Comedian Jan Jaap van der Wal: ‘Wat mensen van je denken, kun je met grappen voor zijn’
Jan Jaap van der Wal (42) is een Nederlandse comedian die in Antwerpen woont. In mei stopt hij na vier jaar als presentator van het satirische Canvas-programma De Ideale Wereld. Deze week gaat zijn nieuwste zaalshow III-ième in première.
Ik heb nood aan bescherming. Daar kwam ik achter dankzij familieopstellingen, een therapie die kijkt naar waar je vandaan komt. De ironie is natuurlijk dat ik voortdurend situaties opzoek waarin ik in principe onbeschermd ben: op een podium gaan staan, naar een ander land verhuizen… Om me bijvoorbeeld De Ideale Wereld helemaal eigen te maken, had ik mensen aan de zijlijn nodig die me beschermend een duwtje in de rug gaven. Door de opstellingen ben ik gaan inzien dat je rekening moet houden met mensen hun geschiedenis als je hun beweegredenen beter wilt begrijpen. Daardoor ben ik milder geworden voor anderen.
‘Wat mensen van je denken, kun je met grappen voor zijn. Zo behoud je de controle’
Hoe ik me ben gaan uiten, is een gevolg van de hazenlip waarmee ik geboren ben. Mijn ouders hebben me heel bewust op mijn vierde al naar de logopedist gestuurd. Een zeer verstandige beslissing. Ik word weleens benaderd door ouders van kinderen met een hazenlip. Tegen hen zeg ik dan ook: “Het is belangrijk dat je kind leert praten.” Anders is de kans groot dat het in een isolement terechtkomt. Als je je kunt uiten, neem je een voorsprong. Ik gebruikte daar humor voor. Wat mensen van je denken, kun je met grappen voor zijn. Zo behoud je de controle.
Zonder social media was het leven eenvoudiger. Toen ik voor de eerste keer naar het ziekenhuis moest voor een operatie, is mijn moeder daar in mijn klas uitleg over komen geven. Mijn ouders hebben ervoor gezorgd dat ik mijn jeugd redelijk fluitend ben doorgekomen. Cyberpesten bestond nog niet. Toen ik in 1997 op mijn zeventiende met comedy begon, moest ik na een optreden niet online lezen hoe lelijk ik wel was. Twitter en aanverwanten hebben op hun slechtste momenten de neiging om wat in de knop en in de bloei zit te breken. Talent ontwikkel je door de tijd te krijgen om fouten te maken, zonder daarop afgerekend te worden.
Half werk leveren doe je nooit. Dat leerde ik al vlug. Ik weet nog dat ik op tweede kerstdag in onze comedyclub speelde, hoewel ik diezelfde avond een kerstdiner had. Ik was er niet helemaal met mijn hoofd bij en deed mijn ding op automatische piloot. Theo Maassen en Hans Teeuwen zaten in het publiek. Toen ik hen na afloop passeerde, hielden ze me tegen. “Als je iets in dit vak wilt betekenen, moet je ook op dit soort avonden tot het gaatje gaan”, zeiden ze.
Een comedian moet dingen beleven. Je moet iets écht meegemaakt hebben om er op een geestige manier over te kunnen vertellen. Wij moeten het van de details hebben. Dat is een spier die je non-stop traint. Op een dag kwam een gast ons comedycafé binnen. Heel typerend was dat alleen de comedians in het gezelschap hadden opgemerkt dat hij een gekke oorbel droeg. Wij kijken op een andere manier naar de realiteit. In dit vak moet je nieuwsgierig zijn en bereid zijn om te leven. Zittend voor je PlayStation ontstaat er geen materiaal.
In humor schuilt verwerking. Als je ergens een grap over kunt maken, wil dat zeggen dat je voorbij een bepaald punt bent. Of je nog alles kunt zeggen, is stilaan een uitgemolken discussie geworden. Je kent de hamvraag wel: we moeten de islam toch op dezelfde manier belachelijk kunnen maken als we met het christendom deden? Theoretisch gezien ben ik het daarmee eens, maar in de praktijk heb je te maken met een groep mensen bij wie nog geen ruimte bestaat voor humor. Daar mag uiteraard verandering in komen, maar die moet ook vanuit de groep zelf komen. Tot die conclusie kwam ik toen ik enkele maanden geleden in De Ideale Wereld een stuk deed over non-binaire mensen en daar achteraf veel commentaar op kreeg vanuit die hoek. Om tot humor en bijgevolg opluchting te komen, moet je eerst over de pijn en het verdriet heen zijn.
In Vlaanderen heerst een zekere geheimzinnigheid die me heel onrustig kan maken. Is een ja geen vermomde nee? Je moet 300 keer dubbelchecken of een beslissing nu finaal is. Hoewel ik hier inmiddels al jaren woon en mijn kind van vier hier naar school gaat, vraag ik me nog geregeld af of ik er nu wel of niet bij hoor. In het jongste seizoen van De Slimste Mens ontstond een clichébevestigende running gag: dat ik een Hollander ben die geen Frans kan. Ik speel daar vrolijk in mee, maar tegelijk denk ik: zijn we die fase nu nog niet voorbij? Het Hollander-zijn in Vlaanderen is een boemerang die bijzonder lang onderweg is, maar die je ooit toch weer in je gezicht krijgt.
janjaapvanderwal.nl p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier