Jean-Paul Mulders

‘Ook grote kunst eindigt soms op de vlooienmarkt’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Het is het soort weer dat de hormonen doet dansen en blijdschap tovert in de harten. Een schep zon op een ontblote schouder en we vergeten alles: de prijs van de olijfolie, de man die zijn vrouw begroef in de tuin van de buren en de wapens die op ons zijn gericht en die ons kunnen doen verdampen, van de ene seconde op de andere.

Onder een blauwe hemel slenter ik naar de rommelmarkt. Daar is een terras waar mensen zitten met jonge honden en roltabak. Je vindt er verweesde brillen en klokken die allang zijn stilgevallen. In de platenbakken staan vergeten hits van het genre dat mijn vader vroeger door het huis liet schallen. Hij was niet de enige fan van Nana Mouskouri: de koningin van het Griekse levenslied verkocht driehonderd miljoen platen. De gebronsde Spaanse minnezanger Julio Iglesias bracht tachtig albums uit en zou met drieduizend vrouwen hebben geslapen. Ik weet niet of ik dat een vloek of een zegen vind.

Ik tik een kannetje op de kop met de kleur van lavendelvelden, en een boek van een auteur die ons zopas is ontvallen. ‘You’re too good for his world’, zei Paul Auster, ‘and because of that the world will eventually crush you.’

Vroeger vond ik dat raar, maar nu begrijp ik al beter wat de schrijver bedoelt. Goede mensen zijn een magneet voor mensen met minder goede intenties. Empathie, oprechtheid en dat soort dingen worden dan kwetsbaarheden, in plaats van prachtige eigenschappen.

Er is ook een box met de pronkjuwelen van Beethoven, die op de cover staat getekend als een gekweld genie met vurige ogen en de typerende woeste haardos. Negen symfonieën voor zes euro: ik vind het oneerbiedig om nog af te dingen. Ook grote kunst eindigt soms op de vlooienmarkt. De gedachte biedt troost aan wie het talent niet heeft om zelf een gooi naar onsterfelijkheid te doen.

Goede mensen zijn een magneet voor mensen met minder goede intenties. Empathie, oprechtheid en dat soort dingen worden dan kwetsbaarheden, in plaats van prachtige eigenschappen.

Op een tafel staan kaders met foto’s uit de huiselijke sfeer. Drie vrouwen met vervaarlijke kapsels drinken koffie met melk in 1980. Een man leest in een tuinstoel de krant, slechts gekleed in een bleekblauwe onderbroek. Drie haren zijn met zorg over zijn kalende schedel gekamd, achter hem sluipt een middelgrote tuinslang door het gras. ‘Weet u wie die mensen op de foto’s zijn?’, informeer ik bij de verkoopster. Ze kijkt alsof ik vraag of de boktor in haar meubels zit. ‘Ik zou mij dáármee bezig moeten houden’, schokschoudert ze en keert mij de rug toe.

Wat hebben die mensen misdaan, vraag ik mij af, om door hun nabestaanden zo weerloos te grabbel gegooid te worden? Maar respect is een rekbaar begrip, leerde ik toen ik onlangs om den brode het sorteercentrum bezocht van de kringloopwinkel. ‘Je kunt het zo gek niet bedenken,’ vertrouwde de verantwoordelijke mij toe tussen bergen afgedankte damesschoenen, ‘of het wordt wel gedumpt in onze textielcontainers: vuurwerk en volle wc-potten, kunstgebitten, al dan niet gebruikte sekspoppen, een haai op sterk water en politie-uniformen. Een pistool en een granaat die nog kan ontploffen. Levende eikelmuizen en dode katten – maar vaker tubes met menselijke as. Soms staat de naam van de persoon er zelfs nog op.’

Respect is een rekbaar begrip, leerde ik toen ik onlangs om den brode het sorteercentrum bezocht van de kringloopwinkel.

Wat moet je anders met nonkel Adriaan, als zijn stof te lang op de kast heeft gestaan? Ik besluit mijn hoofd niet te breken over die vraag, maar keer naar huis terug en maak een friszure Griekse stoofschotel klaar. Voorzichtig leg ik de negende symfonie van Beethoven op de platenspeler. Ik wil met een open hart luisteren naar dit hoogtepunt van de klassieke muziek, maar knap af op de bombast van slagwerk en koperblazers. Halverwege begint een koor in het Duits te zingen. Alle Menschen werden Brüder: het schopte het tot Europese hymne, maar zelfs op een zonnige dag klinkt het vals.

Ik schenk water bij de pastis uit het kannetje met de kleur van lavendelvelden. De ijsblokjes tinkelen; ik denk aan reisbestemmingen zoals Peenemünde en het eiland Usedom.

Het Oeralgebergte is heden gesloten, maar ik blijf nieuwsgierig naar plaatsen waar ik niet eerder kwam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content