Jean-Paul Mulders

‘De lukrake verdeling van brute pech en pure hoerenchance vind ik een van de grootste raadsels van ons bestaan’

Jean-Paul Mulders Columnist voor Knack Weekend en schrijver

Een kameraad van mij sukkelt al een tijd met zijn gezondheid. Hij valt af zonder reden en krijgt pijn in zijn schouder na het eten van chicken nuggets. ‘Ik moet naar het ziekenhuis voor een echo’, stuurt hij mij. Ik zoek het woord nugget op en vraag wat de dokters gaan onderzoeken.

‘Thorax en abdomen’, antwoordt hij droog. ‘Het zouden de namen kunnen zijn van twee metalbands.’

Zo zijn echte mannen: blijven lachen, ook als je de daver op het lijf hebt. Mijn kameraad heeft al zijn deel gekregen van de tegenslagen. Elk huisje heeft zijn kruisje, hoor je weleens, maar het ene is van lood en het andere van papier. Sommige mensen lijken een abonnement op bergop en tegenwind te hebben. ‘Karma’, zeggen dan de lieden die het doorgaans wél meezit. Of: ‘Er komen lessen op je pad. Die moet je leren voor je kunt transformeren.’

Dat lijkt mij een doekje voor het bloeden, hoe graag ik ook geloof in de goede bedoelingen van de kosmos. Waarom krijgen deugdelijke zielen vaak lessen, in plaats van de klootzakken die ze het meest nodig hebben? De lukrake verdeling van brute pech en pure hoerenchance vind ik een van de grootste raadsels van ons bestaan in dit ondermaanse. En nergens is er een hof om tegen dat onrecht klacht in te dienen – of zelfs maar een e-loket.

Je kiest niet de kaarten die je krijgt, wel de manier waarop je ermee speelt. Born to lose, live to win, zei Lemmy Kilmister dat kernachtiger. Hij behoort tot de figuren die mij intrigeren, samen met Nikola Tesla en Joke van Leeuwen. Van die laatste heb ik nooit iets gelezen, maar ik hou van namen waarin grote katachtigen zitten verscholen.

Daaraan denk ik in mijn keuken, terwijl de klok tikt en er een kleine katachtige langs mijn benen strijkt. Door het raam aan de straatkant heb ik zicht op de nachtwinkel, waarvan het uitstalraam is herschapen in een muur van chips. Ik zie rode, blauwe en groene zakken, onder het inspirerende opschrift ‘drank alcohol telefoonkaarten’. Voor de nachtwinkel staat een bestelwagen met flanken vol reclame, voor onder meer Chef Julie en ’t Wilde Broodje. Een bedrijf met een rode bol als logo ‘Plaats alles op alles, overal’. Ik probeer mij alles op alles en overal voor te stellen, maar dat wil niet te goed lukken. Wel vind ik het indrukwekkend hoeveel lelijkheid een mens kan verdragen.

Sommige mensen lijken een abonnement op bergop en tegenwind te hebben. ‘Karma’, zeggen dan de lieden die het doorgaans wél meezit.

Omdat die beweging mij ontspant, neem ik een mes van Laguiole en zwiep het over de wetstok heen en weer als in een slechte griezelfilm. Ik ben een passie aan het ontwikkelen voor messen en vogels. Dat zie je wel vaker bij mannen die ouder worden. Ik herinner het mij van mijn grootvader en nu ben ik warempel al aan de beurt. Ik luister naar de weemoed van de merel na de regenval en slijp mijn messen zo scherp alsof ik er roofdieren te lijf mee moet gaan. Vervolgens schil ik er een appeltje mee.

Het wordt al donker als mijn kameraad mij de uitslag van zijn onderzoek stuurt. Ze hebben niets gevonden dat beter niet in thorax of abdomen wordt aangetroffen. Dat is goed nieuws, zelfs als je soms verloren in het leven loopt.

‘We gaan dat vieren’, schrijf ik terug. ‘Zonder nuggets, maar met Cara Pils.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content