Schaduwboksers
Jean-Paul Knott is creatief directeur bij Cerruti, Raf Simons ontwerpt voor Jil Sander, Bruno Pieters tekent Hugo en Olivier Theyskens is het creatieve brein achter Nina Ricci. Maar nog tal van Belgen vervullen andere topfuncties bij grote modelabels, Weekend Knack haalt er drie uit de schaduw.
Drieke Leenknegt : “Mijn grootste ambitie is leven”
Drieke Leenknegt (36) is – een hele mond vol : Global Communications Director Nike Sport Culture. De enthousiaste Loppemse woont en werkt in Portland, aan de westkust van de Verenigde Staten, waar het hoofdkwartier van Nike ligt.
“Of ik België niet mis ? Ik beschouw het nog steeds als mijn eerste thuis. Het klinkt misschien bizar, maar België is eigenlijk nooit ver weg. Ik bel nog evenveel met mijn mama als vroeger. En als ik in Europa moet zijn voor mijn job, ga ik vlug even naar huis, al is het maar voor twee dagen. Zalig vind ik dat, vrienden terugzien, shoppen in Antwerpen, de stad zien evolueren. We hebben, echt waar, een zalig land.”
“Begrijp me niet verkeerd : natuurlijk is Amerika óók een fascinerend continent. De indrukwekkende weidsheid van het landschap verbaast me telkens opnieuw. En ik keek nogal vreemd op toen ik de eerste keer zag hoe een kalkoen volgepropt werd voor Thanksgiving Day. Voor een vegetariër als ik, is zo’n gigantisch, sudderend beest in de oven bijzonder choquerend.”
“Hoe mijn doorsnee dag eruitziet ? Geen enkele dag is hetzelfde. Ik ben nogal vaak on theroad. Een fantastisch gevoel, want ik kom constant in contact met boeiende mensen uit verschillende culturen. Die dialoog is erg belangrijk voor mij. Het geeft me zelfs innerlijke rust. ‘ In order to innovate, you need an open mind’ was een van de legendarische Nikeslogans. Het zegt veel over Nike, maar ook over mijn eigen instelling.”
“Een total stranger kan in vijf seconden je idee over de wereld veranderen. Door te praten met mensen worden soms zelfs levensvraagstukken opgehelderd. Ik heb dat in deze job zelf al een paar keer meegemaakt. Ik zat ooit op een Nike- event in New York aan tafel naast een man van 75. De hele avond hebben we honderduit gepraat over onze levens. Op zijn achttiende was hij op het slechte pad geraakt en in de gevangenis beland. De dag dat hij vrijkwam, besloot hij iets van zijn leven te maken. Hij begon te studeren, kreeg een briljant marketingidee, maar vreesde dat geen enkele bank hem geld zou willen lenen. Plots kwam hij een wildvreemde tegen, die via via bij een bank cash voor hem vrijmaakte. De man was zo gedreven dat zijn bedrijf uitgroeide tot een bijzonder winstgevend zaakje.”
“Toen het gesprek ten einde liep, zei hij : ‘Meid, stay who you are. Als je in jezelf gelooft, lukt alles. Als je jezelf beliegt, is het einde nabij.’ Zijn woorden zinderen nog steeds na. Ik heb hem nooit meer teruggezien, maar achteraf bleek dat die man een steenrijke grootgrondbezitter in New York was. Zijn verhaal doet me denken aan dat citaat van Hergé in de luchthaven van Zaventem : ‘ By believing in his dreams, a man turns them into reality.’ Wel, mijn grootste ambitie in het leven is leven. De wereld heeft zoveel te bieden. Ik krijg er maar niet genoeg van.”
Tom Tosseyn : “Dat rebelse gaat er nooit uit”
Dat een streetwise Antwerpse vormgever het tot de-signer bij Diesel schopt, ligt nog een beetje in de lijn van de verwachtingen. Maar dat de wilde creativo intussen verkaste naar het hoofdkwartier van Hugo Boss in Duitsland, is minder evident. Tom Tosseyn (33), graphic designer bij Boss Orange.
“Wat ik precies uitspook bij Hugo Boss ? Ik ben als teamleider verantwoordelijk voor de prints op de kleren en accessoires van Boss Orange. Graphics maken is het liefste wat ik doe. Liefst 24 uur op 24. Maar helaas moet ik nog een beetje slapen ook. Een harde werker ben ik, ja, maar ik leg de lat voor mezelf ook ontzettend hoog.”
“Na vier jaar ontwerpen voor Diesel en 55 DSL was ik toe aan een nieuwe ervaring. Hugo Boss heeft me geheadhunt, dus dat flatteert me wel. Het eerste wat ik dacht, toen ze me belden : ‘Boss Orange, wat is dat precies ? Ik kende die casual lijn helemaal niet. Ze kozen mij omdat ik de Orangecollecties wat meer pit moest geven. Mijn draai vinden en uitzoeken hoe ik hun ideeën in mijn eigen stijl kon omzetten, bleek niet zo evident. Ik kreeg gelukkig carte blanche, al moet ik nu toch wat commerciëler denken. Ik zit sinds januari een jaar bij Hugo Boss. De prints op de zomercollecties zijn allemaal mijn werk. Spannend, al is de kick niet meer zo groot als ik toen ik begon.”
“Bij Hugo Boss leef ik wat op een eiland. De eerste weken moet iedereen gedacht hebben : welke alien halen ze hier binnen ? Ik kwam terecht op poepchique kantoren met designmeubilair. Niet echt een omgeving waar creativiteit gestimuleerd wordt. De medewerkers dragen hier bijna allemaal een pak. Ik doe daar niet aan mee, ik blijf mezelf. De hele dag werk ik met een hoofdtelefoon op. Zonder muziek zou ik niet kunnen functioneren. Darkstep, donkere drum-‘n-bass, zelfs industriële hardcore : dat zijn mijn genres. Ernaar luisteren geeft me een comfortabel gevoel. En het inspireert me natuurlijk.”
“Mijn haar is al tien jaar zo punk. Maar nog steeds maken mensen daar grapjes over of storen ze zich eraan. Op kantoor draag ik soms een pet om er minder tussenuit te springen. Maar als ik mijn hoofdtelefoon opzet, staat mijn haar weer alle kanten op. Dat vinden ze op kantoor best wel grappig. ‘De kunstenaar’ noemen ze mij daar.”
“Ik denk wel dat ik ooit terugkom naar Antwerpen. Ik speel met het idee om een grafisch bureau op te richten waar we totaalconcepten kunnen vormgeven. Misschien komt er wel een eigen kledinglijntje van. Ja, Hugo Boss is waarschijnlijk mijn laatste werkgever. Weet je, ik kom uit een straatmilieu. Illegaal stickers plakken, je kent dat wel. Die passie zit er nog steeds in, al word ik stilaan ook wat ouder. Het mag wel wat serieuzer en strakker. Maar dat rebelse, dat gaat er nooit meer uit.”
Stefaan Le Clair : “Knowhow moet je delen”
Uitgerekend in het jaar dat Lee Cooper honderd jaar bestaat, komt een Belg aan het roer. Zijn naam : Stefaan Le Clair. Zijn leeftijd : 45. Zijn beknopte CV : WE, Etam, Carpetland en Esprit. Elk weekend pendelt hij van Lee Coopers hoofdkwartier net buiten Londen naar zijn thuishaven in Blanden. We troffen hem ergens tussenin, in Brussel.
“Mijn eerste verwezenlijking in Lee Cooper ? De term Human Resources veranderen in Human Potentials. ‘Die gekke Belg toch’, zag ik het personeel denken. ‘Wat bedenkt die nu ?’ Personeel mag je niet bestempelen in termen van industriële voorraad. De voorbije eeuw hebben ontelbare mensen overuren geklopt om Lee Cooper groot te maken. Een beetje waardering voor die inzet is op zijn plaats. De verjaardag van Lee Cooper is een ideaal moment om even stil te staan : Waar komen we vandaan ? Waar staan we nu ? Waar willen we naartoe ? Zonder in nostalgie te vervallen, natuurlijk.”
“Dit is echt de job die ik wil. Ik wil diegene zijn die de rij dominosteentjes in gang duwt. Dat ik in de mode ben terechtgekomen, is wat vreemd met mijn diploma : ik ben archeoloog. Na mijn studie was er geen werk in mijn branche. Gelukkig moest ik naar het leger. Het gaf me de tijd om te bezinnen over mijn toekomst. Ik besloot te solliciteren voor commerciële functies. Niet evident zonder ervaring en met het verkeerde diploma. Maar op een dag stuitte ik op een bedrijfsleider die me zei : ‘Wat je opleiding is, maakt mij niks uit. Wij zullen je alles wel leren. Ik voel een vonk van enthousiasme, daarom werven wij je aan.’ Een wijze les, die ik nu zelf ook toepas als mensen komen solliciteren. Deze job is geen eindpunt. Ik denk niet : nu ik een prachtig CV heb, moet ik enkel mijn postje verdedigen en zoveel mogelijk kennis afschermen. Knowhow moet je delen. Zo voed je ondernemerschap.”
“De band met België vervaagt, dat wel. Ik denk al in het Engels. Mijn Nederlands gaat snel achteruit, net als mijn contacten in het bedrijfsleven hier. Pas op : ik voel me nog altijd het meeste thuis in mijn eigen huis en dorp. Naar huis komen tijdens het weekend is voor mij cruciaal. Als ik dan in België ben, tracht ik zoveel mogelijk te lezen. En quality time met mijn vrouw te spenderen. Zij werkt hier. Ik wil haar de kans geven om haar carrière hier uit te bouwen. Ze hoeft zich niet voor mijn job op te offeren. Kinderen hebben we niet. Dat maakt onze situatie net iets houdbaarder. Mijn privéleven is in balans, en dat maakt me ook gelukkig. Anders zou ik niet kunnen functioneren.”
“Beroepsmatig reis ik vaak de wereld rond. Daardoor vervagen voor mij de contrasten tussen de culturen een beetje. Ik noem dat geen vervlakking. Feit is gewoon dat ik me overal snel thuis voel. Of ik me dan geen toerist voel in mijn eigen land ? Niet echt. Ik voel me eigenlijk meer een wereldburger. Typisch Belgisch, denk ik : wij vereenzelvigen ons makkelijk met mensen van andere culturen. Dat is een eigenschap waar we trots op mogen zijn. Waarom denk je dat er zoveel Belgen succesvol zaken doen in het buitenland ?”
Tekst Thijs Demeulemeester I Foto’s Annick Geenen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier