Piet Boon ? Die is wel aan de dure kant. Altijd weer dat gezeur over de prijs. Zelfs de rijkste klanten willen altijd afdingen, er is niemand die zegt : “Hier heb je een onbeperkt projectbudget, doe er iets moois mee.” Een huis moet zitten als een oude jas. Het moet je passen, goed aanvoelen en als het veroudert steeds mooier worden.

Architectuur is anoniem. Gelukkig maar. Zuid-Afrika, Portugal, Sint-Maarten, Moskou, Curaçao : her en der op aarde staan realisaties van Piet Boon. Veel mensen herkennen mijn stijl, maar weinigen weten hoe ik eruitzie. Ik heb geen zin om een ster te zijn. Ik wil graag een strandhuis op Bonaire ontwerpen. Dat riep ik vroeger altijd tijdens interviews. Ik kreeg geen respons tot op een dag Henny Huisman, een Nederlandse tv-presentator, totaal onaangekondigd bij ons op kantoor binnenviel. “Ben jij die man van die strandhut ?” vroeg hij me nonchalant. Hij wou er een op Bonaire, in de Antillen. Het was het begin van een succesverhaal, want intussen staan er al 12 beachhouses op het eiland. Waaronder het mijne.

Ik begon als een aannemertje-van-niks. Zo’n veredelde timmerman die bang is van projecten op grote schaal. Tot ik mijn vrouw Karin ontmoette. Ze werkte in een bedrijf met vierhonderd man in dienst. Van haar heb ik geleerd breder te kijken.

Er schuilt nog steeds een timmerman in mij. Ik vind het nog altijd leuk om hout aan te raken, op een werf rond te lopen en met de arbeiders te praten. Maar de timmerlui in mijn atelier kennen veel beter hun vak dan ik het ooit kende. Ik snap zelfs hun machines niet meer.

Handig hoor, zo’n compacte naam. Het bekt lekker. Mijn broers heten Aad en Rein. Strategisch gekozen door onze pa, want zo kon hij gemakkelijk op ons roepen als we weer kwajongensstreken uithaalden.

Het gaat niet goed met mijn vader. Hij is 86 en drie maand geleden werd een agressieve kanker bij hem vastgesteld. Ik wil hem bijstaan in deze donkere dagen, maar dat is niet evident door mijn drukke reisschema. Ik heb veel aan mijn vader te danken. Hij werkte voor een groot bouwbedrijf. Van hem heb ik de bouwmicrobe geërfd. Mijn broer Rein is een autogek, net als ik. Ik rij met een Porsche, hij koopt om de haverklap een nieuwe bolide. We lijken erg op elkaar, maar hij racet veel harder op circuit.

De directeur van McLaren formule 1 belde me laatst op. Of ik voor hem een huis wou ontwerpen in Londen, wou hij weten. En of ik interesse had om hun Technology Center te bezoeken waar de racewagens worden gemaakt en waar Lewis Hamilton traint. Dan weet ik plotseling weer waarom ik deze job doe.

Hou toch op, man, ik krijg hoofdpijn van je. Dat slingert mijn personeel weleens naar mijn hoofd. Ze hebben gelijk : ik ben een ongelofelijke druktemaker. Randje hyperactief zelfs. Tja, als ik enthousiast ben over een project, dan kan ik er gewoon niet over zwijgen. Al ben ik ’s avonds wel doodmoe van mezelf.

Opvolging heb ik voorlopig niet. Mijn dochter van elf is supercreatief. Ze heeft een ateliertje waar ze altijd alleen zit te schilderen. Een enorme puinhoop maakt ze ervan. En mijn zoon van dertien is voetbalgek. Hij kent alle spelers en zoekt er online van alles over op. Schoolwerk komt bij hem helaas op de tweede plek.

Melk is het geheim. Dat is mijn antwoord als mensen me vragen hoe ik er nog zo goed kan uitzien op mijn vijftigste. Maar maak je geen illusies : ik word wel degelijk ouder. Weet je waaraan ik dat merk ? Steeds meer mensen beginnen u tegen me te zeggen.

Piet Boon (50) is een Nederlandse designer. In Oudenaarde gaat op 30 mei de eerste Belgische flagshipstore van Piet Boon open : Gentstraat 171, Oudenaarde, www.sbinterieur.be, www.pietboon.nl.

Tekst Thijs Demeulemeester / Portret Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content