Mannen zijn het spoor bijster. Hoorden ze er pas nog hun fluwelen, metroseksuele kantje af te vijlen in ruil voor ongeschoren mannelijke überseksualiteit, dan lokt nu ineens een koppel homocowboys horden vrouwen naar de bioscoop. ‘What women want ?’ Geen m/v die het nog weet.

Even een en ander op een rijtje. In den beginne, toen de biologie nog de wetten schreef, was het testosteronuniversum strak afgebakend. De heerser van het rijk was de breedgeschouderde, knipogende alfaman met hardnekkig opklimmende five o’clock shadow : schoolvoorbeeld is de waggelende revolverjongleur John Wayne. Hij is de stilzwijgende jager, de mysterieus neuriënde Marlboro- lad, tussendoor ook wel eens de betuttelende Clark Gablegentleman, maar bovenal de ijzeren pater familias, even bewonderd als gevreesd door vrouw en kinderen. Marketeers trekken zijn aandacht moeiteloos met behulp van drie toverwoorden : seks, speelgoed (van 4×4’s tot laserwaterpassen) en vrijheid. Een eenrichtingstype : what you see is what you get, en dat lijkt meteen ook een van zijn sterkste troeven.

En toen begonnen de vrouwen samen te scholen aan de grenzen van dat testosteronuniversum. Niet langer tevreden met what they saw and – vooral – what they got. Verbeten begonnen ze de grenswachters uit te dagen, waarna ze het hoofd in de nek gooiden en in colonne binnenmarcheerden. Vrouwen palmden – mondjesmaat, maar toch – grote lappen van mannenland in, op hun beurt schuifelden mannen noodgedwongen dat onbekende rijk der vrouwen binnen. Een hoogst verwarrende volksverhuizing, die mannen meer dan een handvol identiteitscrises bezorgde. De aangebroken hybride tijden boden immers bitter weinig houvast en de evenwichtsoefening in de opnieuw gedefinieerde man-vrouwsamenleving eiste een uitputtende concentratie.

De Britse psychiater Tim Cantopher ziet het zelfs als dé voedingsbodem voor het zogeheten atlassyndroom : mannen zouden sinds de feministische revolutie jammerlijk in het duister tasten en wel eens het gevoel hebben de hele wereld, die van mannen én vrouwen, te moeten torsen. Al bleek uit onderzoeken intussen wel dat de nieuwe man in de praktijk nog altijd amper ontwaakt is. Cantophers theorie kreeg van heel wat collega-psychiaters dan ook een stevige tegenwind : voorlopig zijn het nog vooral vrouwen, zo luidt het bij de tegenspelers, die beide werelden naadloos aaneen moeten rijgen. Dat kan dan wel zijn, houdt Cantopher voet bij stuk, maar toch is het onduidelijke mannelijke takendomein dé oorzaak van nogal wat mannendepressies.

Viagra tegen faalangst

Volop en vervaarlijk aan het balanceren dus die mannen, en tot overmaat van ramp krijgen ze om het decennium een nieuw ideaalbeeld voorgeschreven, dat ze onder toezicht van pruilende vrouwen beter zo snel mogelijk evenaren. Zo kwam halfweg de jaren negentig, arm in arm met de nieuwe man, de zogeheten metroseksueel om de hoek loeren : een zachtgekookte manspersoon die bij voorkeur in het hart van de metropolis leeft omdat hij zo de beste shops, fitness- en wellnesscentra en kappers bij de hand heeft. Hij is met andere woorden rasecht urban, oprecht gevoelig en vooral ongegeneerd narcistisch : hij verzorgt zichzelf, wil er goed uitzien, weet welke transfers er plaatsvonden in modeland en hijst zich met de glimlach in perfect aansluitende en zélf gekochte D&G-jeans. Gulzig en nieuwsgierig exploreert de metroseksueel het X-chromosoom in zich : deze keer zijn het dan ook de pronkerige David Beckham en androgyne jongens als Jude Law en Orlando Bloom die de kop trekken. Ineens voelen mannen zich zelfs niet te mannelijk om zich, zoals voluit bleek uit de Calvin Klein- reclames van de jaren negentig, als pin-up te laten opvoeren – tot nog toe een haast exclusief ‘voorrecht’ van vrouwen. Trendwatchers linkten de ontloken ijdele zachtheid van de man ook met de evolutie in onze maatschappij, van zware industrie naar een diensteneconomie : recht evenredig transformeerde het uiterlijke voorkomen van ‘nonchalant en ruig’, want onbelangrijk, naar ’tot in de puntjes verzorgd’, want doorslaggevend.

Maar trop is trop, te veel is te veel, kijk naar Narcissus : de man is letterlijk verdronken in zijn zelfadoratie. Net zoals vrouwen aanvankelijk iets te enthousiast de mannelijke kaart hadden getrokken om daarna toch maar weer een stevige beha te omgorden en de ladyshave boven te halen, kijken mannen nu maar beter weer wat dieper in het whiskyglas in plaats van in de pot met hydraterende crème. Of toch, als we de New Yorkse first lady van de trendspotters, Marian Salzman, moeten geloven. In haar boek The Future of Men (met coauteurs Ira Matathia en Ann O’Reilly) smeekt Salzman om de terugkeer van de ongepolijste mannelijkheid. Aan 21- tot 29-jarige singles uit New York had ze gevraagd vanaf de hoeveelste ontmoeting ze seks aanvaardbaar achtten. “Vanaf de vierde en vijfde date”, zo luidde het gemiddelde mannelijke antwoord, want “eerst toch wat tijd graag om de dame te leren kennen”. “Vanaf de eerste, hoogstens de tweede”, zo kirden de dames, want “waarom moeite en tijd verliezen zonder te weten of hij het waard is ?” Een logica die de vier grijnzende sirenen van Sex and the City overigens perfect illustreren. Tot overmaat van ramp fluisterden enkele twintigjarige mannen haar nog in het oor dat ze wel eens stiekem naar Viagra grepen om de faalangst te bestrijden die de roedels sekshongerige dames hen inboezemden. “Watjes !”, snoof Salzman. Nee, biologie kan duidelijk nooit helemaal genegeerd worden : vrouwen beginnen verveeld te knikkebollen in het – iets te lang durende – gezelschap van deze aaibare, diepgevoelige en luisterbereide wezens.

Vagina dentata

De metroseksueel als ideaalbeeld is dan ook zieltogend, zo oordeelt Salzman. In ruil daagt een nieuwe mannelijkheid aan de horizon, verpersoonlijkt door de überseksueel : één lekkere, lillende brok masculiniteit. De überseksueel is, zoals zijn naam al laat vermoeden, (haast onmenselijk) perfect. Hij is mannelijk, nooit macho, hij is vrouwelijk, nooit verwijfd. De überseksueel weet niet dat het al enige tijd rommelt onder de lakens van Dolce en Gabbana, wél dat Evo Morales onlangs tot president van Bolivia werd verkozen. Hij heeft een bruisende job, kickt op boeiende ervaringen eerder dan op gadgets, hij mag weer Jackass-achtige jongensstreken uithalen, staat liever wijdbeens dan contrapost, heeft klasse en ijvert voor de opperste kwaliteit : in zijn relatie, zijn gezin én in zijn werk. Maar bovenal : hij is niet bang voor sterke madammen (hij zoekt ze zelfs op), en hij durft álle katjes zonder handschoenen aan te pakken. De überseksueel is namelijk mans genoeg om door de knieën te gaan voor vrouwelijk moois, maar ook ‘über’ genoeg om meteen weer recht te krabbelen als dat moois geen inhoud heeft. Dat de überseksueel ook al eens als retroseksueel wordt aangekondigd, klopt dus maar gedeeltelijk : de überseksueel is niet de fijnbesnorde en betuttelende macho die een ’trofeevrouw’ zoekt om bij het handje te nemen. Hij wil integendeel een vrouw ‘met ballen’ die hem uitdaagt en prikkelt. Het beste van de macho en de metroseksueel samen dus. Enkelen hebben de les al goed begrepen. Guy Ritchie bijvoorbeeld : interessante regisseurscarrière en ontspannen getrouwd met ’s werelds meest intimiderende vagina dentata : Madonna. Of kijk naar George Clooney : knap, mannelijk en toont zich met de films Good night, and Good Luck en Syriana zowaar nog eens intelligent en diep geëngageerd. “Dát zijn nu eens mannen”, verzucht Salzman.

Tussen watje en macho

Ook bij ons oogst de überseksueel bemoedigend handgeklap, zij het dan onder het catchy neologisme watcho, de gedroomde gulden middenweg tussen watje en macho. De krant Het Nieuwsblad zag er prompt een thema in voor een heuse boekenactie. Schrijvende watcho’s van dienst zijn onder meer Josse De Pauw, Jeroen Brouwers en wijlen Johan Anthierens. Maar ook – zelfs al lijkt hij een tegenpool – voetballer Gilles De Bilde is naar verluidt een goede leerling : een niet onaardige verschijning die én op de catwalk heeft geflaneerd én enkele weken in Sterren op de dansvloer netjes heeft gebogen voor de wetten van het stijldansen, maar al evengoed ooit onbesuisd op de vuist is gegaan. Voorts zou ook Tom Boonen een überseksuele aanleg hebben : de gedisciplineerde sportman die niet terugdeinst voor T-shirtopschriften als Will fuck on first date, maar op de radio dan wel Zij gelooft in mij van André Hazes aanvraagt voor Lore.

Duidelijk dus : de überseksueel of watcho is attent, gevoelig, knap of (bij voorkeur : en) intelligent, maar vooral weer heerlijk onversneden, ongeschoren en daadkrachtig mannelijk (niet voor niets komt er een remake van Miami Vice aan). Geen eenvoudige opdracht, maar op zijn minst wel een duidelijke.

Of niet ? Want het overweldigende succes – bij vrouwen – van het homoseksuele koppel in de zopas met drie Oscars bekroonde film Brokeback Mountain doet trendwatchers dezer dagen aarzelend in het haar krabben. Jake Gyllenhaal, een van de twee hoofdrolspelers, werd onlangs bovendien uitgeroepen tot een van ’s werelds meest sexy mannen. Een heuse cross-overaanval, lijkt het wel, op de netjes geordende mannentypologieën. En zo duiken nog stoorzenders op. Wat met de zingende New Yorkse travestiet Antony bijvoorbeeld, die met lyrics als “o ne day I’ll grow up, I’ll be a beautiful woman”moeiteloos uitverkochte zalen de adem beneemt. Of kijk naar James Blunt die met een ongegeneerd falsetstemmetje vrouwenharten doet smachten.

Van de aantrekkingskracht van het homoseksuele Brokeback Mountain-koppel wordt alvast een en ander duidelijk als je de film bekijkt. De personages Ennis en Jack verglijden op geen enkel moment in een uitvergroot of karikaturaal register : mannen zijn het. Echte. Meer nog, om alle twijfel weg te nemen : het zijn cow- boys, tot nog toe exclusief voorbehouden terrein voor heteromacho’s die in volle galop vrouwen in hun lasso snoeren. Samengevoegd heffen de twee extreme clichés, de eenlagige Marlborobink en de weke homoseksueel, elkaar helemaal op. Of nog : door dit balanceren tussen de uitersten, maken Ennis en Jack misschien wel net een ver doorgedreven denkoefening in überseksualiteit – Ennis en Jack als dé overtreffende trap van de überseksueel. Iets wat de acteurs, Heath Ledger en Jake Gyllenhaal, ook in het echte leven ongetwijfeld geen windeieren heeft gelegd : volop hetero en tegelijk über genoeg om een mainstreamfilm lang passioneel verliefd op een man te zijn. Hoe watcho kun je zijn ?

Marketingtypologieën

En toch. Wat blijft in de praktijk over van dat hele alfa-, metro-, über- en watcho-verhaal ? Want uiteraard zijn het niet meer dan sluwe marketeers die deze geregeld opgefriste idealemandefinities de wereld in sturen om nieuwe consumentendoelgroepen aan te boren. De opkomst van de metroseksueel mag dan al te maken hebben met maatschappelijke verschuivingen, hij kwam er aanvankelijk vooral op aandringen van marketeers die in de mannen een nog braakliggende consumentengroep zagen. Ook mannen moesten met plezier beginnen shoppen en net daarom zelfbewuster en ijdeler worden. De metroseksueel is in de eerste plaats een enthousiaste consument, en vooral daarom meer dan welkom.

“Uiteraard zijn die typologieën grotendeels constructies van onze consumptiegerichte, kapitalistische maatschappij”, knikt Sofie Van Bauwel, communicatiewetenschapper aan de Gentse universiteit en gespecialiseerd in genderbending in de beeldcultuur. “We hebben het hier in de eerste plaats over de beeldvorming in de media en vooral de reclame, die deze typeringen nauwgezet volgen.” Maar waar rook is, is vuur. “Tegelijk staan die typologieën niet los van het hele emancipatieverhaal van de vrouw : mannen zíjn op zoek naar nieuwe identiteiten.”

Collega communicatiewetenschapper aan de Gentse universiteit Mieke Declercq beaamt het : “Die gelanceerde stereotypen kunnen helpen om een complexe werkelijkheid bevattelijker te maken. Misschien bieden ze mannen in deze hybride tijden dus wel enig houvast.”

Maar stel nu dat over vrouwen gelijkaardige ideaalbeelden gelanceerd werden, zouden we dat met zijn allen niet vreselijk politiek incorrect vinden ? Declercq : “Is het in vergelijking met vijftig jaar geleden geen hele vooruitgang dat ook vrouwen nu aan mannen hun verlangens kenbaar mogen maken ? Mij lijkt het dat vrouwen zich toch ook al uitvoerig hebben mogen plooien naar sociale en uiterlijke eisen van mannen. Omgekeerd is het dus niet meer dan een natuurlijke en onvermijdelijke evolutie.” Van Bauwel voegt nog toe : “Die typologieën mogen dan wel constructies zijn, ergens is het niet slecht dat zo’n diversiteit aan manbeelden wordt gelanceerd. Alles wat een zwart-witverhaal vermijdt, is meer dan welkom.” Laat hem dus maar komen, de kerel die binnenkort de überseksueel van zijn troon stoot. Benieuwd of hij dat met een welgemikte uppercut of eerder met een liefdevolle en schuldbewuste heupstoot zal doen.

+

+

Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content