Vrije Tribune
‘Als de Pride nog niet bestond, zouden we haar moeten uitvinden’
Johan Lievens, doctoraatsonderzoeker grondwettelijk recht aan het Leuven Centre for Public Law (KU Leuven), waarschuwt voor het wegwimpelen van de Pride als te flamboyant. ‘Nog voor we de heteronorm goed en wel hebben afgeschud’, schrijft hij, ‘lijken sommigen ons een ‘ideale holebi’-norm te willen opleggen.’
‘De Pride is een jaarlijkse, carnavaleske traditie, op maat gesneden van de homoseksueel die in het decadente uitgaansleven zijn ultieme geluk vindt. Meer heil valt te verwachten van een optocht die qua vorm en inhoud soberder en doelgerichter is.’ Dat stond te lezen in een opiniestuk op Knack weekend.be van Michael Maerten.
Sta me toe het oneens te zijn met die karikatuur. Voor mij is de Pride onderdeel van een ruimere bevrijdingsstrijd voor al wie zich door ‘de heteronorm’ ingeperkt weet. De Pride is het moment waarop we de realisaties van die vrijheidsstrijd vieren en aanklagen waar er nog vooruitgang te boeken is. Het is, zoals in het stuk ook te lezen staat, een feest én politieke optocht. Op die feestende betoging is wat mij betreft iedereen welkom. Op een soberder en doelgerichter alternatief dan ook?
Van heteronorm naar ‘ideale holebi’-norm?
Over een ding zijn de auteur en ik het eens: er is nog veel werk aan de winkel. In België zijn er plaatsen waar ook ik, als man die op mannen valt, niet hand in hand over straat loop; plaatsen in de wereld waar mijn gedrag nog leidt tot de doodstraf; en talrijke gênante kennismakingen waarbij heteronormatieve verwachtingen – de verwachting dat iedereen hetero is en zich als hetero gedraagt – voor de bijl moeten. ‘Ah, als u over ‘partner’ spreekt, bedoelt u een man?!’, klinkt het soms verbaasd.
Nog voor we de heteronorm goed en wel hebben afgeschud, lijken sommigen ons een ‘ideale holebi’-norm te willen opleggen.
Om die strijd aan te gaan moeten we de Pride blijkbaar ontdoen van al wat flamboyant, potentieel choquerend en ‘ongewoon’ is. Dat standpunt leest voor mij als een pleidooi voor een nieuwe norm. Nog voor we de heteronorm goed en wel hebben afgeschud, lijken sommigen ons een ‘ideale holebi’-norm te willen opleggen.
In het creëren van die norm hoor ik de echo van discussies die ik eerder heb gehad. Ik ken homomannen die ontkennen dat biseksualiteit bestaat ‘omdat het bij hen ook maar een fase was’. Alsof dat niet precies dezelfde redenering is die hetero’s decennia lang op homomannen hebben geprojecteerd? ‘Ik ervaar het niet, dus bestaat het niet, dus pas je aan en doe normaal.’ Ik heb zelf ooit geponeerd dat transseksuelen beter een eigen emancipatiebeweging starten ‘omdat ze anders ‘onze’ aanvaarding dreigen af te remmen’. Verkeerde redenering, begrijp ik nu. Maar veel mensen lijken het nog steeds strategischer te vinden om mannen die zich wat flamboyanter gedragen naar het achterplan te dirigeren.
Het is een pleidooi voor de creatie van een duidelijk concept van ‘de homoseksueel’, zodat de twijfelende tiener zich kan herkennen in iets ‘normaals’, zodat de buurvrouw niet ongemakkelijk bloost als we het over die ‘partner’ van mij hebben, zodat de wereld waarin ik hand-in-hand over straat durf lopen een stapje dichterbij kan komen…. Volgens mij is dat een valstrik is die we moeten mijden.
LGBTQIA+ avant les lettres.
In When We Rise, een docu-serie over de strijd van de LGBTQIA+ community in San Francisco, is te zien hoe het feminisme in de jaren 1970 lesbiennes uitsloot. Hoewel de patriarchale samenleving alle vrouwen achterstelde, vond men het strategischer de georganiseerde actie te beperken tot vrouwen die zich niet zó ver van mannen afkeerden dat ze niet met hen zouden willen trouwen.
Ook voor niet-blanke vrouwen of homomannen zijn bepaalde deuren van het feminisme en de holebi-strijd gesloten gebleven. We mogen ons als gemeenschap niet laten vangen aan dezelfde fout: dat we enkel voor onszelf – als mannelijk gepercipieerde mannen die op mannen vallen – de vrijheid willen bekomen om onszelf te zijn.
De strijd beperken tot mannelijk gepercipieerde mannen die op mannen vallen en vrouwelijk gepercipieerde vrouwen die op vrouwen vallen, is voor mij incoherent. Alsof ik de bar net ben weten binnen te glippen en de deur nu keihard in het gezicht sla van wie na me komt.
Er bestaat geen duidelijk model van ‘de homoseksueel’. Het moet ook niet bestaan. Zo’n model creëren zou immers een afbakening vergen, een bepaling van wie dicht genoeg bij de heteronorm aanleunt – voor mannen bijvoorbeeld: mannelijk, monogaam, netjes gekleed, stevige handdruk. Waar trek je de grens dan?
De strijd beperken tot mannelijk gepercipieerde mannen die op mannen vallen en vrouwelijk gepercipieerde vrouwen die op vrouwen vallen, is voor mij incoherent. Alsof ik de bar net ben weten binnen te glippen en de deur nu keihard in het gezicht sla van wie na me komt; van wie een beetje meer afwijkt van de heteronorm dan ikzelf. Après moi, le déluge. ‘Ik ga gezellig pintjes drinken met mijn heteromaten; zoekt u zich maar een andere bar.’ Of nog erger: ‘Past u zich maar aan onze normen aan als u erbij wil.’
Alsof de aanvaarding van individuen zoals ze zijn of willen zijn ondergeschikt moet worden gemaakt aan de potentieel gekwetste of geschokte gevoelens van ouders, collega’s en buren.
Vrijheid en tolerantie zijn de essentie
De strijd tegen heteronormativiteit is geen pleidooi voor een specifieke levensvisie of een mens- en wereldbeeld waarnaar jij je te schikken hebt. Het is een pleidooi om vrijte zijn van vastliggende patronen.
Vrijheid of tolerantie zijn voor mij geen holle begrippen. Ze zijn de essentie; het elementaire bindmiddel van onze gemeenschap en onze strijd. De strijd tegen heteronormativiteit is geen pleidooi voor een specifieke levensvisie of een mens- en wereldbeeld waarnaar jij je te schikken hebt. Het is een pleidooi om vrij te zijn van vastliggende patronen; en tolerant voor eenieder; hoe heteronormatief of flamboyant je ook bent of nastreeft te zijn. Die openheid, de afwezigheid van de norm, is de kern.
Onze strijd is pas geslaagd als niet alleen aan holebi’s de vrijheid toekomt zichzelf te zijn, maar aan de hele LGBTQIA+ community: lesbian, gay, bisexual, transsexual/transgender, queer/questioning, intersexual, asexual/ally en anderen.
De Pride is in dat opzicht geen ‘instituut van het verleden’. Integendeel, de Pride is relevanter dan ooit. Een evenement waarop we ons allemaal verenigen onder de banner van vrijheid en tolerantie, waar we muren van hokjes slopen en als gemeenschap strijden voor het recht onszelf te zijn, waar iedereen welkom is, van vrouwelijk gepercipieerde vrouw tot vrouwelijk gepercipieerde transman. Als zo’n verenigend concept nog niet bestond, zouden we het moeten uitvinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier