Marlene Dietrich droeg maatpakken. Catherine Deneuve pronkte in de smoking van Yves Saint Laurent. David Bowie, Freddie Mercury en Kurt Cobain poseerden in jurken en hoge hakken. Gender-bending is sinds decennia een vast ingrediënt van de popcultuur, en dus ook van de mode.

Dit verhaal eindigt enkele pagina’s verderop met de geribbelde penis van Miley Cyrus. Maar het begint, formeler en meer aangekleed, in de eerste helft van de negentiende eeuw, met een andere vrouw in mannenverpakking. Gendervervaging is op dat moment nog hoofdzakelijk een literair gegeven. Allicht omdat literatuur (in boekvorm, als theater of opera) de belangrijkste vorm is van entertainment. Radio of cinema bestaan niet, er zijn geen tieneridolen. Het concept jeugd moet nog min of meer worden uitgevonden. In 1831 publiceert de Franse Amandine Dupin haar roman Rose et Blanche onder het pseudoniem George Sand. Ze doet dat vooral om als schrijver ernstig te worden genomen. Sand draagt ook mannenkleren in het dagelijkse leven. Ze komt zo op plekken waar vrouwen van haar stand doorgaans geweerd worden. In haar vermomming voelt ze zich vrij.

MAE WEST IN DRAG

Bijna honderd jaar later, in 1927, debuteert Mae West in The Drag. Het naar verluidt eerste toneelstuk met een transgenderthema opent in Bridgeport, Connecticut, en is ook te zien in New Jersey. Maar voor The Drag Broadway haalt, wordt West gearresteerd als gevolg van haar rol in een ander stuk, Sex.

West beweert dat ze met The Drag de gevaren van homoseksualiteit onder de aandacht wilt brengen. Maar ze is, tegelijk, een van de eerste homoseksuele iconen, de hogepriesteres van kitsch en innuendo – hooguit overtroffen door Tallulah – I’m a lesbian, what do you do ? – Bankhead. En, vanzelfsprekend, Marlene Dietrich, die circa 1930 de Duitse cabaretscène ruilt voor Hollywood. Dietrich verovert Amerika, en de rest van de wereld, in pantalons, hoeden, pakken. Op haar eentje ontketent de actrice een kleine, maar significante revolutie : voor het eerst in de geschiedenis durven vrouwen broeken te dragen. Een feministisch statement, maar ook gewoon heel chic.

ANGORAWOL

In december 1952 haalt voor het eerst een transseksueel de cover van de Amerikaanse roddelpers. ‘Ex-GI Becomes Blonde Beauty‘, kopt de New Yorkse Daily News. Christine Jorgensen, 26, wordt een heus fenomeen. Jorgensen krijgt brieven van over de hele wereld, maar slechts één postbode durft bij haar langs te gaan. “En, heeft ze een baard ?” is achteraf de meest gestelde vraag van zijn collega’s.

Een jaar later debuteert pulpregisseur Ed Wood Jr met zijn opvallend oprechte langspeelfilm Glen or Glenda, deels geïnspireerd door het verhaal van Christine Jorgensen, en deels gebaseerd op zijn eigen ervaringen als Shirley. Volgens zijn biografie Nightmare on Ecstasy, kleedde Woods moeder hem als kind in meisjeskleren, en daar hield hij een levenslange affectie voor angorawol aan over (Ann Gora was een van zijn pseudoniemen, en angorawol komt, volgens filmhistorici, vaak voor in zijn films).

Datzelfde jaar lanceert Coco Chanel haar in stug tweed uitgevoerde tailleur, in wezen een adaptatie voor vrouwen van het maatpak. “De Chaneljas is een mannenjas die een typisch vrouwelijk kledingstuk is geworden”, aldus Karl Lagerfeld. “Een kledingstuk dat een zekere grens heeft overgestoken en het symbool is geworden van vrouwelijke elegantie – nonchalant, indémodable en tijdeloos.”

Chanel had net voor de Eerste Wereldoorlog al eens een brug getrokken tussen mannen- en vrouwenmode : in haar winkel in Deauville verkoopt ze vrijetijdskledij in jersey, een comfortabel, goedkoop katoen dat in die tijd hoofdzakelijk bijna uitsluitend wordt gebruikt voor mannenondergoed.

In 1966 bedenkt Yves Saint Laurent zijn versie van de smoking – een rechte pantalon, een wit hemd, een noeud lavallière, een satijnen riem en een lange jas met een voor vrouwen aangepaste snit. Françoise Hardy wordt uitgejouwd als ze in haar smoking van YSL naar de opera gaat. Maar wanneer ze even later dezelfde outfit draagt voor de Thanksgiving Parade van grootwarenhuis Macy’s in New York, is ze een sensatie. De smoking wordt een hoeksteen van Saint Laurent Rive Gauche, de nieuwe prêt-à-porterlijn van de ontwerper. “La rue court plus vite que les salons“, getuigt Saint Laurent indertijd. “Dat heb ik vastgesteld toen ik vijf jaar geleden mijn eerste smoking toonde. In de couture : zero succes. In de prêt-à-porter : een immens succes.” De ontwerper herinterpreteert vervolgens het gangsterpak met krijtstreep, en de safari-jas.

Circa 1968 introduceren ontwerpers als Paco Rabanne, Pierre Cardin en André Courrèges een egalitaire, genderloze garderobe – simpel en synthetisch, geïnspireerd door sciencefiction, maar het fenomeen is van korte duur. Terwijl vrouwen de smoking adopteren, en garçon manqué Jane Birkin kirt over het année érotique 69, laten jongens ongeveer terzelfder tijd hun haren groeien. Onder de bloemenhemden en olifantenpijpen van de hippies schuilen vaak klassieke macho’s. Maar in de ogen van het conservatieve establishment is de gevestigde orde voorgoed om zeep.

GIRLS WILL BE BOYS AND BOYS WILL BE GIRLS

In de jaren zeventig en tachtig – het decennium van de videoclip – wordt naar hartenlust geflirt met gender. Een beknopte chronologie van popsterren, m/v, in drag :

1970. Ray Davies van The Kinks zingt over zijn nacht in een discotheek met Lola, die stapt als een vrouw, maar spreekt als een man.

1971. In Saint-Tropez trouwen Mick en Bianca Jagger in witte tuxedo’s van Yves Saint Laurent. Datzelfde jaar poseert David Bowie in een lange jurk en bottines voor de hoes van The Man Who Sold the World. Bowies carrière komt niet echt van de grond – zijn theatraal gekokketeer met make-up, plateauzolen, glitter en geveinsde biseksualiteit, helpt hem de status van superster te verwerven.

1973. Protopunkgroep The New York Dolls wordt gefotografeerd in luipaardcollants, hoge hakken, zijden airhostess-foulards, en in pailletten gedipte mini-shorts. Plus lang haar en lipstick.

1977. De vrolijk verwijfde Sylvester zingt You Make Me Feel (Mighty Real) in een zilveren kimono.

1978. Amanda Lear, beschermelinge van Salvador Dalí en mannequin voor onder anderen Paco Rabanne, Ossie Clark en Mary Quant in de sixties, en Roxy Music in de seventies (de platenhoes For Your Pleasure), begint in 1975 een eigen carrière als discodiva. Follow Me, uit 1978, is haar grootste hit. Met haar zware, mannelijke stem gaat al snel het gerucht de ronde dat Lear eigenlijk een man is. Volgens verschillende bronnen, en vintage fotomateriaal, zou Lear haar carrière begonnen zijn als danseres Péki d’Oslo in het travestiecabaret Chez Nous in Berlijn. Officieel heette ze toen nog Alain Tapp. Volgens Coccinelle, jarenlang de beroemdste Franse transseksueel zouden Lear en zijzelf in Casablanca door dezelfde chirurg zijn geopereerd. Allemaal onzin, volgens Amanda Lear (die in haar verschillende autobiografieën heel vaag blijft over haar verleden), maar wanneer ze in 2006 in Frankrijk de Ordre national du Mérite krijgt, geeft ze als haar officiële naam wel Amanda Tapp. Zelf hebben we, bij wijze van research, een fascinerende zondagmiddag doorgebracht in de verste uithoeken van het internet, op zoek naar sleutels tot het leven van Lear.

1982. Boy George, ontdekt door Malcolm McLaren (de voormalige manager van de Sex Pistols) scoort met zijn groep Culture Club een reeks forse hits, te beginnen met Do You Really Want to Hurt Me. George draagt opvallende jurken en make-up, en hij inspireert een hele school would-be popsterren in drag, onder wie de ietwat tragische, blonde Marilyn en Pete Burns van Dead Or Alive, van de hit You Spin Me Round (Like a Record). De veelvuldig onder de scalpel gegane Burns wordt later een soort levend uithangbord voor de gevaren van plastische chirurgie.

1983. Annie Lennox van Eurythmics is, zoals Grace Jones voor haar, macho en stoer en tegelijk heel vrouwelijk. Schoolvoorbeeld : de video voor Sweet Dreams (Are Made of This), waarin ze maatpak en das draagt, zwarte handschoenen en een zweepje. Op de Grammy Awards in 1984 verkleedt ze zich als een soort Elvis, stoppelbaard inbegrepen (Lady Gaga doet min of meer hetzelfde tijdens de MTV Video Music Awards in 2011). Gecombineerd met haar kortgeknipte, feloranje jongenskapsel, is de look van Lennox anno 2015 totaal niet verouderd. Wat van bijvoorbeeld niet kan worden gezegd van Limahl, de frontman van Kajagoogoo.

1984. Aan het begin van zijn carrière treedt Prince op in een verwijfd viezemanstenue : speedos, regenmantel en hoge hakken. In I Would Die 4 U, een van de hoogtepunten van zijn populairste langspeelplaat Purple Rain, zingt hij “I’m not a woman, I’m not a man, I’m something that you’ll never understand.” Freddie Mercury van Queen, voor de onschuldige jeugd van toen een onverdachte stoere bink, wordt opgevoerd als huisvrouw in zwartleren minirok en roze topje (plus walrussnor) in de video voor I Want to Break Free. In de tweede helft van dezelfde clip danst Mercury een scène na uit een ballet van Nijinsky. Een regelrechte coming out, maar dat wordt pas echt duidelijk na de dood van de zanger.

1993. Op de cover van Vanity Fair scheert supermodel Cindy Crawford de in een mannenpak uitgedoste zangeres k.d. lang. Kurt Cobain wordt in dezelfde periode regelmatig gesignaleerd (onder meer op de cover van stijlbijbel The Face) in babydolls en tweedehands bontmantels van zijn vrouw, Courtney Love. De grungelook van Cobain leeft nog altijd verder in de mannencollecties van Hedi Slimane voor Saint Laurent.

Nog in 1993 wordt dragqueen RuPaul een wereldwijd fenomeen dankzij de hit Supermodel (You Better Work). Gevolgd door verschillende albums (waaronder de kerstplaat Ho, Ho, Ho), filmrollen, een contract met MAC Cosmetics en de culttelevisieserie RuPaul’s Drag Race, die nog steeds loopt.

ANDREJ ANDREJA

Terwijl in muziekprogramma’s als Avro’s Top Pop of Top Of The Pops vrolijk aan gender bending wordt gedaan, houdt de mode een veilige afstand. Misschien met uitzondering van Groot-Brittannië, waar pop en mode altijd veel nauwer verstrengeld waren (denk aan de gezamenlijke geschiedenis van Vivienne Westwood, Malcolm McLaren en de Sex Pistols).

