Dragen we binnenkort truien van slachtafval?
Zwitserse onderzoekers hebben een manier gevonden om een kwalitatief hoogstaande, aan merinowol verwante draad te spinnen uit collageen. Een doorbraak in de textielindustrie, al zaten vegetariërs en veganisten er waarschijnlijk niet op te wachten.
Jaarlijks worden er wereldwijd zo’n zeventig miljoen ton vezels verhandeld. Ondanks hun milieuvriendelijkheid blijven vezels van dierlijke of plantaardige oorsprong een nicheproduct en moeten ze de duimen leggen tegen synthetische stoffen.
Aan het einde van de 19e eeuw waren er nochtans al pogingen om eiwitten om te zetten in textiel. Zo werd er in 1894 al een patent ingediend voor vezels gemaakt van gelatine – een eiwitproduct dat wordt bereid door gedeeltelijke hydrolyse van collageen, een eiwit dat voorkomt in bindweefsels (onder andere huid, botten en kraakbeen) van zoogdieren. Na de Tweede Wereldoorlog verdreven de opkomende synthetische stoffen deze eiwitvezels echter moeiteloos van de markt.
Experimenteren met slachtafval
De laatste jaren is de vraag naar natuurlijke vezels, op milieuvriendelijke wijze vervaardigd uit hernieuwbare bronnen, flink gestegen. Zeker wol kent een mooie renaissance, als je kijkt naar de populariteit en de hernieuwde prestige van de Woolmark Prize en het recente gebruik van merinowol in sportkleding.
Ook het idee van vezels uit gelatine is blijven hangen, zo blijkt uit bevindingen van doctoraatsstudent Philipp Stössel, die in het Functional Materials Laboratory van professor Wendelin Stark in Zurich onderzoek deed naar biomaterialen die eventueel gebruikt kunnen worden voor textielproductie.
Stössel besloot te experimenteren met slachtafval, waarin bijzonder veel collageen voorkomt dat gemakkelijk in gelatine omgezet kan worden. Tijdens zijn proeven ontdekte Stössel dat wanneer hij organisch oplosmiddel toevoegde aan een verwaterde gelatine oplossing, het eiwit als het ware tegen de bodem gedrukt werd. Na wat finetuning slaagde Stössel erin om uit deze massa een draad te spinnen die gebruikt kon worden voor de fabricatie van bijvoorbeeld kleding.
De individuele vezels van deze draad zijn ontzettend fijn en hebben een diameter van 25 micrometer, zowat half de dikte van een menselijk haar. En waar natuurlijke wolvezels kleine schubben vertonen, zijn gelatinevezels glad, waardoor ze aantrekkelijk glanzen.Bovendien is de binnenkant van de gelatinevezels voorzien van holle poriën waardoor gelatine ook een hoog isolerende functie heeft.
Toch kan gelatine de plaats van wol nog niet innemen: gelatine is immers oplosbaar in water, en hoewel Stössel er via verschillende chemische en biologische processen in geslaagd is om de vezels waterafstotend te maken, is wol nog steeds superieur. Stössel is echter overtuigd dat hij heel dicht bij zijn doel is: textiel vervaardigen uit afval. Hij heeft samen met zijn professor een patent ingediend. Of gelatinevezels ooit een toekomst zullen krijgen in onze textielproductie hangt volledig af van de fondsen die de Zwitserse onderzoekers bij elkaar geschraapt kunnen krijgen.
Bovenstaand onderzoek bewijst dat er mogelijkheden zijn om de textielindustrie een update te geven en daar ons afvalprobleem bij te betrekken, maar dat de verwerking van deze stoffen en materialen nog steeds niet op milieuvriendelijke wijze kan. Bovendien rekent men op deze manier op de vlees- en lederindustrie om dit materiaal te vervaardigen, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier