Laura Muylle
Met mijn neus in de boeken
De eerste bibliotheek zonder boeken opent in de herfst haar deuren in San Antonio, Texas. U leest het goed. Bibliotheek. Zonder boeken. Etymologie van het woord bibliotheek helemaal om zeep: ‘boekenverzamelplaats’ fluistert een kenner van het Grieks mij in. En de boeken? E-readers, laptops en tablets allerhande zullen de tech-savvy boekenwurmen voortaan voorzien van hun leesmateriaal.
Hoewel modernisering van het medium en een groeiend aantal leeslustigen blijkbaar hand in hand gaan, zie ik mij geneigd mij defensief tegenover de evolutie op te stellen. Als liefhebber van literatuur kan ik de groei alleen maar toejuichen (zolang Fifty Shades of Grey buiten beschouwing wordt gelaten, please) maar ergens wringt toch het schoentje. Doe mij maar een papieren boek. Liefst zo met blaadjes die ik kan omslaan en waarvan ik de hoekjes kan omvouwen. Die mottige geur van stoffige oude manuscripten en de aanblik van uw groeiende collectie literatuur kan toch onder geen enkel beding vergeleken worden met de vermeende sensatie van uw nieuwste verovering ebooken in uw library?
Vannevar Bush zag het in 1945 al aankomen. De grootste verdediger van het digitale boek, nog voor daar enige sprake van was, fantaseerde over technologische hoogstandjes die de lijvige Encyclopedia Britannica zou reduceren tot de grootte van een luciferdoosje. De oudste digitale bibliotheek, Project Gutenberg, werd al in 1971 door Michael Hart op het net gegooid en promootte de bevrijding van de klassiekers en hun beschikbaarheid voor ieder leergierig oog. Op 31 december 2012 telde de collectie exact 41749 items. Een overdeel Engelstalig uiteraard, de taal die het net domineert. Het is een dankbaar instrument voor elke student, dat geef ik schoorvoetend toe. Snel even Plato quoten was nog nooit zo gemakkelijk. Wilt u weten hoeveel keer het woordje “seks” in de Kama Sutra voorkomt? Piece of cake. Digitale literatuur is ook goed voor het milieu: minder boekjes, minder blaadjes, minder boompjes. Op lange termijn zal de evolutie waarschijnlijk ook een invloed hebben op onze steeds schaarser gevulde portemonnee. Want literatuur is duur. Neem dat aan van iemand die elke aankoop moet verantwoorden met: ’t is een investering voor het leven (later wil ik Harry Potter-achtige kasten vol stoffige klassiekers in mijn huis, naast mijn open haard en schapenvelleke).
Uit de hoek van mijn collega-literatuurstudenten klinkt een eensgezinde apologie voor het tastbare exemplaar. Om sentimentele redenen. Als letterenlover word je geacht een jaloersmakende boekenkast te hebben, zo simpel is het. Opscheppen over je kwalitatief en kwantitatief goed voorziene library op je tablet, komt gewoon minder indrukwekkend over. De multifunctionele aard van een goed boek mag ook zeker niet vergeten worden. Een spin pletten met een tablet zie ik mijzelf nog niet direct doen. Mij in een dekentje duffelen met zo’n elektronisch spel op mijn schoot, al evenmin. Dat ziet er niet uit.
Het is wat het is: magazines verdwijnen, kranten zijn gedoemd te verdwijnen. Digitale media bieden zoveel meer mogelijkheden: snelheid, economische voordelen, persoonlijke aanpak, … Het internet overstijgt de limieten van de gedrukte pers. Er zijn prachtige voorbeelden van digitale literatuur die in een papieren versie nooit mogelijk zouden zijn, zoals deze dromerige interpretatie van E. E. Cummings’ poëzie.
En zo zitten we al vanaf de ontbijttafel tot ’s avonds bij ons nachtlampje in de pixels te turen. Een leuk vooruitzicht? Simpel uitgelegd (mijn vakgebied is literatuur, tiens): elke letter op ons scherm bestaat uit kleine puntjes die door onze hersenen aan elkaar moeten verbonden worden. Daarvoor moeten ze zich extra inspannen. Hoofdpijn is het resultaat. Die schone, gedrukte letters uit ons boek hebben dergelijk effect niet op ons fragiele brein. I rest my case.
Als lid van de generatie screenagers zie ik mij al bij al genoodzaakt nu en dan toe te geven aan de digitale geneugten. Met de smartphone in de hand en de laptop in de sjakosse ren ik van hot naar her. Boeken meesleuren, dat is te lastig en niet goed voor het postuur. Misschien zou een tablet aanschaffen geen slechte zaak zijn. Als de tijd rijp is (en mijn portefeuille het toelaat). Tot dan druk ik nog steeds mijn artikels en studiemateriaal af, koop ik mijn Veeltedurevogue en blijf ik “investeren” in de literatuur.
Boekenwurm, pur sang,
Laura Muylle
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier