Souvenir souvenir
Reizen is niet alleen ontdekken. Het is ook herinneringen verzamelen voor later. Een stuk van de wereld meenemen naar huis. Wij vroegen ons af wat mensen meebrengen van ver weg.
Tessa Vermeiren / Foto’s Lieve Blancquaert
Zelf sleep ik van overal stenen mee. Ik heb er een van een Grieks strand die eruitziet als een pakketje dat met een koordje dichtgebonden is, één met paarse en oker strepen uit de woestijn in Oman. Lava, woestijnrozen, onbeduidende gladde keien opgeraapt op exotische stranden, ook al verliezen ze altijd wat van hun glans in ons miezerig klimaat. Het is een mooi bergje herinneringen. Ik verzamel eieren, het verbaast me telkens weer dat je op de meest vreemde plaatsen heel mooie exemplaren vindt. Aan wenskaarten kan ik niet weerstaan, kerstkaarten koop ik vaak midden in de zomer in een museumshop ver van huis. Tot de aanschaf van exotische kledingstukken laat ik me nog maar heel zelden verleiden, er is te veel ongedragen in de kast blijven hangen.
Een vriend van me heeft een zwak voor vulpotloden. Vooral op luchthavens bekruipt hem de verleiding, hij moet er onderhand een paar dozijn in voorraad hebben, maar hij blijft ze kopen. En als hij naar de States gaat, keert hij steevast terug met een dikke stapel gele legal pads, die typische Amerikaanse notitieblokken met rode kantlijn.
Mijn meest gewaagde aanschaf op reis was die van een commode ingelegd met geometrische patronen van kamelenbeen en notelarenhout. Het is niet langer geleden dan vorige herfst. In Marrakech liep ik argeloos binnen bij Les Trésors du Pacha, een schitterende antiekzaak, een paleis vol verleidingen. Ik kocht een doos in de vorm van een sint-jakobsschelp, ingelegd met parelmoer en turkoois. Maar er stond ook een kastje waarop ik meteen mijn hand moest leggen, ik kon niet anders dan de laatjes opentrekken. Het werd in de jaren ’20 gemaakt voor een kaïd in het zuiden van Marokko, de erfgenamen van de man hadden zich nu moderne meubels aangeschaft en het kleinood achteloos de deur uitgedaan. De prijs was aanvankelijk astronomisch hoog. Maar van marchanderen ben ik niet vies. Het heeft twee dagen geduurd om de verkoper naar mijn prijsniveau te brengen. Ondertussen ging ik terug kijken, werd de kast voor mij opgeblonken en in het midden van de patio gezet. Maar de prijs daalde onvoldoende en ik wandelde telkens gedecideerd naar buiten. Tot een paar uur na het laatste bezoek de verkoper via de gids liet weten dat hij toch akkoord ging met mijn prijs. ’s Anderendaags kwam hij naar het hotel om het geld in ontvangst te nemen. Toen ik in het vliegtuig naar Brussel zat, sloeg de schrik mij om het hart. Wat had ik gedaan ? Zou ik de kast ooit zien ? Had ik toch niet te veel betaald ? Een maand duurde de spanning, maar toen werd mijn Marokkaanse commode thuis geleverd. Ze was met veel zorg en liefde verpakt in een stevig krat, helemaal opgevuld met schuimrubber en papier. De bevlieging die mij duizend angsten deed uitstaan, staat nu te pronken bij mij thuis. Ernaar kijken en mijn hand erover laten glijden, bezorgt mij een groot genoegen.
Toni Coppers producer Lopend Vuur, een programma over de wijde wereld op BRTN Radio 1
Het stadje Asolo ligt in de bergen, een uur rijden van Venetië. Het heeft een prachtig oud centrum, veel antiekwinkels, en zonder twijfel de mooiste papierwinkel die ik ken. Handwerk, natuurlijk, papier dat zo mooi is dat je het zachtjes moet strelen als je het onder ogen krijgt. Bij het papier horen de vulpennen, en bij de vulpennen hoort het overvloedige leder van de agenda’s, de mappen en de notitieboekjes. Als ik er ben, moet ik me bedwingen om geen fortuin te spenderen aan nóg maar eens een map of een duimdikke vulpen. De winkelier is een Palladio-kenner en hij heeft het reproductierecht op de plannen van de 16de-eeuwse architect. De plannen van beroemde villa’s als de Villa Rotonda of de Villa Masèr heeft hij op groot formaat in zijn winkel, je kunt ze er als poster kopen. Van het hele aanbod in de winkel gaat gewoon een enorme klasse uit. Nu ik eraan denk : ik moet dringend mijn papiervoorraad eens controleren.
Marina De Smedt directrice voor België van Louis Vuitton, de grote bagagespecialist met traditie
Ik ben allesbehalve een souvenirjager. Deze houding heeft zich echter niet zonder scha of schande ontwikkeld, maar is gegroeid uit de ervaring dat alle typische aandenkens meestal zwaar tegenvallen in de dagelijkse omgeving, en dan ook steevast in een of andere lade terechtkomen om er meestal compleet bij toeval tien jaar later ontdekt te worden om de weg naar Spullenhulp op te gaan. De enige souvenirs die ik meebreng van mijn buitenlandse reizen, zijn mijn herinneringen. Als de ervaring eerder erbarmelijk was, vervagen ze heel snel ; als de ervaring gedenkwaardig was, rijpen ze mettertijd om uiteindelijk als een sappige, zoete perzik met mondjesmaat verorberd te worden.
Danièle Pollet pr-bureau Media Etcetera, actief in de internationale modewereld
Het eerste wat ik op een buitenlandse vakantie doe, is de markt bezoeken. Dat blijft de beste manier om een land te ontdekken. Als ik mooi ambachtelijk werk zie, beginnen mijn vingers te jeuken. Ik heb dus een hele verzameling indiaanse stoffen uit Guatemala. Een goed dozijn berbertapijten die ik leg waar ik ze maar kwijtkan, thuis en op kantoor. Indiase meubelen, want die zijn ter plekke veel goedkoper, zelfs als je de kosten van het transport en de douane meetelt. En een bont allegaartje van voorwerpen die nu eens in het zicht staan en dan weer in een kast verdwijnen. Zo kan ik van seizoen tot seizoen de sfeer van mijn interieur radicaal veranderen.
Van zakenreizen breng ik bijna nooit iets mee. Ik heb jarenlang potjes jam verzameld, tot ik besefte dat er thuis niemand van at. Anderzijds keer ik nooit uit Italië terug, waar ik zo’n acht keer per jaar kom, zonder een paar stukken parmezaanse kaas. Want dat zou mijn omgeving mij nooit vergeven.
Carine Goethuys public relations Giorgio Armani in België, verblijft om professionele redenen een paar keer per jaar in Italië
Als ik in het buitenland ben om professionele of privé-redenen, probeer ik altijd een moment vrij te maken om zaken te ontdekken die niet in België te vinden zijn, zoals kleine objecten voor tafeldecoratie. In Marrakech liet ik me onlangs verleiden tot de aanschaf van twee berbertapijten, het onderhandelen heb ik toen wel aan mijn man overgelaten. In de zomervakantie gaan we wel eens zeilen in Griekenland, en dan kunnen we het niet laten om bij antiquairs te gaan snuffelen. Zo heb ik de laatste keer kandelaars gevonden die het met Kerstmis heel mooi deden op tafel. Maar wat ik van ginder vaak meebreng, zijn oude hoedenvormen.
In Milaan heb ik meestal heel weinig tijd om te shoppen. Maar als ik voor één ding bezwijk ginder, dan zijn het wel schoenen, meer bepaald pumps met hoge hakken, die maken ze nergens eleganter dan daar. En je kunt in die stad ook geen tien meter wandelen zonder dat je een schoenenwinkel tegenkomt.
Ghislaine Nuytten presentatrice Look, BRTN, houdt van Noord-Afrika
Als model sleepte ik van verre reizen vaak heel wat mee naar huis. Geen grote stukken, wel kleine sier- of gebruiksvoorwerpen. Meestal zocht ik weinig voor de hand liggende spullen uit, nooit gewone souvenirs. Toen ik voor het eerst Marrakech bezocht, vond ik felgekleurde plastic mandjes en een art deco mokkaservies. Stoffen boeien mij ook altijd : in Senegal kocht ik ooit felbedrukt katoen, in Noord-Afrika kleurige grofgeweven stoffen, uit de States bracht ik nepsatijn en geborduurde materialen mee.
Aan het eind van de jaren ’70 begon ik met het verzamelen van grappig bedrukte T-shirts van alle plekken waar ik ooit geweest was. Dat was vóór de T-shirt en de legging-rage. Helaas of gelukkig ? heeft die collectie de talloze wasbeurten niet overleefd… De laatste jaren laat ik mij zelden verleiden tot souveniraankopen. En toch neem ik nog dingetjes mee naar huis : een blauwe glasscherf gevonden in het Atlasgebergte, een brokje lavarots van de Vesuvius, een stukje van een faiencetegel uit Zuid-Spanje… Sentimentele prullaria die ik in een mooie schaal deponeer. En die, als ik ze toevallig weer eens in mijn hand neem, flarden sfeer en herinneringen aan leuke reizen oproepen.
Robrecht Willaert directeur-uitgever van het vakblad voor de reiswereld Travel Magazine, de helft van het jaar onderweg
Je kan wel zeggen dat ik een beetje een veelvraat ben op het gebied van reissouvenirs. Ik neem van overal wat mee, ik wil ook altijd cadeautjes kopen voor iedereen. Maar het zijn steeds kleine dingen die ik makkelijk in mijn bagage kan stoppen. Beeldjes uit Laos en Vietnam bijvoorbeeld, zilverwerk, een koperen kandelaartje waarmee ze je in Sri Lanka verwelkomen. Alles belandt dan bij mij thuis in de vaisselier of in mijn bureau. Gelukkig heb ik veel ruimte. Als ik naar New York ga, koop ik Timberland schoenen en in het Verre Oosten kan ik niet weerstaan aan katoenen hemden.
Mijn favoriete reisbestemming is Finland. Ik ben er nu zo’n 150 keer geweest denk ik, in alle seizoenen. Wat ik daarvandaan meebreng ? Het lekkerste brood van de wereld, zuur en zwart, zalm ook. Goretex kleren, die heb je ginder trouwens erg nodig. En er zijn een paar Finse gebruiksvoorwerpen die voor mij onmisbaar zijn geworden : mijn Fins mes dat ik altijd op zak heb. En mijn Nokia zaktelefoon die mij overal bereikbaar maakt, te land, ter zee en in de lucht.
Gerrit Op de Beeck freelance fotograaf, geobsedeerd door luchtvaart en hotels
Ik reis beroepshalve zo’n 50 dagen per jaar, en koop zeer weinig in het buitenland. Behalve in de Verenigde Staten, daar haal ik de opgelopen schade dubbel en dik in. Maar ik koop gedisciplineerd. Mijn vrouw geeft me dan steeds een lijstje mee voor onze zoon Oli (2 jaar). Ik koop altijd in dezelfde winkels. Om al die spullen te vervoeren, heb ik een grote nylon tas tussen mijn bagage zitten ooit cadeau gekregen bij een Ralph Lauren parfumactie in Macy’s, NY. Die laat zich in een handomdraai tot een heuse minicontainer ombouwen. Zo kan ik de aankopen als koffer terugsturen.
Wat zit er zoal in die container ? Schoonheidsproducten van Clinique, Levi’s jeans en iets van Banana Republic voor mijn vrouw. Oli draagt bijna uitsluitend kleren van GAP. Ik koop schoenen van Timberland, Levi’s 501, ondergoed van Tommy Hilfiger, hemden van Ralph Lauren, en Ck one. Verder : Amerikaanse reistijdschriften, fotoboeken en een cadeautje voor mijn petekind. New York is zo’n beetje onze hofleverancier geworden. In eigen land kopen we minder en minder. Ik vertrek nooit met een vooraf bepaald budget. Het is telkens bang wachten op het Visa-uittreksel.
Nadine Malfait vertaler en docente Engels aan het KVH, Antwerpen, net terug van een jaar reizen door Australië en Nieuw-Zeeland
Wat ik vooral niet meebreng, zijn foto’s en de klassieke souvenirs. Kookboeken en lokale literatuur koop ik wel met hopen. En omdat ik iets heb met wol, schaf ik me meestal wel ergens een trui of truien aan. Ik heb ook een zwak voor mooie materialen. Aan antiek zilver ga ik me meestal te buiten in Engeland : bestek, kandelaars, enz. Van Australië en Nieuw-Zeeland bracht ik een klompje goud, wat opaal, jade en andere lokale gesteentes mee. Kunst gaat er ook altijd wel in : een aquarel uit de Simpson Desert, of een aboriginal vaas maar steevast gekocht bij de maker zelf en niet in een souvenirzaak. En mijn allerlaatste zwak is dat voor pluchen beesten : Nelly, de wombat, is in die categorie bijvoorbeeld de nieuwste aanwinst.
Katrien Wouters en Karen Hendrix het duo dat ver buiten onze landsgrenzen bekend werd door zijn eigenzinnige en veel gekopieerde juwelen
De afgelopen tien jaar hebben we veel gereisd, telkens naar een andere cultuur. Niet zozeer om de juwelen te bestuderen dan wel om dagdagelijkse dingen te observeren. We bekennen eerlijk dat we ook zwichten voor de typische souvenirs waarvan we gezworen hadden dat we ze nooit zouden meebrengen : kelims, kasjmieren sjaals…
Maar er is veel meer dat voor ons onweerstaanbaar is. Uit het vroegere Oost-Berlijn sleepten we plastic bewaardozen in de grappigste kleuren en vormen mee, en schriftjes, blocnotes, pennen en potloden. Uit Istanbul kwamen we terug beladen met aarden kookpotten, kelim bruidskussens, massage- en scrubwashandjes van vlas, sultane muiltjes en Turkse popmuziek.
In Delhi kochten we witte katoenen Gandhi-pakken, een wikkeldoek die eigenlijk als mannenondergoed bedoeld was en die thuis een tafelkleed werd, geborduurde lappen, gesmede speelgoeddiertjes, stapelbare lunchcontainertjes, kruiden, thee en… juwelen. En ten slotte kwamen we terug uit New York met ongewassen kartonnen 501’s, twee rosse Cher-pruiken (zie foto), fortune cookies, Chinees vuurwerk in de vorm van een pantsertank, een plastic vrijheidsbeeld, cowboyondergoed en een tuxedo hemd.
Nissim Israël het gezicht en de bezieler van twee Belgische modemerken die het ook in het buitenland goed doen : Olivier Strelli en 22 Octobre
Vakantiesouvenirs zijn voor mij altijd herinneringen aan emotionele momenten. Elke reis is voor mij een groot gebeuren dat overloopt van emoties. Van Bali bracht ik schitterende batiks mee, die voor mij een bron van inspiratie zijn als het over kleuren en motieven gaat. De mooiste schelpen heb ik op de stranden van Mauritius gevonden, het parelmoer heeft wonderbaarlijke geïriseerde kleuren. Uit Marokko bracht ik onuitwisbare herinneringen mee aan de kleuren in de soeks, voor mij was dat palet een echte openbaring. Uit Marokko bracht ik ook schitterende turkooizen mee, waarvan het koloriet zeker mijn collectie voor deze zomer heeft geïnspireerd.
New York en Londen zijn steden die mij opladen, die hun energie en hun ritme op mij overzetten. In die steden geef ik mij over aan het shoppen. Alleen al omwille van de energie die er in de straten pulseert, wil ik er telkens opnieuw naartoe.
Dozen uit Marokko en Jordanië, een Perzische spiegel gekocht in Jemen, een dolk uit Oman, en de commode uit Marrakech uit het verhaal hiernaast.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier