Wat een onbetaalbare luxe
“Hier zou ik wel niet willen wonen”, zegt ze tegen hem, maar dat hoort hij niet eens. Zo gefocust staat het koppel zich te vergapen aan een idyllisch berglandschap. Het mooiste wat Alpenliefhebbers kunnen dromen. De scène is een prent van jaren geleden, haarscherp en trefzeker getekend door Peter van Straaten. De Nederlandse cartoonist-mensenkenner geeft ons hier een inkijk in de ziel van de reiziger. Die staat verbouwereerd te genieten van en in een decor dat het zijne niet is. Verbaasd, overdonderd, verbluft ; in het beste geval voldaan en gelukkig. Maar toch een beetje vervreemd. De stadsmens in een weidse steppe, de provinciaal in een miljoenenstad, de rugzaktoerist voor een oosterse tempel vol geheimzinnige bas-reliëfs, de boekhouder tussen Mongoolse keelzangers, de kleuterjuf in een café vol cowboys, de druk-druk-drukmanager op een strand zonder wifi, de dorpsbakker op safari. Combinaties die je eindeloos kunt aanvullen.
Wat doen al die reizigers daar ? Wat hebben ze verloren op zulke verre plekken ? Om een woord uitleg zitten ze niet verlegen. De antwoorden zijn zeer uiteenlopend, maar er is wel over nagedacht. De een wil andere volkeren leren kennen, de ander probeert de geschiedenis te reconstrueren of proeft kunst en cultuur. “Ik ben op zoek naar mezelf”, zegt er ook altijd eentje met een uitgestreken gezicht. Of “ik moest dringend de batterijen opladen”, “eens uitwaaien waar niemand aan mijn hoofd zeurt”, “een vakantiekleurtje vangen”, “me een paar weken op het jaar nuttig maken”, “eindelijk tijd vinden om aan de conditie te werken”.
Sommigen zijn bijzonder creatief in hun verantwoording – “Ergens voel ik me voor een stuk verwant met de Azteken” – anderen blijven de nuchterheid zelve – “Voor die prijs vind je geen betere all-in”. Drijfveren om de koffers te pakken, zijn er in overvloed, maar onder al die redenen brandt dat ene streven : een decor vinden dat anders is dan thuis. Ook al wonen we het liefst thuis.
Zoveel goesting om een tijdje in een ander theater te spelen, hadden we al als kind. Die kleine tuin was in een vingerknip een kale canyon waar indianen en cowboys elkaar bestookten tot het bedtijd was. Of een luchtkasteel met prinsen en prinsessen, en slecht afgesproken rituelen, waardoor er uiteindelijk toch ruzie van kwam. De Tour de France werd er verreden, terwijl er nog geen uur eerder struikrovers achter die kleine buxus hadden gelegen. Of waren het hongerige wolven ?
Als kind hadden we een directe, supersnelle en gratis verbinding met Antarctica, één stap opzij lag China. Of De Efteling. Wat een onbetaalbare luxe, wat een tijdwinst, en die hebben we stomweg ergens achtergelaten, zomaar in ruil voor een halve meter groei. Alleen acteurs mogen zich nog aan dat spel wagen en komen ermee weg. Net als alle andere grote mensen moeten wij netjes tickets kopen en een hotel boeken. Eigen schuld. Maar dat hebben we er graag voor over : het verbazende, overdonderende, verbluffende decor ligt daar ergens op ons te wachten.
Reizen is misschien het laatste kinderlijke plezier dat we ons kunnen permitteren zonder gezichtsverlies te vrezen. Per slot van rekening is het verschil niet zo groot : in die tipi van beddenlakens wilde ik eigenlijk ook niet wonen.
ignace.van.nevel@knack.be
Ignace Van Nevel – Coördinator Reizen
“Wat doen al die reizigers daar ? Wat hebben ze verloren op zulke verre plekken ?”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier