Ingrid Verbanck
Een echte verkrachting
Wordt het niet eens tijd dat we seksueel geweld in al zijn vormen en de slachtoffers ervan au serieux nemen? Ingrid Verbanck over ‘echte verkrachtingen’.
Op 22 januari schrijft Asha ten Broeke voor het Nederlandse dagblad/site Trouw een opiniebijdrage met de titel ‘Een op de tien vrouwen is verkracht, waarom zwijgen we erover?’. Ze vertelt haar eigen verhaal: hoe ze als 18-jarige bij het verlaten van de kroeg door de dronken vriend van haar vriendje nota bene verkracht wordt. “Hij steekt zijn tong in mijn mond en trekt mijn shirt en beha omhoog. Zijn hand gaat mijn onderbroek in, waar hij wat rondwroet en zijn vingers bij me naar binnen steekt. Met zijn andere arm houdt hij me stevig vast. Ik zeg dat ik dit niet wil”.
Ten Broeke spreekt verder over de schaamte die het slachtoffer voelt, de verwarring. Wie het meemaakt, zwijgt. Niet enkel uit gene, maar ook omdat er ‘in onze cultuur altijd een zweempje schuld hangt aan een slachtoffer’. Sylvia Witteman, columniste bij het dagblad De Volkskrant, reageert op Twitter (en ik parafraseer) dat ten Broeke overdrijft en dat ze niet tegen ‘slachtofferigheid’ kan. Ze meet de verkrachting waar ten Broeke het slachtoffer van was af tegen wat Jyoti Singh – de vrouw uit India die door 6 mannen werd verkracht, bewerkt met een ijzeren staaf en die jammer genoeg aan haar verwondingen overleed – is overkomen en stelt dat die twee zaken niet met elkaar te vergelijken zijn. ‘Je hebt een dronken man van je moeten af meppen. Dat is niet leuk, maar dat kun je niet vergelijken met de verkrachting van Singh’.
Witteman is lang niet de enige die zo reageert. Tussen de commentaren onder het artikel stelt ene Bernhardt: ‘Het voorval heet ‘aanranding’, niet ‘verkrachting’. Op zich is dat ook al een ernstig probleem, maar laten we niet sensationeel overdrijven door alles verkrachting te noemen’.
Nochtans – en het zal u misschien verwonderen – is wat ten Broeke meemaakte (en met haar vele andere vrouwen en meisjes) wel degelijk verkrachting. Het Belgisch wetboek zegt: “Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt.” Het Nederlandse wetboek volgt een gelijkaardige redenering.
Dat de groepsverkrachting en moord op Singh qua ernst en gevolgen ‘erger’ is dan wat Asha ten Broeke overkwam, zal geen zinnig mens betwisten. Maar dat is geen reden om de verkrachting van ten Broeke te minimaliseren.
Of een verkrachting heeft plaatsgevonden hangt niet af van de ernst van de verwondingen van het slachtoffer. Ongewild met je vingers binnendringen in de vagina of anus van een man of vrouw is verkrachting. Punt.
Of een verkrachting werkelijk is gebeurd, hangt niet af van hoe hard het slachtoffer zich heeft verweerd. Sommige vrouwen (of mannen, want ook zij kunnen verkracht worden) vechten als leeuwen, anderen verstijven van angst en slagen er niet meer in zich te verzetten. Het ontbreken van strijd betekent absoluut niet hetzelfde als toestemming geven.
We leren onze dochters hoe ze zich moeten gedragen. Kleed je niet te uitdagend. Ga ’s nachts niet alleen naar huis. Vermijd deze straten en die cafés.
De onderliggende boodschap is: wie braaf is wordt niet aangerand of verkracht. Wie verkrachting niet heeft weten te voorkomen is niet ‘voorzichtig’ genoeg geweest. De waarheid is dat niemand het ‘verdiende’ of het ‘gevraagd’ heeft.
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de cijfers in België minder schokkend zouden zijn dan de Nederlandse. Integendeel zelfs. Minister Turtelboom gaf begin dit jaar tijdens een antwoord op een parlementaire vraag de cijfers vrij. De trieste vaststelling is dat er elke dag 11 verkrachtingen aangegeven worden. Dagelijks één geval van groepsverkrachting in dit land. Veroordelingen blijven uit: DNA-analyse van stalen wordt niet uitgevoerd wegens ‘geen budget’.
Wat zouden ‘lokagentes’ en overlastboetes voor seksuele intimidatie op straat en openbaar vervoer effect hebben als in België amper 4 procent van de aangegeven verkrachtingen leidt tot een veroordeling? Met dat cijfer scoort België slechter dan het EU gemiddelde. En omdat een deel van de veroordelingen ook nog een voorwaardelijke straf opgelegd krijgt, is de grauwe realiteit dat slechts 1 op 100 verkrachters in dit land in de cel belandt. Als we dan nog in acht nemen dat plegers van seksuele misdrijven een zeer hoge kans op recidive hebben, is er weinig reden tot vrolijkheid.
Wordt het niet eens tijd dat we seksueel geweld in al zijn vormen en de slachtoffers ervan au serieux nemen? Dat justitie werk maakt van een vervolgingsbeleid, dat er op een serieuze manier aan preventie gedaan wordt? Dat we niet enkel de meisjes zeggen hoe zich te gedragen, maar dat we ook jongens en mannen aanspreken op hun gedrag?
Misschien hoeven we het dan niet meer te hebben over wat een ‘echte’ verkrachting nu ook weer is.
Ingrid Verbanck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier