In de kast van Merel van De Groene Meisjes: ‘Laat mensen zelf nadenken in plaats van hen de les te spellen’

Merel met Poppie © Lotte Philipsen

We gingen in Rotterdam op bezoek bij Merel van de groene lifestyle blog ‘De Groene Meisjes’. Dat leverde een inspirerend gesprek op over haar visie op mode en de huidige consumentenmaatschappij. ‘Je kunt altijd beter mensen zelf laten nadenken, in plaats van hen te zeggen hoe het wel of niet moet.’

Op de blog ‘De Groene Meisjes’ blogt Merel (31) over hoe leuk een groen leven kan zijn. Het is een inspiratieblog, waar verschillende onderwerpen aan bod komen. Van heel persoonlijk tot tips om vegan te koken, het passeert allemaal de revue. Omdat Merel een erg toegankelijke blog heeft, waar iedereen wel iets van kan opsteken, wilden we heel graag een kijkje in haar kledingkast nemen.

Ga je graag en vaak winkelen?

Nee en nee. Ik ga niet vaak shoppen en ik doe het ook niet graag. Zeker niet in grote winkels, daar heb ik echt een gruwelijke hekel aan. Ik vind wachten stom, ik heb een hekel aan passen en kan niet goed tegen de drukte van winkelstraten. Ik shop liever in kleine boetieks, tweedehandswinkels of online.

Ik ga nooit de stad in om eens ‘lekker broeken te gaan passen’. Ik snap niet dat mensen dat voor de lol doen.

Om eerlijk te zijn koop ik liefst zo min mogelijk. Niet dat ik mezelf regeltjes heb opgelegd over hoeveel kleding ik mag kopen, maar liever minder dan meer. Ik hou wel van kleding, daar ligt het niet aan, maar ik ga gewoon niet graag de winkelstraten in om te shoppen en vermijd de uitverkoop. Ik ga alleen als ik iets nodig heb en heb ook niet erg veel kleding.

Nieuwe kleding moet passen bij mijn basisgarderobe, anders neem ik het niet mee. Ik ga het mezelf niet moeilijk maken met allerlei kledingstukken aantrekken waar ik niet van denk dat ze bij de rest van m’n kast gaan passen. Dus neen, ik ga nooit de stad in om eens ‘lekker broeken te gaan passen’. Als mensen willen afspreken, ga ik liever iets drinken in een leuke koffiebar dan samen te gaan shoppen. Ik snap niet dat mensen voor de lol gaan winkelen.

Mijn beste vriend is stilist en die helpt me wel eens. Iedere keer zegt hij: ‘De volgende keer kies ik wel stuks voor je uit. Het is niet leuk om met jou te winkelen, want daar word je chagrijnig van.”

Heb je een goed idee van je eigen stijl?

Ja, ik ben erg stijlvast. Aan de ene kant heb ik een erg sobere selectie en aan de andere kant een erg uitbundige. De sobere stuks zijn basics (zwart-wit-grijs, effen-gestipt-gestreept), die ik liefst van duurzame merken koop. De meer uitbundige stuks zijn steevast vintage vondsten. Tweedehands kies ik voor gebloemde bloesjes, veel kleuren en opvallende patronen.

Dat zorgt ervoor dat mijn kleren heel gemakkelijk combineerbaar zijn met elkaar. Meestal draag ik een sober rokje met panty’s en sneakers en bovenaan een vintage stuk. Ik heb één jeans, maar die draag ik nooit. Ik hou er niet van om broeken te dragen omdat die meestal niet lekker zitten.

Het is leuk een persoonlijke stijl te hebben waar mensen je aan herkennen.

Jaren geleden ontdekte ik dat ik het heel leuk vond om vintage kleding te dragen en te shoppen. Dat is gewoon vaak wat meer uitbundige kleding. Ik vind het leuk dat ik daardoor vaak herkend word: ‘O dat is dat meisje met die bloemenbloesjes.’ Ik heb een fase gehad waarin ik dat even niet wilde dragen en ik meer greep naar mijn basics, maar sinds enkele maanden draag ik mijn vintage vondsten weer met veel plezier.

Ik denk dat dit soort kleding me ook goed staat en dat mensen het met mij associëren. Het is leuk een persoonlijke stijl te hebben waar mensen je aan herkennen. Het is leuk om op zoek te gaan naar kleding die net dat beetje anders is dan de kleding die andere mensen dragen.

Merel in een vintage bloesje bij koffiebar Coppi in Rotterdam
Merel in een vintage bloesje bij koffiebar Coppi in Rotterdam© Lotte Philipsen

Heb je enkele vaste on- en offline adresjes waar je steeds naar teruggrijpt?

Ja, zeker voor de basics heb ik vaste adresjes. Voor vintage winkels ook, maar daar laat ik me graag verrassen. Ik vind het altijd leuk om vintage te shoppen omdat je eigenlijk niet echt op zoek bent naar iets. Je weet nooit wat je zult tegenkomen. Het is een zoektocht en soms vind je echt niets en soms super veel.

Voor basics is het handig om naar adresjes te gaan die kleding verkopen die eerlijk en ecologisch werd geproduceerd.

Zie je een evolutie in de sustainable brands?

Merel met Poppie
Merel met Poppie© Lotte Philipsen

Ja, absoluut. Er is de laatste jaren veel meer keuze gekomen in merken en winkels. Ik zou nog niet durven zeggen dat er voor elk wat wils is, want ik kan geloven dat er mensen zijn met een specifieke stijl die nog niet helemaal hun gading vinden. Maar het gaat zeker de goede kant uit: er is van erg sobere duurzame kleding tot meer hippe merken.

Je moet weten waar je moet kijken. Het vergt wat meer zoekwerk. Er zijn ondertussen ook wel mainstream ketens die speciale collecties op de markt brengen die ethischer zijn geproduceerd. Als je geen zin of tijd hebt om naar speciaalzaken te gaan, kan je ook in die collecties gaan zoeken. Je kunt sowieso iets doen om duurzamer te shoppen.

Het is veel gemakkelijker én betaalbaarder geworden om duurzaam te shoppen.

Heb je enkele criteria in je hoofd waar kledingstukken aan moeten voldoen vooraleer je ze koopt?

Het allerliefst koop ik tweedehands, omdat ik geloof dat dat de meest duurzame manier van shoppen is. Er is al zoveel kleding in de wereld, dus waarom zouden we alles nieuw kopen?

Het allerliefst koop ik tweedehands, omdat ik geloof dat dat de meest duurzame manier van shoppen is.

Dat lukt natuurlijk niet voor alle items. Als ik iets niet vind in de tweedehandswinkels, ga ik naar een winkel waar ik van weet dat ze mooie, duurzame items hebben. Het liefst koop ik dan iets van een fairtrade merk en als dat niet lukt, dan minstens van een merk dat ecologisch verantwoord produceert. Ik kijk naar het materiaal en bestudeer of het van Tencel, gerecycleerd materiaal of biologische oorsprong is.

De laatste jaren betaal ik ook liever wat meer voor kwaliteit in plaats van minder voor iets dat niet lang meegaat. Zeker als het een basic zoals een zwart rokje is, dat ik jarenlang wil dragen. Ik wil geen deel uitmaken van de overconsumptiemaatschappij. Liever één goed stuk dat wordt gebruikt tot het helemaal op is. Ik ben allergisch aan winkels waar om de zes weken nieuwe collecties in de rekken liggen. Dat vind ik absurd.

Daardoor koop ik ook veel tijdloze items die in ieder seizoen gedragen kunnen worden: met blote benen, een dunne panty of als het heel koud is een dikke panty. Ik zorg ervoor dat mijn kleding gemakkelijk combineerbaar is en in alle seizoenen kan doorgedragen worden.

In de kast van Merel van De Groene Meisjes: 'Laat mensen zelf nadenken in plaats van hen de les te spellen'
© Lotte Philipsen

Waar ligt de verantwoordelijkheid? Bij de consument, bij de merken, bij de overheid?

Ik vind dat een heel lastig vraagstuk. Ik vind niet dat je de verantwoordelijkheid bij één partij kunt leggen en geloof erg in het delen van die verantwoordelijkheid. Maar uiteindelijk zijn het wel de merken die zullen moeten veranderen. Wij kunnen met z’n allen bereid zijn om duurzaam te shoppen, maar wie zegt dat het geld echt naar de juiste plek gaat? Zolang er niet heel erg transparant over gecommuniceerd wordt, weet je dat niet. Dus de merken moeten met het geld van de consument het juiste doen.

Zelf voel ik een sterke verantwoordelijkheid, maar ik vind niet dat ik het anderen moet opleggen.

Zelf voel ik een sterke verantwoordelijkheid, maar ik vind niet dat ik het anderen moet opleggen. Iemand zoals ik, die een goed salaris heeft en geen kleding hoeft te kopen voor een gezin met kinderen, kan geld uitgeven aan verantwoorde items. En dat verkies ik dan boven geld uitgeven aan merken die geen donder doen voor een betere maatschappij.

De overheid zou bijvoorbeeld meer kunnen inzetten op educatie. Toen ik nog in het onderwijs werkte heb ik mijn leerlingen de documentaires De Slag om de Klerewereld en The True Cost getoond. Ze hadden er nog nooit bij stilgestaan waar hun kleren vandaan kwamen, dus ik denk dat scholen goede omgevingen zijn om die informatie te verspreiden. Je kunt niet verwachten dat tieners deze informatie thuis meekrijgen.

Iedereen die iets kan doen, zou kunnen bijdragen aan een meer duurzame mode-industrie. En ik geloof ook dat iedereen iets kan doen. Ook mensen met een iets lager inkomen. De eerste vraag die iedereen zich kan stellen is: moet ik dit wel kopen?

Om even advocaat van de duivel te spelen: is mode niet een manier om je persoonlijkheid te tonen aan de wereld en valt dat dan niet moeilijk te rijmen met zo min mogelijk te kopen?

Ja, mode is inderdaad verbonden aan je persoonlijke stijl. Maar ook daar zijn oplossingen voor. In Nederland hebben we bijvoorbeeld kledingbibliotheken, waar je mooie stuks kunt lenen en weer terug kunt brengen. Dan hoef je de items niet zelf te bezitten om er toch om de paar weken of maanden anders uit te zien. Of je kunt kleding ruilen met je vrienden, kleding kopen bij tweedehandszaken en ook kleding die je niet meer wil naar tweedehandszaken brengen.

In de kast van Merel van De Groene Meisjes: 'Laat mensen zelf nadenken in plaats van hen de les te spellen'
© Lotte Philipsen

Ik vind persoonlijk dat er geen excuus is. Niemand is verplicht om de hele tijd te blijven kopen. Een vriendin van mij heeft een kindje van een jaar oud, dat overal super snel uitgroeit. Ze vindt het belangrijk dat ze haar kindje leuke kleding kan aantrekken, en dat snap ik, maar zij heeft ervoor gekozen om enkel tweedehands kleding te kopen in een winkel die die kleding ook terugneemt wanneer je kind er is uitgegroeid. Waarom niet? Dat werkt net zo goed. Wij als volwassenen kunnen dat ook op die manier doen.

Natuurlijk kan je eens vallen voor een stuk van een mooi merk of jonge designer en dat is ook helemaal oké. Die stuks, die met zorg gemaakt zijn, kan je dan combineren met geruilde of tweedehandskleding. Ik steun liever een jonge ontwerper dan fast fashion ketens. Er is niets mis met mode an sich, maar wel met de consumptiemaatschappij waar sommige merken op inspelen.

Jonge ontwerpers zijn zich trouwens ook steeds meer bewust van duurzaam produceren. Dat moeten we absoluut ondersteunen. Ik ben niet voor een boycot van de mode, helemaal niet. Denk gewoon goed na over wat je koopt, geniet ervan en draag er zorg voor.

Denk je dat we lessen kunnen trekken uit het verleden?

Ja, we hoeven niet in het verleden te leven, maar we kunnen wel terugblikken en kijken wat we nu kunnen doen om minder snel te consumeren. In een ideale wereld zouden we misschien allemaal eigen kleding maken, maar dat is niet realistisch en bovendien ook niet zaligmakend. De stof van die kleding moet namelijk ook ergens van komen.

We hoeven niet in het verleden te leven, maar we kunnen er wel lessen uit trekken.

Maar het idee van kleding te repareren of te verstellen moeten we terug omarmen. Zo gooien we kleding veel minder snel weg. Of kleding doorgeven aan broers en zussen, buurmeisjes, je nichtjes en neefjes. Dat werd vroeger vaker gedaan. We moeten steeds nadenken: wat kunnen we doen met spullen die al bestaan?

Meer lezen over Merel? Surf naar haar blog De Groene Meisjes en laat je inspireren.

Beppie
Beppie© Lotte Philipsen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content