Jean-Paul Mulders
‘Het is een geruststellende gedachte, ook al is ze volmaakt onwetenschappelijk, dat een amulet het boze oog kan afweren’
Mijn kat krijgt droogvoer op werkdagen en natvoer op zon- en feestdagen. Ik weet niet of andere mensen dat systeem hanteren, maar bij ons werkt het prima. Hij verjaart op 23 maart, dezelfde dag als mijn vader en moeder. Toen ik hem de eerste keer zag, gaf mij dat de bijgelovige overtuiging dat hij was voorbestemd om onze kat te worden.
Voor bijgeloof moet ik mij hoeden en dat vind ik niet eens zo belachelijk. We leven in een wereld waar niets is wat het lijkt en alles kan veranderen van de ene seconde op de andere. Onheil komt zomaar uit de lucht vallen en er is geen loket waar je daarover je beklag kunt doen. Vandaar dat mensen, in alle tijden en werelddelen, hun heil hebben gezocht in het geloof dat sommige dingen of handelingen geluk brengen – of tegen ongeluk beschermen.
Onlangs liet ik mij ertoe verlokken binnen te wippen in het Huis van Alijn, zoals het museum van het dagelijkse leven in mijn stad wordt genoemd. Je kunt er Pac-Man spelen en kijken naar filmpjes van mensen die dronken zijn in 1960. Het langst bleef ik hangen bij de kast met talismans en geluksbrengers. Ik zag koralen tegen de stuipen, een zakje met eierschalen ‘tegen afgang’ en een mollenpoot voor geluk in de liefde én het spel. Je kunt het zo gek niet bedenken, of onze voorouders verzonnen het wel.
Onheil komt zomaar uit de lucht vallen en er is geen loket waar je daarover je beklag kunt doen.
Twee ogenschijnlijk lege glazen buisjes, verzegeld met rode lak, bevatten ‘maartse en kerstdaagse sneeuw tegen oorziekten’. Er was ook een roetkaars waar je spelden in kunt steken om de trouweloze minnaar te pijnigen. Dat vond ik sympathiek.
In een winkel waar ze wierook en helende stenen verkopen, kwam ik per toeval de hand van Fatima tegen. Dat is een amulet voor persoonlijke bescherming; miljoenen mensen dragen ze wereldwijd in diverse culturen. Soms wordt het handje gecombineerd met de nazar, een afweermiddel tegen het zogeheten boze oog: de negatieve gedachten en jaloerse blikken van anderen. Het ziet eruit als een kruising van een spiegelei en een blauw oog.
Iedereen weet wat jaloezie is, maar je beseft pas ten volle de mottigheid als je het woord opzoekt. Het woordenboek definieert het als ‘knagend gevoel van verdriet of spijt om het goede dat een ander heeft’. Ik hou van de trefzekerheid van woordenboeken, maar heb gelukkig niet vaak last van knagende gevoelens. Soms krijg ik wel te maken met jaloerse blikken van anderen, al is daar feitelijk geen reden toe. Het is dan een geruststellende gedachte, zij het nogal onwetenschappelijk, dat je dat boze oog kunt afweren met een amulet. Ik kocht er meteen een stuk of drie, temeer omdat ik € 3,95 een koopje vond.
De verkoopster was een vrouw met slanke leest en haren als een donkere waterval. Ze pakte de handjes mooi in en vroeg of ze, om de kleuren uiteen te kunnen houden, op de verpakking de naam moest schrijven van de persoon aan wie ik er een cadeau wou doen. Ik zei dat ik dat nog niet wist. Misschien kon ze een stip zetten op het zakje met de hand die ik de mooiste vond.
Ze lachte en antwoordde: ‘Ik zal er een zonnetje op zetten, want stippen zijn zo saai.’
Dat was een uitspraak die direct geluk bracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier