Jean-Paul Mulders

‘Er is een zangeres gestorven bij wie ik op schoot heb gezeten’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Er is een zangeres gestorven bij wie ik op schoot heb gezeten en een minister die mij redde van de legerdienst. De zangeres is van de trap gevallen, maar de minister moest aftreden. Hij had werken aan zijn villa laten uitvoeren op kosten van de belastingbetaler. Dat was vroeger een schandaal, nu zijn we gewoon geraakt aan groter gesjoemel. Alles went behalve een vent, wist Yvonne Kroonenberg al.

Bij mijn weten leeft Yvonne Kroonenberg nog, maar anderen ontvallen ons in een tempo dat mij naar adem doet happen: van Hugo Camps tot de nonkel van wie ik mijn tweede voornaam cadeau kreeg. Ik betreur dat zij niet meer mogen aanliggen aan het festijn van het leven, al wordt dat nu geteisterd door de plagen van Egypte: water dat in bloed verandert, kikkers, luizen of muggen (afhankelijk van de vertaling), steekvliegen, veepest, zweren, hagel, sprinkhanen, duisternis en de dood van eerstgeborenen. In die dagen was er niet eens sprake van energievoorschotten, PFOS, bedwantsen of atoompaddenstoelen.

The living will envy the dead, las ik onlangs ergens en ik dacht dat die zin uit de Bijbel kwam. Bij nader inzien blijkt ze door de Russische leider Nikita Chroesjtsjov (1894-1971) te zijn uitgesproken ten tijde van de Cubacrisis. Hij zei “we zullen de zon naar jullie brengen” en bedoelde daarmee niet de Club Med. Ook in de golden sixties werden onschuldige kinderen al bedreigd door mannen aan de knoppen.

Onlangs vroeg iemand mij welk raadsel ik het liefst zou oplossen: de Bende van Nijvel of het gestolen paneel van het Lam Gods.

Daaraan moet ik denken terwijl ik vanuit mijn keuken de straat sta te overschouwen. De laatste tijd passeren opvallend vaak jonge vrouwen die naar binnen kijken in auto’s. Ik heb me een tijdlang afgevraagd wat voor begeerlijks er in die auto’s zou liggen. Toen een van de vrouwen tijdens het kijken haar haren schikte, begreep ik opeens dat zij niet naar iets in de auto keek, maar naar haar eigen beeld dat in de ruit weerspiegelde. Het was geen baanbrekend inzicht in de wetten van de kosmos, maar ik vond het prettig dat er aldus weer een raadsel was opgelost.

Onlangs vroeg iemand mij welk raadsel ik het liefst zou oplossen: de Bende van Nijvel of het gestolen paneel van het Lam Gods. Het Lam Gods intrigeert mij, maar de uitroep “Niet schieten, dat is mijn papa!” vind ik hartverscheurend. Het zijn de laatste woorden van Rebecca, het veertienjarige meisje dat in 1985 bij de Delhaize van Aalst werd doodgeschoten met haar ouders. Liever dan een paneel terug te vinden vol oude potsierlijke rechters, zou ik de daders alsnog ontmaskeren.

De keuze stelt zich voorlopig niet, dus scharrel ik voort over het aardoppervlak, terloops een blik werpend op vrouwen die een blik op zichzelf werpen. Intussen speelt mijn dochter met de Märklin-spoorwegbaan waarmee ik zelf speelde toen ik tien was. Zij rangeert wagons vol wijn en reizigers. Het verbaast mij hoe speelgoed soms standhoudt in de wildernis der tijden.

De kernoorlog liet gelukkig op zich wachten en Chroesjtsjov werd uitgerangeerd. Naar verluidt verzonk hij in een diepe depressie. Later vroegen ze aan zijn kleinzoon wat de voormalige staatsman deed tijdens zijn pensioen.

Hij antwoordde: “Grootvader huilt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content