Zwart op wit

In One night stand, de nieuwe film van Mike Figgis, ontmoeten hij en zij elkaar voor het eerst in een hotellobby. Zit er toch wel een grote inktvlek op zijn hemd zeker… Wat kan zij anders doen dan hem meenemen naar haar kamer opdat hij zich zou kunnen verkleden ? Als ze afscheid nemen, zoomt de camera in op hun handen die elkaar veel langer dan noodzakelijk vasthouden. Een filmliefhebber voelt het met zijn ellebogen : ?Daar komen trubbels van…? Vooral dan omdat de rollen van de overspelige geliefden vertolkt worden door zwarte macho Wesley Snipes en honingblonde Nastassja Kinski. Want geef toe, ook al zitten kleurlingen zelfs in het diepste zuiden van de States allang vooraan in de bus, in de Amerikaanse film bleef één taboe overeind : de liefdesrelatie tussen mensen met een verschillende huidkleur.

Eigenlijk is het allemaal de schuld van D.W. Griffith. In Birth of a nation (1915), zijn monumentale epos over de teloorgang van het Oude Zuiden, stelde hij de bevrijde negerslaven (met schoensmeer bewerkte blanke acteurs) voor als ontaarde woestelingen die alleen uit waren op het verkrachten van blanke vrouwen. Nooit had een film een grotere maatschappelijke impact : overal waar hij vertoond werd, braken bloedige rassenrellen uit, wat maakte dat hij in veel staten verboden werd. Maar er waren ook verstrekkende gevolgen : in de Hays Code, een geheel van ethische richtlijnen dat het ?zedenverwilderende? effect van het filmmedium binnen de perken moest houden en dat bijvoorbeeld ook de lengte van een filmkus bepaalde, werd een clausule opgenomen die rassenvermenging tot een verboden thema maakte. De Code bleef gehandhaafd tot in 1956, maar de invloed was nog veel langer voelbaar. Bovendien werd er een merkwaardige dubbele standaard gehanteerd. In het voor 1957 nogal gewaagde Island in the sun bijvoorbeeld, mochten kleurlinge Dorothy Dandridge en haar blanke tegenspeler elkaar wel omhelzen, maar het intiemste dat je Harry Belafonte en Joan Fontaine ziet doen, is uit dezelfde kokosnoot drinken. De overlevering wil dat Belafonte meteen na die opname zwaar verkouden werd.

De meeste regisseurs waren als de dood om zwarte mannen als seksuele wezens op te voeren. Zelfs Sidney Poitier, de meest succesvolle zwarte acteur van de jaren ’50 en ’60, moest het in de meerderheid van zijn films zonder liefdesleven stellen. De personages die hij vertolkte waren zo nobel en beschaafd, dat de zwarte pers hem de ?ebbenhouten heilige? noemde. In Guess who’s coming to dinner mocht hij zijn blanke lief wél kuis zoenen, maar als Nobelprijswinnaar was hij dan ook niet de eerste de beste.

Dat geldt ook voor Wesley Snipes in One night stand. Hij speelt een gesofisticeerde upper middle class professional die een buitenechtelijke relatie begint met een blanke vrouw. Mike Figgis geeft een anatomie van huwelijk en vriendschap waarbij het verschil in huidkleur van de protagonisten hoegenaamd geen rol speelt. Snipes’ wereldwijze en in Armani verpakte regisseur van luxepubliciteitsclips had net zo goed door Richard Gere of Kevin Costner vertolkt kunnen worden. Bovendien kreeg hij een aantal expliciete seksscènes toebedeeld, zowel met Kinski als met de actrice van Chinese afkomst Ming-Na Wen, die zijn echtgenote speelt. Er was een Brits regisseur voor nodig om de intrige in een multiraciale samenleving te situeren, maar alles wijst erop dat het niet bij deze ene film zal blijven. Niet dat Hollywood opeens zo breeddenkend geworden is, maar money talks, en aan de kassa klinkt de stem van het zwarte bioscooppubliek loud and clear. Afro-Amerikanen zorgen voor minstens 25 % van de boxoffice-opbrengst, en dat verklaart de opmars van zwarte acteurs. Met hun gage van 10 à 12 miljoen dollar veroverden Eddie Murphy, Denzel Washington en Wesley Snipes een plaats op de A-lijst van acteurs.

Maar het zwarte publiek is niet langer tevreden met actiehelden die keurig getrouwd zijn of de heldin op een armlengte houden. Bovendien zijn acteurs als Snipes en Washington aantrekkelijk voor alle vrouwen, ook blanke. Rijst de vraag naar de plaats van zwarte actrices in dit scenario. In de door mannen gedomineerde filmindustrie is er een zeer beperkt aanbod van rollen. Dolores Robinson, manager van de Puertoricaanse actrice Rosie Perez, drukt het zo uit : ?Als je zwart bent en dik, kun je een moeder zijn. Als je zwart bent en lelijk, kun je een verpleegster zijn. En als je zwart bent en mooi, kun je een hoer zijn.?

In One night stand kust Wesley Snipes de sensuele lippen van Nastassja Kinski en hij kreeg daar op het Festival van Venetië zelfs een prijs voor. Al bij al is het een mijlpaal : een zwarte acteur die bekroond wordt voor een rol die net zo goed door een blanke gespeeld had kunnen worden. Je zou het kunnen vergelijken met Woody Allen die gelauwerd wordt voor de vertolking van een niet-neurotische ariër.

Linda Asselbergs Illustratie : Sandra Schrevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content