Fijne ragout van wintergroenten met nootmuskaat en wortelpeterselie

© © Tony Le Duc Voor 4:

Voor 4:

8 spruitjes

4 mini rode bieten

scheutje azijn

1 el witte suiker

2 schorseneren

1 zoete aardappel

1/4 knolselderij

4 raapjes

150 g champignons

8 zilveruitjes

peper en zout

Voor de infusie:

1 dl groentebouillon

takjes tijm

blaadjes laurier

1 el peperkorrels

enkele champignons

1 knolletje wortelpeterselie

mespunt nootmuskaat

klontje boter

peper en zout

Voeg de ingrediënten voor de infusie samen, breng aan de kook en laat één uur trekken. Zeef en werk op met een klontje boter. Kruid met peper en zout.

Maak de groenten schoon. Schil de schorseneren, snij ze in gelijke stukken, leg ze in citroenwater en stoof ze in een klontje boter. Blancheer de spruitjes 15 minuten in gezouten water. Giet af en wentel ze in boter. Kook de geschilde rode bietjes in water met een scheutje azijn, suiker en zout. Kruid met peper en zout.

Schil de raapjes en de zoete aardappel en stoof in boter, kruid met peper en zout. Snij de knolselderij in vierkante blokjes van ca. 1 cm en stoof ze in boter. Bak de champignons kort in boter. Schil de zilveruitjes en stoof ook kort in boter. Breng daarna alle groenten samen, leg de gefruite groenten bovenop en nappeer met boterinfuus.

(Recept De Karmeliet)