Op een paar uitzonderingen na, onder wie Jean Paul Gaultier, die als eerste succesvolle ontwerper mannen in rokken durft te stoppen, bewaart de textielsector de status quo. De mode, en dan vooral de luxemode, is een conservatieve industrie, die altijd een beetje achterop huppelt, en uiteindelijk weinig risico’s durft te nemen. Van vrouwen wordt verwacht dat ze zich identificeren met levensechte Barbies. En mannen mogen zich vereenzelvigen met duur speelgoed : horloges, auto’s en eventueel een grijs maatpak of een zijden stropdas.

In 2015 is dat plots anders. Mode is niet alleen entertainment geworden, maar maakt ook veel meer dan vroeger deel uit van de populaire cultuur. En de mannenmode heeft zich eindelijk geëmancipeerd. Jongens dragen voortaan wat ze willen. En ze documenteren trots hun looks op Instagram en Snapchat. Een jonge vriend met wie ik enkele weken geleden een afspraak had, verscheen in een oversized neopreen mantel uit de damescollectie van Giorgio Armani, een muts met oortjes, en een handtas met strikjes van de Belgische ontwerper Niels Peeraer.

Er zijn nog grenzen tussen mannen- en vrouwenmode, maar ze zijn minder strikt dan voorheen. Een aantal ontwerpers is behoorlijk radicaal – in februari zag ik in New York een show van het veredelde streetwear-label Hood By Air, en ik weet bijna een jaar later nog niet altijd niet of daar nu een mannen- of een vrouwencollectie werd gepresenteerd of beide, en of dat er überhaupt toe deed.

De vanuit historisch oogpunt belangrijkste show van het jaar, het debuut van Alessandro Michele bij Gucci tijdens de mannenmodeweek van Milaan in januari, was al bijna even troebel, met tweeslachtige wezens van beide geslachten in frêle, zeg maar gerust verwijfde outfits. Michele wordt sindsdien beschouwd als de nieuwe modemessias. Gucci is het grootste Italiaanse luxemerk, met een omzet van ongeveer 3,5 miljard euro.

De esthetiek van J.W. Anderson, die voor zijn eigen label en voor Loewe ontwerpt, is al even feminien. Labels van het moment Vêtements en Off-White zijn, in grote lijnen, uniseks. Merken als Prada tonen mannen- en vrouwencollecties door elkaar, en soms lijkt het alsof er meer transseksuelen op de catwalks meelopen, dan gekleurde modellen : Lea T. (muze van Riccardo Tisci sinds 2010) en Andreja Pejic, die zijn carrière begon als Andrej, en eerder haar debuut maakte in de Amerikaanse editie van Vogue voor de camera van Patrick Demarchelier. Maar ook meisjes als Isis King, Hari Nef, Arisce Wanzer of Ines Rau, die onlangs poseerde voor Playboy. Net als Caroline Cossey, in de jaren zeventig het eerste belangrijke transmodel (ze vertelt haar verhaal in de autobiografie I Am a Woman).

MILEY EN MYRA

En dan is er nog de huidige generatie popsterren. Ze zijn wilder, explicieter en avontuurlijker dan ooit tevoren. Toen ik vanmorgen mijn laptop openklapte, zag ik foto’s van Miley Cyrus met plasticborsten – ze leken levensecht – en een reusachtige, stijve, geribbelde dildo. Als een Myra Breckinridge voor de eenentwintigste eeuw (de gelijknamige satirische roman van Gore Vidal, uit 1968, is een absolute aanrader).

Tot op zekere hoogte is Miley net zo vulgair als Twisted Sister, de hardrockgroep uit de eighties met een zanger in blonde pruik en uitgelopen make-up. Maar in al haar transgressie zit de essentie van ons tijdperk gebald : we zijn vrij. We zijn wie we willen zijn.

Door Jesse Brouns

“Well I’m not dumb but I can’t understand Why she walked like a woman and talked like a man”

uit Lola van The Kinks, 1970

De mode durft weinig risico’s te nemen. Als eerste succesvolle ontwerper stopt Jean Paul Gaultier mannen in een rok

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content