijke sector op Europees niveau. Maar de laatste jaren startten er opnieuw ateliers in België, er duiken initiatieven op die materialen en technieken heruitvinden. Die moeten we ondersteunen. Ze vormen een belangrijke kracht voor ons land als dat van ons.”

Geen tijd voor twijfels

Zijn vader, zijn vrienden, zijn medewerkers of poulains – iedereen bewondert het onmetelijke enthousiasme dat Jadot telkens weer aan de dag legt. Een enthousiasme dat soms zelfs besmettelijk is. Of hij een geheim wapen heeft? “Nee. Al kan ik het wel toeschrijven aan twee gebeurtenissen in mijn jeugd. Ik verloor mijn moeder toen ik achttien was. In de zomer werd ze ziek, zes maanden later stierf ze. Op zo’n moment heb je twee opties: je gaat ten onder aan de situatie of je grijpt ze aan om iets goeds te doen. Dat leerde ik ook van mijn beste vriend, toen ik een jaar of tien was. Een ziekte leidde tot de amputatie van zijn been. Als ik ’s ochtends slechtgezind, down of moe wakker werd, bedacht ik me dat Arnaud ondanks al zijn gezondheidsproblemen toch bleef lachen. Zelfs midden in een chemokuur wist hij de andere patiënten op zijn afdeling te inspireren en te motiveren. Onbewust leerde hij me dat je zelfs in tegenspoed moed en plezier kunt vinden.”

Met zijn brede gestalte, zware zilveren ringen en uitgesproken mening lijkt Lionel Jadot onwankelbaar. Twijfelt hij soms aan zichzelf? “Mijn ouders hebben altijd in me geloofd, ik kreeg alle vrijheid om mijn pad te kiezen. Dat gaf me veel zelfvertrouwen”, antwoordt hij. “Het gevolg is dat ik in elke situatie heel snel een keuze kan maken. Ik volg mijn intuïtie en geef twijfels geen tijd. Ik ben niet bang om tegen de muur te knallen, dat hoort bij het leven. En bovenal: we zijn allemaal slechts een minuscuul stipje op een kleine aardkluit in the middle of nowhere. Een misser betekent weinig als je op deze manier uitzoomt.”

Voor altijd vijftien

Al stapelt Lionel Jadot vooral grote, succesvolle projecten op. 2024 brengt naast residentiële opdrachten ook de opening van een gloednieuw JAM hotel in Gent, een vijfsterrenhotel in Luik en een in Brussel. Een concept gelijkaardig aan dat van Zaventem Ateliers is in ontwikkeling in Portugal. Met Cohabs, een start-up die hij mee aanvoert, creëert hij coliving-ruimtes in oude gebouwen van Brussel tot Madrid en New York. Daarnaast vindt hij ook de tijd om een boek over zijn Mix-avontuur te maken en om films te draaien. “Een ervaring die niet zo veel verschilt van interieur­inrichting, waar het ook een kwestie is van de juiste mensen bij elkaar te brengen”, vertelt hij terloops. En er te zijn voor zijn vrouw – actrice Astrid Whettnall – en zijn drie volwassen dochters, die hij dezelfde vrijheid gunt die hij kreeg om hun eigen koers te varen.

Ik heb mijn opdrachtgevers aangemoedigd om hun budget anders te spenderen dan ze gewend waren. Aandacht vestigen op lokale, creatieve energie, dat is wat me drijft.

Toch blijft onze Mens van het Jaar er bescheiden onder. “Ik heb niet verder gestudeerd, ik heb zelfs nooit echt een goed rapport gehad. Het voelt dus wat onwennig om zo’n erkenning te krijgen. Meer nog, ik dacht aanvankelijk dat het een grap was of een misverstand. Ja, ik ben echt ontroerd. Ik probeer mijn pad te volgen, weet je. Met dezelfde inzet en dezelfde waarden als toen ik begon, dertig jaar geleden. Ik voel me ook nog steeds vijftien jaar, zonder te weten wat morgen zal of moet brengen”, lacht hij. “Maar wel met de wetenschap dat ik er altijd in zal slagen om mijn plan te trekken. Desnoods verdien ik mijn brood met krijttekeningen op stoep­tegels. Ik ben niet bang om opnieuw te beginnen. Zolang ik mijn twee handen heb, komt het goed.”

Is hij dan werkelijk nooit pessimistisch? Ook wanneer het lijkt alsof de hele wereld vandaag in brand staat? “We neigen naar een gepolariseerde wereld. De rol van creatieve mensen zoals ik is om te laten zien dat er nuances zijn, dat verbinding wel degelijk mogelijk is. Zelfmedelijden hebben dient tot niets. We moeten elk op onze eigen manier en binnen ons eigen kunnen instrumenten vinden om van de wereld een betere plek te maken.”

Bâtir même au-delà des ruines, vrij vertaald ‘zelfs voorbij de ruïnes bouwen’, een uitspraak die hij ontleent aan actrice Yolande Moreau, zal het thema vormen van de Zaventem Ateliers-show in Milaan volgend jaar. Het zou een motto voor ons allemaal kunnen zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content