Nicholas Evans

Nog voor “De paardenfluisteraar” goed en wel af was, brak er in Hollywood een bitsige strijd los om de filmrechten van Nicholas Evans’ boek. Producer-regisseur en steracteur Robert Redford haalde zijn slag thuis: het resultaat is binnenkort ook bij ons te zien. Intussen schreef Evans “De wolvenlus”, dat alles meeheeft om het megasucces van zijn debuut te evenaren.

Nooit gedacht dat ik een bedenkelijke frons zou kunnen onderdrukken als een schrijver mij vertelde dat een Hogere Macht hem bij de hand hield toen hij zijn bestseller pleegde. Maar laat die auteur er uitzien als een geslaagde kruising tussen Michael Palin en Sam Sheppard (in The right stuff) en de meest ontwapenende lach van hier tot de Rocky Mountains hebben, en dan is een mens vanzelf tot enige inschikkelijkheid geneigd. En als er al een Hogere Macht in het spel was, dan had die beslist voeling met de markt, want van De paardenfluisteraar vlogen er inmiddels meer dan tien miljoen exemplaren het rek uit. Een literair meesterwerk zou ik het niet durven noemen, daarvoor is het iets te rijk aan clichés, maar het is onmiskenbaar een van die boeken die bij de meest uiteenlopende mensen een gevoelige snaar weet te raken. Het verhaal is intussen overbekend: het veertienjarige meisje Grace is fysiek en emotioneel geknakt na een tragisch ongeval waarin ook haar geliefd paard Pilgrim zwaar gewond raakte. Haar moeder Annie, hoofdredactrice van een toonaangevend magazine, voelt dat het lot van dochter en paard met elkaar verbonden zijn en schakelt een zogenaamde paardenfluisteraar in. De rancher uit Montana zal niet alleen het getraumatiseerde paard, maar ook de ontwortelde stedelingen “helen”, en uiteraard bloeit er iets moois tussen hem en de gesofisticeerde New Yorkse Annie.

Ook in De wolvenlus staat de relatie tussen mens en natuur centraal en speelt de actie zich af in Montana. Daar worden in de buurt van het ranchersstadje Hope na een eeuw afwezigheid opnieuw wolven gesignaleerd. Het opduiken van de mysterieuze dieren zal de gemeenschap in rep en roer zetten, met in het centrum van de strijd de wolvenbiologe Helen, die een riskante liefdesrelatie begint met Luke, de nauwelijks volwassen zoon van haar machtigste tegenstander, de brutale rancher Buck Calder.

Wie niet beter wist, zou denken dat Nicholas Evans een Amerikaan is, geboren en getogen in het ruige Westen. Maar niets is minder waar: Evans is een Brit die in Oxford rechten studeerde, zich daarna in de journalistiek begaf en zijn sporen verdiende als scenarist en freelance producer van documentaires en films. Maar diep in zijn hart is hij wel degelijk een cowboy.

Nicholas Evans ( lachend): Een closet cowboy, ja. Als kind woonde ik op het platteland in Worcestershire. Toen ik twaalf was, verhuisden we naar een prachtige afgelegen plek aan een rivier en zat ik ineens zonder vriendjes. Dagenlang trok ik er met mijn hond op uit om te zwemmen, te vissen en de bossen te verkennen. En omdat ik gek was op oubollige westernseries als Maverick, Cheyenne, Wagontrain en Rawhide werd mijn hele fantasiewereld beheerst door het Westen en vooral door indianen. Ha, ik ken nog alle tunes van die series uit mijn hoofd…

(Zet een galopperende versie van het Rawhide-thema in.)

En net als Luke in De wolvenlus verslond je de boeken van Jack London.

Klopt. Hij was de eerste auteur met wie ik me echt verbonden voelde. Blijkt nu dat hij al evenzeer een outsider was in de streek waarover hij schreef als ik. Al bij al bracht hij maar een paar weken in de Yukon door, terwijl ik toch maanden aan een stuk in Montana zat. Maar als je zijn boeken leest, heb je de indruk dat die gast daar heel zijn leven gesleten heeft. Maar goed, ik was dus altijd al in de ban van het Westen. Als filmmaker droomde ik ervan om er een grootse eigentijdse love story te situeren, maar ik had geen verhaal. Toen ik van een hoefsmid in Dartmoor over het bestaan van paardenfluisteraars hoorde, viel alles op zijn plaats.

Iets gelijkaardigs gebeurde bij het schrijven van De wolvenlus. Al heel lang wilde ik een verhaal maken over een vader-zoonrelatie, en meer specifiek over hoe het is om de zoon te zijn van een grote, sterke, charismatische rokkenjager als je zelf niét zo bent. Maar ook vanuit het standpunt van de vader. Mijn eigen vader stierf veertien jaar geleden en ik weet dat ik niet de zoon was die hij gewild had. Hij had het in zijn hoofd gehaald dat ik advocaat zou worden. Toen ik mijn rechtenstudies opgaf om journalist te worden, was hij verschrikkelijk teleurgesteld. En nu heb ik zelf drie kinderen, onder wie één zoon die totaal niet in sport geïnteresseerd is, terwijl ik er zelf over het algemeen nogal goed in ben en er vooral enorm veel plezier aan beleef. Ik wéét dat hij denkt dat hij van mij beter zou moeten presteren, maar eigenlijk is dat niet zo. Want als ik één ding geleerd heb als vader, dan is het wel dat je je kinderen moet appreciëren om wie ze zijn en niet om wie jij zou willen dat ze zijn.

Dat was dus het soort relatie dat ik wilde uitspitten, en toen kwam ik tijdens de research voor De paardenfluisteraar toevallig een man tegen die in de noordelijke Rockies wolven bestudeerde. Hij vertelde me over sluimerende conflicten tussen ranchers en dierenbeschermers in Montana en meteen had ik mijn personages: een machtige, wolvenhatende rancher en een zoon die zijn zelfwaarde vindt in de liefde voor een vrouw uit het andere kamp. En hoe dieper ik op de wolventhematiek inging, hoe meer lagen ik erin ontdekte: reële, symbolische en metaforische.

Was je niet bang dat critici zouden opwerpen dat je een soort “Wolvenfluisteraar” had geschreven?

Toen ik aan De wolvenlus begon, waren er twee dingen waar ik me zorgen over maakte: dat er dieren in voorkwamen en dat het verhaal zich in Montana afspeelde. (Strijdlustig)Maar ik beschouw mijzelf niet als een natuurschrijver of een dierenschrijver of een Montana-schrijver. Wat mij aantrekt, zijn grootse verhalen over menselijke emoties. De paardenfluisteraar is geen boek over paarden, net zomin als De wolvenlus een boek over wolven is. Het zijn boeken over mensen en in beide gevallen zijn de dieren een metafoor. Pilgrim is niets anders dan een wervelende donkere massa die staat voor de pijn die ieder van ons in zijn leven te verwerken krijgt. En de wolven zijn onze eigen duistere kant waar we zo bang voor zijn. De mens is uit de levenscirkel gestapt, heeft zijn plaats in de natuur verloren en wat ik in De wolvenlus heb willen vertellen, is dat we moeten leren leven met het wilde, niet alleen in de buitenwereld, maar ook binnenin onszelf. Uiteindelijk gaat het boek over tolerantie; de wolven zouden indianen kunnen zijn of joden of zwarten. Ik heb het stadje niet voor niets Hope genoemd. Er is hoop dat de mensen uiteindelijk hun haat voor het onbekende zullen transcenderen.

Daarom laat je op het einde van het boek de zon schijnen door de drie kogelgaten in het plaatsnaambord…

Ja, ik weet het, daar heb ik het er misschien wat te dik opgelegd. Maar ik heb nu eenmaal bepaalde ideeën over hoe mensen zijn of zouden kunnen zijn en ik denk dat die altijd opnieuw in mijn boeken zullen opduiken, ongeacht het onderwerp.

Best mogelijk dat je jezelf niet als een natuurschrijver beschouwt, maar je beschrijvingen zijn zo accuraat dat er enorm veel research aan voorafgegaan moet zijn. In je dankwoord vermeld je zelfs een wolf, Kaoni.

Kaoni figureerde als pup in een film over wolven, en na de opnamen werd ze door een echtpaar geadopteerd, als een soort kind-substituut, vrees ik. Die wolf is hun leven en ze gebruiken haar als een soort educatief programma, vooral in scholen in veehoudersstadjes waar wolven met een zeer scheef oog bekeken worden. Dat echtpaar, waarmee ik intussen goed bevriend ben, toont de kinderen dat wolven niet de wrede, afstotelijke creaturen uit sprookjesboeken zijn, maar mooie dieren die in een sociaal verband leven.

Wat research betreft, ben ik een echte fanaat: ik heb wolven bestudeerd, ben met biologen en mensen van de wildbescherming opgetrokken, maar net zo goed met veeboeren. Alle details moeten kloppen: hoe wolven zich gedragen, hoe de vallen functioneren, hoe het aas uitgezet wordt. Dat is mijn journalistieke achtergrond: ik zou het vreselijk vinden als experten mij op fouten zouden betrappen als ik hun domein betreed. De paardenfluisteraar begint met een ongeval met een veertigtonner. In het boek neemt het amper een bladzijde in beslag, maar toch ben ik daarvoor met een paar truckers gaan praten: hoe reageer je in zo’n geval, hoe rem je, hoe schakel je terug? Dat soort details geven je boek een authenticiteit die in mijn ogen onontbeerlijk is.

Hoe moeilijk is het om een tweede boek te schrijven als er van je eerste meer dan tien miljoen exemplaren verkocht zijn?

Na het verschijnen van De paardenfluisteraar kreeg ik duizenden brieven van lezers: maak een vervolg, schrijf opnieuw over een man als Tom Booker. Maar zodra je als auteur rekening begint te houden met wat je lezers willen of denken dat ze willen, ben je verloren. Je kunt zoiets niet forceren, het zou totaal vals klinken. Nee, het enige wat erop zit is een totaal nieuw verhaal verzinnen, waar je evenveel passie in kunt steken. En dan zet je oogkleppen op zoals paarden dragen, en schrijf je dat verhaal op de enige manier die je kunt. Voor mij is De wolvenlus een heel andere geschiedenis dan De paardenfluisteraar. Goed, je kunt stellen dat het ook over verlossing gaat en over het vinden van zelfwaarde. Maar dat zijn nu eenmaal de dingen die mensen bezighouden en daar gaan acht van de tien boeken over. Maar het opzet van De wolvenlus is veel ambitieuzer, want het gaat over een hele gemeenschap die met een kwestie in het reine moet komen. Als je het mij vraagt, is De wolvenlus een beter boek.

Vind ik ook. Maar waarom heb je eerst filmscenario’s geschreven en daarna pas romans?

Dat is een samenloop van omstandigheden. Ik heb veel televisiewerk gedaan en daar goed mijn brood mee verdiend. Maar toen wilde ik per se een bioscoopfilm maken. Dat werd Just like a woman met Julie Walters. Toen hij uitkwam, was ik ervan overtuigd dat het een goede film was, maar nu ben ik meer objectief. (verontschuldigend lachje) Nu ja, zo slecht is hij nu ook weer niet. Hoe dan ook, ik nam toen twee beslissingen: dat ik alleen nog maar bioscoopfilms wilde maken en dat ik ook wilde regisseren, want tot dan toe had ik alleen scenario’s geschreven en geproduceerd. Twee zeer foute beslissingen, zo bleek nogal vlug, want in Engeland is het zo goed als onmogelijk om van film alleen te leven. Je bent bijna verplicht om er televisie bij te doen. Kortom, ik kreeg het geld voor een volgend filmproject niet bij elkaar en raakte steeds dieper in de schulden. En toen begon het verhaal van De paardenfluisteraar door mijn hoofd te spelen. Was mijn filmcarrière een succes geweest, dan had ik er misschien een scenario van gemaakt. En toch… Dat verhaal had iets, een soort emotionele en spirituele rijkdom, die zich maar moeilijk in een film liet vertalen. Tot dan toe had ik nooit een roman willen schrijven, ik had het zelfs nooit geprobeerd, maar nu wist ik ineens dat het een boek moest worden. Mensen zeggen nogal gemakkelijk: het moest zo zijn, het was zo voorbestemd. Ik ben dan geneigd om mijn schouders op te halen. Maar met De paardenfluisteraar was er iets zeer vreemds aan de hand. Voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel dat alles voor mij uitgestippeld was, alsof ik voor een plas water stond waar iemand stapstenen ingelegd had. Het klinkt waarschijnlijk heel lullig, maar ik had echt het gevoel dat iemand mijn hand vasthield. Achteraf heb ik daar nog veel over nagedacht, maar ik ben tot de conclusie gekomen dat je je over dat soort zaken beter niet te veel vragen stelt.

Romanfictie is dus je favoriete medium?

O ja, ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog voor de film zou schrijven. De vrijheid die een roman je geeft! Je kunt in het hoofd en het hart van ieder personage duiken, je hebt onbeperkte toegang tot hun meest intieme emoties, je kunt spelen met tijd en nuances. In een film moeten emoties blijken uit daden, de personages zijn wat ze doen. Daarom zitten er ook zo veel clichés in films: mensen die met deuren slaan en hard wegrijden… Scenarioschrijven is een zeer ondergewaardeerde stiel.

Was je op je tenen getrapt toen Robert Redford je niet vroeg om het scenario van “The horse whisperer” te schrijven?

Als je een boek bewerkt voor de film, heb je twee keuzes: je kunt het verhaal gewoon herhalen of er je eigen verhaal van maken. Het lag voor de hand dat iemand als Redford voor de tweede optie zou kiezen. Maar hij is een hoffelijk man: hij heeft mij opgebeld en we hebben lang gediscussieerd over het einde van de film, dat helemaal anders is dan in het boek. En hij nodigde mij samen met mijn familie uit op de set in Montana. Ik heb goede herinneringen aan de draaiperiode en ik ben blij dat de film door zo’n groot regisseur gemaakt is. Maar het doet mij niets als mensen mij ermee feliciteren, want het is niet mijn film. Het boek is beter, haha, wat had je gedacht…

Vind je het niet een beetje zelfgenoegzaam van regisseur-hoofdacteur Redford dat hij Tom Booker laat leven?

Op een rare manier werkt het wel in de film. Wat ik in het boek wilde aantonen, was dat het meisje Grace op het einde zo stevig in haar schoenen stond dat ze een nieuw trauma aankon. Maar ik veronderstel dat Redford ervan uitging dat je dat kind geen twee keer zo op de proef kon stellen, dat het bioscooppubliek dat niet zou pikken. Maar op die manier mist de film een dimensie die het boek wel heeft, ook al zijn veel lezers zich daar misschien niet eens van bewust. Want het boek is niet alleen een tragische liefdesgeschiedenis, er is nog een ander, een bijna mythisch verhaal in verweven. Tom Booker is een soort sjamaan, een onsterfelijke figuur dus, maar door zich emotioneel en seksueel met Annie in te laten, doorbreekt hij oeroude regels en moet hij sterven. Dat soort mythische boodschap is in een film heel moeilijk uit te drukken: je ziet wat je ziet en daarmee uit. Elk medium heeft zijn eigen regels. Anderzijds is het natuurlijk zo dat in de film de liefde tussen Tom en Annie niet geconsumeerd wordt. Voor een liefdegeschiedenis zit er naar mijn smaak wat te weinig passie in. (grinnikend) Tom Booker krijgt van mij de gouden medaille voor zelfbeheersing. Of misschien wel drie: één voor het genezen van het paard, één voor het herstellen van de relatie tussen moeder en dochter, en één omdat hij Annie naar haar man terugstuurt.

Is Robert Redford niet wat oud om een romantische held te spelen?

Het is waar: in het boek is Tom Booker vijfenveertig en Redford is in de zestig. Maar Redfords rimpels geven de film iets weemoedigs dat het boek dan weer niet heeft. Trouwens, ik ken aardig wat vrouwen van veertig die maar al te graag met Redford zouden samenhokken.

En Sam Neill laten stikken?

(bulderende lach) Die arme Sam, altijd de versmade echtgenoot. Eerst in The piano, en nu ook weer. En het is nog wel zo’n aardige kerel.

Zijn er plannen om De wolvenlus te verfilmen?

Er zijn een paar aanbiedingen geweest, maar dit keer wilde ik de filmrechten niet verkopen voor het boek goed en wel in de winkel lag. Zo is het met De paardenfluisteraar gegaan: een Hollywood-agent wist op de boekenbeurs van Frankfurt de hand te leggen op het onafgewerkte manuscript, en drie dagen later had elke filmstudio het ter inzage. Toen het boek uitkwam, zeiden zelfs mijn vrienden: “O, je hebt een scenario geschreven en Robert Redford gaat het spelen.” Dat zat mij eerlijk gezegd nogal dwars en daarom wil ik nu dat het boek er is voor er sprake kan zijn van een film.

Het benieuwt mij wat Hollywood gaat aanvangen met de liefdesrelatie tussen de dertigjarige biologe en de achttienjarige jongen Luke. Zoiets zie je niet vaak op het scherm.

Dat is waar. Toen ik het manuscript aan Amerikaanse vrienden liet lezen, kreeg ik de meest uiteenlopende kritieken op die relatie. Eén vriendin zei dat ze zich zoiets niet kon voorstellen: er was geen enkele achttienjarige in haar omgeving met wie ze zich in de verste verte in bed kon voorstellen. Dat stelde mij enigszins teleur, want zelf had ik als zestienjarige een heel tedere en tegelijk hartstochtelijke relatie met een tien jaar oudere vrouw. Maar ja, ik kon dat natuurlijk alleen uit mannelijk standpunt beoordelen. Gelukkig belden er toen een paar andere vrouwen: “Hoe opwindend, maak Luke vooral niet ouder.” Toen dacht ik: What the hell, ik laat het zoals het is, die ene vriendin moet gewoon wat beter om zich heen kijken.

De wolvenlus, De Boekerij/Standaard, 695 fr. Bij dezelfde uitgeverij komt ook een filmeditie van De paardenfluisteraar uit. De film The horse whisperer van en met Robert Redford en met Kristin Scott Thomas is te zien op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen in Gent op 14 oktober (onder voorbehoud), en loopt vanaf 11 november in de bioscoop.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content