Op een afgelegen eiland aan de rand van de Stockholmse archipel staat deze moderne vakantiewoning. Ze keert haar rug naar het urbane leven en reikt naar de Oostzee.

Een eiland in het zuiden van de Stockholmse archipel, waar de overgang tussen land en zee geleidelijk gebeurt, vormt de ideale locatie voor dit tot de verbeelding sprekende vakantieverblijf. De scherenkust van Stockholm telt ongeveer 24.000 eilanden, elk met een verschillend karakter. Aan de grens met de open zee, zoals hier, hebben ze een schrale vegetatie, vooral rotsen en gras. Hoe dichter bij de kust, hoe weelderiger de plantengroei. “Het was een unieke kans om hier een weekendhuis te zetten”, vertelt de eigenaar, die zelf in de vastgoedsector werkt. “Door de strenge wetgeving is het onmogelijk om in de archipel te bouwen op een plek waar voordien geen huis stond. De gronden hier zijn schaars en erg duur. Op deze plek stond een oud vissershuisje. Gelukkig was er plaats genoeg om een redelijk groot pand neer te zetten, zonder een boom neer te halen.”

Architect Jonas Waldemarson kreeg twee jaar geleden de opdracht een huis te tekenen dat je vrij doet voelen en waar je optimaal van het uitzicht kunt genieten. Het werd een langwerpige constructie met grote ramen aan de voor- en achterzijde. “We lieten het ‘landen’ op de site alsof het een schip was”, zegt Waldemarson. “De geometrie van het gebouw is duidelijk in contrast met de organische vormen van de natuur. Maar binnen wilden we de natuur wel zoveel mogelijk integreren.”

Het pand is gericht naar de zee. De enorme ramen leveren een prachtig panoramisch vergezicht op. Bovendien staat het huis zeer dicht tegen de waterkant. “Dat was een interessante uitdaging. We hebben het op pilaren gezet. Als de zee woest is loopt het water er gewoon onderdoor”, aldus de architect.

De bouwwerf was niet altijd gemakkelijk te bereiken. Door de wind moesten de werkkrachten vaak rechtsomkeer maken. Het was duidelijk dat ook de materialen tegen verschillende weersomstandigheden bestand moesten zijn. De architect koos daarom een materiaal uit de omgeving dat zeker tegen wind, ijs en zout water zou kunnen en zelfs mooier wordt als het ermee in contact komt : dennenhout. “De panelen zijn onbehandeld”, legt Waldemarson uit. “Na een tijdje zullen ze vergrijzen en volledig opgaan in de natuur. Maar dat vraagt wel een zeer goede kwaliteit van hout. In het noorden van Zweden vind je huizen in dennenhout die meer dan honderdvijftig jaar oud zijn en er nog steeds goed uitzien.”

Wilde natuur

De familie van de eigenaar woont in het dagelijkse leven in een klassiek appartement uit 1920 in het centrum van Stockholm. In net iets meer dan een uur tijd reizen ze van het drukke leven in de stad naar een compleet andere wereld. “De kinderen kunnen buiten spelen in de wilde natuur en ik houd van zeilen en kanovaren”, zegt de eigenaar. “Vanaf de lente, als het ijs in de zee gedooid is, zitten we hier bijna ieder weekend. In de winter is het water vaak bevroren en is het eiland onbereikbaar.” Hoewel het huis op een eenzaam plekje in de natuur gelegen is, zijn de bewoners allesbehalve asociaal. “Als we naar hier komen, nemen we altijd vrienden mee. We kunnen ongeveer twaalf mensen te slapen leggen.”

Het 250 vierkante meter grote pand is in tweeën verdeeld. Links zijn de slaapvertrekken, en rechts een loftachtig woongedeelte : de keuken, eetkamer en woonkamer bevinden zich in dezelfde grote open ruimte. Aan de zuidkant bevindt zich een klein zonneterras en achteraan is er nog een, waar je uit de wind kunt tafelen. Voorts is het huis goed geïsoleerd zodat er boven de tien graden niet extra moet worden verwarmd. De bewoners kunnen bovendien de verwarming en koeling regelen van op afstand, via het internet.

De opvallendste ruimte is ongetwijfeld de periscoopkamer boven op het huis. “Een geweldig idee van de architect”, vindt de eigenaar. “Van hieruit heb je een adembenemend zicht. Het lijkt wel een postkaart.” Achterin is er een leeshoekje geïnstalleerd om er een echte ontspanningsruimte van te maken.

De bewoners vonden het belangrijk dat het interieur niet al te minimalistisch werd. Veel van de meubelen uit het oude vissershuisje zijn behouden en geven het nieuwe huis de ziel van het oude. Zoals de zwarte houten stoelen, waar de eigenaar zo trots op is. “Ze zijn van de Zweedse ontwerper Carl Malmsten en dateren uit 1942. Zulke stoelen zijn typisch voor een Zweedse vakantiewoning.”

De enorme open haard in de woonkamer was een idee dat de architect en de eige-naar opdeden bij een bezoek aan de woning van de beroemde schilder Anders Zorn. “Er stond een grote open haard waar je in kon zitten met je sigaar om de anderen niet te storen”, legt de eigenaar uit. “Bij ons rookt niemand, maar we vonden het een leuke manier om ook het element vuur te integreren. Alle andere elementen waren al aanwezig : aarde, lucht en water (lacht).”

Op het eiland ervaar je een constante verandering van licht, niet alleen tijdens de dag, maar ook tijdens het jaar. De neutrale kleuren van het interieur laten deze ervaring zoveel mogelijk tot zijn recht komen. Dezelfde dennenhouten panelen van de buitenkant werden ook voor de dragende binnenmuren gebruikt en in een crèmekleur geschilderd. Enkel de rode kast, die de hal van de eetkamer scheidt, zorgt voor een kleurige toets. Het is de kleur van de navigatieboeien in het water.

Door Britt Guetens / Foto’s Ake E:son Lindman – Frederic Basset Images

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content