Evenwicht tussen arbeid en gezin is niet vanzelfsprekend, een gelijke verdeling van de kinderzorg tussen moeder en vader nog veel minder. Het ouderschapsverlof wil ook mannen ertoe aanzetten om wat meer tijd vrij te maken voor het kroost. Wie zijn de jonge vaders die hun carrière even tussen haakjes plaatsen om voor de kleine te zorgen?

Sinds 1 januari 1998 is in België het recht op ouderschapsverlof van kracht. Daarmee heeft de regering een Europese richtlijn van 1996 ingevuld die stelt dat werknemers in de privé-sector recht hebben op drie maanden onbetaald en individueel ouderschapsverlof voor elk kind tot vier jaar. Voormalig minister Smet is een stap verder gegaan. Zij heeft het ouderschapsverlof ingeschreven binnen het stelsel van loopbaanonderbreking en de bestaande vergoeding van 12.000 fr. opgetrokken tot 20.000 fr. per maand. Zo wilde Smet naar eigen zeggen “de kans verkleinen dat werknemers om financiële redenen zouden afzien van hun recht op loopbaanonderbreking”. Ook werd de regeling flexibeler gemaakt. Wie dat wil, kan zijn verlof gedurende zes maanden halftijds opnemen of – maar dan wel in overleg met de werkgever – op verschillende momenten. Sinds 1 juni van dit jaar is de regeling ook van toepassing in de openbare sector.

Zoals dat wel meer het geval is met gezinsvriendelijke maatregelen, sijpelde de inspiratie uit het hoge Noorden tot Brussel door. Zweden voerde het ouderschapsverlof al in 1974 in, en de duur ervan beslaat maar liefst 450 dagen met een salariscompensatie tot 90%. Noorwegen doet niet onder. Daar kunnen ouders sinds 1993 kiezen tussen 42 weken volledig betaald ouderschapsverlof of 52 weken met een vergoeding van 80%. Bovendien koppelt de Noorse regering haar gezinsbeleid aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen, ervan uitgaand dat het een het ander stimuleert. Van de 42 of 52 weken zijn er namelijk vier exclusief voor de vader gereserveerd volgens het principe use it or loose it. Wie ze niet opneemt, is ze kwijt. Dit vaderschapsquotum, door de minister van Gezinszaken bestempeld als lichte dwang, werkt: in 1995 maakte 70% van de vaders van de regeling gebruik. Het quotum maakte het “normaler” dat ook vaders verlof nemen na de geboorte van een kind.

Zo’n vaart wil het in België nog niet lopen. In mei telden de statistieken van de RVA slechts 153 Vlaamse mannen in ouderschapsverlof, tegenover 2971 vrouwen. Dat is amper 1 op twintig. Een rondvraag door de Bond van Grote en Jonge Gezinnen in april 1998, tot nu de enige studie over ouderschapsverlof, bevestigt de trend. Er werden vijfduizend ouders met een kind van vier maanden aangeschreven, waarvan de helft mannen en de helft vrouwen. Van de 568 respondenten die voor ouderschapsverlof in aanmerking kwamen, hadden er dertig het verlof ook effectief opgenomen. Maar onder hen slechts drie mannen. Gepeild naar hun intenties, antwoordde veertig procent van de vrouwen ouderschapsverlof in overweging te nemen, tegenover slechts half zoveel mannen. Als belangrijkste belemmering halen de mannen de negatieve reacties van collega’s en werknemers aan, en ook hun schrik om promotiekansen te mislopen.

Een eigen rondvraag bij een tachtigtal bedrijven vertelt geen ander verhaal. De manager of commercieel directeur met ouderschapsverlof hebben we niet gevonden. Reden? “Aard van de business”, antwoordden meerdere personeelsverantwoordelijken. “Ik zie het nog een tijdje duren voor de bedrijfscultuur in die mate verandert dat mannen ook ouderschapsverlof opnemen. Vooral in hogere functies wordt dit gemakkelijk geïnterpreteerd als een gebrek aan motivatie”, antwoordt een ander. Een derde Human Resources Manager, een vrouw, wijst op de financiële belemmering: “Ik vermoed dat mannen zichzelf nog altijd beschouwen als de kostwinner van het gezin en daarom voltijds willen werken. Tijdens een periode van zwangerschapsrust valt een gezin al terug op minder inkomen. Als de man dan weinig verdient, heeft het gezin minder reserves en moet hij wel blijven werken voor de rekeningen. Als hij veel verdient, heeft hij waarschijnlijk een verantwoordelijke functie die hij niet zomaar drie maanden kan opgeven.”

Maar ook het maatschappelijke verwachtingspatroon speelt een rol: “Ik ken mannen die deeltijds gingen werken om allerhande redenen. Maar de enige reden die maatschappelijk aanvaard wordt, is bijverdienste of opstarten als zelfstandige. Met andere woorden, activiteiten die weerom passen binnen het beeld van de man als kostwinner.”

Het meest veelzeggende antwoord komt, opnieuw, van een vrouw: “Ik heb zelf ouderschapsverlof genomen, maar ja, ik ben natuurlijk geen man. Mijn man wou wel, maar hij durfde het niet eens voor te stellen uit angst om zijn huidige functie te verliezen. Ik denk dat dat voor veel mannen het geval…”

Wie zijn dan de witte raven met ouderschapsverlof? We vonden er vier en elk van hen was aanstekelijk enthousiast.

Hassane: “Na al die jaren van inzet voor de kinderen van anderen, wilde ik er nu zijn voor mijn eigen kind.”

Hassane ontvangt me met een stralende dochter van negen maanden op de arm. Zohra heet het meisje, zoals de koningin van de schoonheid in de Arabische mythologie. Hassane is geboren in de Marokkaanse koningsstad Meknes. De liefde voor een Belgische toeriste, nu zijn vrouw Ingrid, bracht hem zes jaar geleden naar Mortsel. In een mum van tijd leerde hij perfect Nederlands spreken en nu werkt hij halftijds als conflictbemiddelaar in een school voor deeltijds leren. Daarnaast is hij halftijds stafmedewerker bij een integratiecentrum, waar hij vorming geeft aan Marokkaanse mannen van de eerste generatie.

“Net die omgang met twee verschillende generaties maakt mijn werk zo boeiend. Maar het is ook een zware job. Je wordt voortdurend geconfronteerd met problemen en conflicten. Overuren, avondwerk, noodsituaties, niets was mij te veel. Maar toen Ingrid zwanger was, had ik zoiets van: na zes jaar volledig beschikbaar te zijn voor het werk, wil ik nu even tijd om ten volle van mijn dochter te genieten.

Mijn familie woont in Marokko. Zohra is mijn eerste echte familie hier, en om haar te zien opgroeien wilde ik tijd vrijmaken. Toen ik hoorde dat ik recht had op ouderschapsverlof, heb ik geen ogenblik getwijfeld. Mijn baas en mijn collega’s maakten geen enkel bezwaar. Alleen de oudere migranten met wie ik werk waren teleurgesteld dat ik zomaar drie maanden wegbleef. Ik ben voor hen een vertrouwensfiguur en ze voelden zich in de steek gelaten. De wet voorziet wel dat je vervangen wordt, en dat is in mijn geval ook gebeurd, maar het vertrouwen dat je voor dit soort werk nodig hebt, bouw je niet in enkele weken op. Of ik schuldgevoelens had? Een beetje wel, maar anderzijds heb ik die drie maanden verdiend. Na al die jaren van inzet voor de kinderen van anderen, wilde ik er nu zijn voor mijn eigen kind.

Ik heb mijn ouderschapsverlof nog tijdens het zwangerschapsverlof van Ingrid opgenomen. Het was eigenlijk de bedoeling om die maanden samen met Zohra in Marokko door te brengen en daar haar geboorte te vieren. Problemen met de wagen hebben die plannen doorkruist. We hebben Zohra’s geboorte dan maar met onze vrienden in België gevierd.

Ook voor Ingrid was het leuk dat ik tijdens die eerste maanden samen met haar thuis was. Het was winter, koud, vroeg donker en het vergt wel enige tijd om van een bevalling te recupereren. Het is ook Ingrids eerste kind, dus, dachten we, waarom zouden we die eerste maanden niet samen alles uitzoeken? Alleen de laatste maand van mijn verlof stond ik er alleen voor. Dat was spannend, want Marokkaanse mannen zijn het niet gewoon om huishoudelijk werk te verrichten. Ik was dus benieuwd of ik dat zou kunnen, voor een baby zorgen. Zelfs Ingrid vroeg zich af of ik het alleen zou redden. Wel, het antwoord is ja. Vroeger was ik ’s ochtends onuitstaanbaar tot ik mijn koffie en een sigaret op had. Nu word ik wakker als ik Zohra hoor. Ik ga dan kijken, zie haar lachen en mijn dag is al goed. Ik verschoon Zohra, geef haar eten, zet haar in de box en pas dan drink ik mijn koffie.

Er zijn natuurlijk financiële gevolgen. Je ontvangt 20.000 fr. plus een aanmoedigingspremie van de Vlaamse Gemeenschap, maar hoe dan ook leverde ik de helft van mijn loon in. We hebben onze levensstijl moeten aanpassen. Ik feest graag en geef gemakkelijk geld uit. Tijdens mijn ouderschapsverlof was dat niet meer zo vanzelfsprekend. Je moet afwegen wat je het belangrijkste vindt. Ofwel wil je tijd voor je gezin, ofwel wil je geld verdienen. Wij hebben onze rekening gemaakt, en hoewel we het met minder moesten doen, hebben we drie maanden tijd gewonnen om samen te zijn, om op reis te gaan, om van alles te doen met Zohra.

Ouderschapsverlof is een moment van rust. Door tijd te maken voor je kind maak je ook tijd voor jezelf. Mijn werk is belastend, hoewel ik het graag doe. Dankzij de drie maanden die ik vrij had voor Zohra kan ik er nu makkelijker afstand van nemen. Niet dat ik minder gemotiveerd ben of minder hard werk. Maar er is nu ook nog iets naast mijn baan. Het is niet dat ik minder wil werken. Een viervijfderegeling bijvoorbeeld zegt me niets. Ik heb mijn werk nodig. Drie maanden ouderschapsverlof waren voldoende. Maar bij een tweede kindje zal ik het zeker opnieuw doen.”

Koen: “Ik genoot vooral van de extra rust in mijn leven. Ik had het gevoel alles beter in de hand te hebben.”

De tweeling zit net in bed maar wil niet slapen. Ten einde raad heeft Ingrid de kinderen dan maar in aparte kamers gelegd. Ze is moe.

“Je weet zelf hoeveel werk een kindje meebrengt, beeld je dan maar eens in dat je er twee op hetzelfde moment krijgt”, zegt ze. Voor haar man Koen was dat de reden om een jaar halftijds te werken, in het kader van loopbaanonderbreking. “Het ouderschapsverlof was nog net niet in voege maar mijn opzet was hetzelfde; minder gaan werken omwille van de kinderen. Marlies en Jolien waren een jaar oud.

Ingrid werkte in ploegen, vaak zes dagen per week, en ook ik had een voltijdse baan. Het was een helse klus om de opvang van de kinderen te organiseren. Met de kwaliteit van ons gezinsleven was het droevig gesteld. Je hebt wel twee kinderen, maar eigenlijk beleef je weinig plezier aan hen. Het was de bedoeling dat Ingrid loopbaanonderbreking zou nemen. Maar toen we bij haar werkgever polsten, bleek dat uitgesloten. Wat meteen het relatieve karakter van het recht op ouderschapsverlof aantoont. Als de werkgever niet akkoord gaat, dan kom je niet ver. Wie is er bereid omwille van die drie maanden een zaak aan te spannen of zijn werkzekerheid in het bedrijf op de helling te zetten? Mijn werkgever maakte geen bezwaren. Ook mijn overste en mijn collega’s brachten begrip op voor mijn beslissing. Nochtans lag mijn vervanging niet voor de hand. Mijn opdracht bestaat erin te bemiddelen tussen werkgevers, curatoren en werknemers bij faillissementen. Het is een nogal specifieke job die je maar leert door ze te doen. We zitten ook met behoorlijk ingewikkelde dossiers en deadlines en verjaringstermijnen. Het is onmogelijk om het op de dienst wat rustiger aan te doen of om dossiers door te schuiven naar later. Daarom was voltijds ouderschapsverlof voor mij niet interessant. Ik kan het mij niet permitteren om drie maanden volledig weg te blijven. Ook een blijvende arbeidsduurvermindering is in mijn geval geen oplossing. Onze dienst is te klein om het werk anders te verdelen en het is onmogelijk om mij voor bijvoorbeeld eenvijfde te vervangen. Een dag per week minder werken zou in praktijk neerkomen op hetzelfde werk presteren voor van mijn huidige loon. Een jaar halftijdse loopbaanonderbreking was op korte termijn de beste oplossing. Nu moet ik wel zeggen dat de paar dagen die ik bleef werken veel stresserender waren dan de voltijdse voorheen. Je moet op minder tijd een hoeveelheid werk klaren die niet in verhouding verminderd is. Bij het thuiskomen moest ik toch altijd even afkicken. Anderzijds viel die stress veel makkelijker van me af dan daarvoor. En dat was heerlijk. Want je hebt meer tijd, voor je kinderen en voor jezelf.

Niet dat je plots veel meer gaat doen. Van mijn plannen is niet veel in huis gekomen. Ik ga bijvoorbeeld heel graag fietsen, maar denk niet dat ik tijdens mijn loopbaanonderbreking veel tochten heb gemaakt. Dat is niet erg. Voor mij is dat geen gemiste kans. Ik genoot vooral van de extra rust in mijn leven. Ik had het gevoel alles beter in de hand te hebben. Als je met z’n tweeën voltijds werkt, zit je vast aan een stramien. Overdag werk je en ’s avonds moet je de kinderen verzorgen. Veel keuze is er niet. Als je halftijds werkt, kies je zelf hoe je je tijd organiseert. Dat is pure luxe.

De financiële inlevering valt in de praktijk best mee. Zeker als je loon niet te hoog is. Met mijn halftijdse wedde en de vergoeding voor loopbaanonderbreking en de premie van de Vlaamse Gemeenschap is het verlies beperkt. Als je dan ziet hoe de kwaliteit van je leven verbetert…

En ja, na een jaar moet je dan opnieuw naar de stress. Maar dat viel eigenlijk goed mee. Ik had het gevoel mijn werk beter te kunnen relativeren. Door afstand te nemen van je baan, krijg je beter zicht op je taken en doelstellingen. Je gaat je werk beter organiseren, prioriteiten stellen, je dossiers afwerken binnen de beschikbare tijd, kortom, veel efficiënter werken. Zodat er meer tijd overblijft voor je gezin.”

Walter: “Ik vermoed dat nogal wat mannen stilzwijgend jaloers zijn.”

De spanning neemt toe ten huize van Walter en Arianne. Elke dag kan het bericht komen dat ze hun adoptiedochtertje mogen ophalen in Sri Lanka. Die adoptie was voor beiden de aanleiding om ouderschapsverlof aan te vragen.

“Van zodra het kindje hier is, halftijds gedurende zes maanden. Bij adoptie heeft de moeder geen recht op verlof voor de eerste opvang, zoals bij een bevalling. Dat is jammer, want de veranderingen zijn ingrijpend, voor ons maar vooral voor het kindje. Het zal in een totaal andere omgeving terechtkomen. Het leek ons logisch dat we ons dochtertje niet van die kribbe in Sri Lanka naar de andere in Lanaken zouden sturen. Ze zal zich aan iemand willen hechten, zeker als ze al wat ouder is. Dan volstaat het niet te zeggen: ik ben nu jouw papa en dat daar is mama. Ze zal zich hechten aan wie er het meest voor zorgt. En dat willen wij zijn.

Arianne had voltijds verlof kunnen nemen. Zo gaat dat meestal. Maar dat deed ze liever niet. Zelf had ik er als man geen enkel probleem mee om loopbaanonderbreking te nemen en huisvader te spelen. Bij een geboorte beleef je de zwangerschap, de bevalling en de eerste opvang vanuit verschillende standpunten. De vrouw heeft drie maanden verlof en meestal blijft de man werken. Vaak komt dit erop neer dat je een weekendvader bent. Zo is het klassieke patroon. Bij een adoptie is dat helemaal anders. Je beleeft de hele voorbereiding veel meer vanuit eenzelfde perspectief. Je volgt dezelfde cursussen, ondergaat dezelfde evaluatieperiode. Je maakt samen de reis, ontvangt samen het kind. Je maakt dus bijna identiek hetzelfde mee. Als het kindje hier is, wil ik dat zo houden. Ik wil voltijds vader zijn.

Ik heb een lagere kaderfunctie bij een elektronica-multinational en ben de eerste man in het bedrijf die ouderschapsverlof aanvroeg. De personeelsdienst reageerde niet negatief, maar ook niet uitgesproken positief. Veeleer in de zin van: het is een recht, we kunnen het niet weigeren. Ze zaten vooral verveeld met de praktische herverdeling van mijn taken, te meer omdat het niet zeker is wanneer ik precies afwezig zal zijn. Op hoger managementsniveau heeft men geen belangstelling getoond. Je zou verwachten dat ze naar je toekomen en vragen hoe dat nu eigenlijk zit met die adoptie en dat ouderschapsverlof. Mijn directe collega reageerde wel zeer enthousiast, hoewel net hij voor een stuk zal opdraaien voor het meerwerk.

Of het een promotie zou beletten? Misschien, het is een risico dat je loopt. Ik lig daar niet van wakker. Het ligt niet in mijn aard om carrière te maken. Maar ongetwijfeld zal dit ouderschapsverlof in mijn nadeel spelen als ik samen met een andere kandidaat in aanmerking kom voor een hogere functie. Voor veel andere mannen is dat een belemmering, zeker in een bedrijfsomgeving. Zij laten de zorg voor de kinderen liever aan hun vrouw over. Toch vermoed ik dat nogal wat mannen stilzwijgend jaloers zijn. Velen zouden graag minder werken en wat huishoudelijke taken op zich nemen, zeker als de kinderen klein zijn. Maar de carrière, de reacties van anderen en vooral het financiële aspect houden hen tegen. Mensen veronderstellen automatisch dat je er warmpjes bijzit als je plots minder gaat werken. Of vragen zich af hoe je het gaat rooien met zoveel loonverlies. Wij zullen ook putten uit onze spaarcenten. Maar anderzijds dient het tweede inkomen toch voor een stuk om de luxe te betalen: de tweede auto, de verre reizen, een huis dat groter is dan je nodig hebt… Je kunt ook zonder, al was het maar voor even. Net daarom verwondert het mij dat zo weinig mannen van ouderschapsverlof gebruikmaken.

Hoe ik me die maanden voorstel? Ik zal veel met het kind bezig zijn. Maar ik hoop ook nog wat tijd over te houden voor andere zaken. Ik zie mezelf bijvoorbeeld inkopen doen met de fiets in plaats van met de wagen. En hopelijk heb ik wat meer tijd om in de tuin te werken. Sinds mijn studies heb ik onafgebroken gewerkt. Van mijn laatste vakantiejob ben ik recht mijn job binnengerold. Na elf jaar is het een leuk vooruitzicht om een pauze in te lassen. Om eens de sleur te doorbreken.”

Jeroen: “Ik wilde als vader prominenter aanwezig zijn tussen moeder en dochters.”

Jeroen had een druk leven. Hij werkte halftijds voor Pro Velo, een Brusselse vzw die het fietsen in de hoofdstad promoot. Daarnaast was hij halftijds educatief medewerker van de Bond voor Grote en Jonge Gezinnen. ’s Avonds, in volle spits, moest hij met de wagen Brussel uit om tot in de verste uithoeken van Vlaanderen vorming te geven. Een gruwel voor een fietsfanaat. Twee halftijdse banen vormen samen anderhalve voltijdse, zegt men, maar alsof dat nog niet volstond, gidste Jeroen ook nog voor Brukselbinnenstebuiten, een vzw die Brussel op een andere manier laat zien.

“Dat ritme was niet vol te houden, te meer omdat ook mijn vrouw voltijds werkte. We hadden toen al één kindje, dat gelukkig heel gemakkelijk was, maar het werd te veel. Zeker omdat het soort werk dat we deden een engagement vereist waardoor je meer doet dan verwacht wordt. Toen ons tweede kindje werd geboren, heb ik enkele radicale beslissingen genomen. Ik heb halftijds ouderschapsverlof genomen aansluitend bij het zwangerschapsverlof van mijn vrouw. Daardoor viel het avondwerk weg en was ik twee of drie dagen per week thuis. Ik hield ook de kinderen thuis en nam het grootste deel van het huishoudelijk werk op mij.

Die drie maanden heb ik benut om eens goed na te denken, alles op een rijtje te zetten en te beslissen hoe ik mijn werk daarna zou organiseren. Uiteindelijk heb ik ontslag genomen bij de BGJG. Nu werk ik viervijfde bij Pro Velo, elke dag van de week maar minder uren per dag. Ik stop nu iets voor vier zodat ik de kinderen van school kan halen. Mijn vrouw is voltijds blijven werken.

Een tweede reden om ouderschapsverlof te nemen was dat ik merkte dat de kinderen zich veel meer aan hun moeder hechtten dan aan mij. Tijdens het zwangerschapsverlof en bij zeker borstvoeding groeit er een zeer intieme band. Als man kun je daar met je drie dagen verlof niet tegenop. Ik wilde als vader prominenter aanwezig zijn tussen moeder en dochters. Door drie maanden intens met de kinderen bezig te zijn, is dat ook deels gelukt.

Wij hebben ons nooit de vraag gesteld of nu de man dan wel de vrouw minder zou werken. Gezien de aard van de job van mijn vrouw lag het voor de hand dat ik dat zou zijn, zij heeft mij dat nooit gevraagd. Die beslissing heb ik uit eigen initiatief genomen. En stel dat de verantwoordelijkheden van mijn vrouw toenemen, dan weerhoudt niets mij om nog wat minder te werken en nog meer huishoudelijke taken op me te nemen. Ik heb een toffe job, ze is inhoudelijk sterk en draagt ertoe bij dat Brussel een leefbaarder stad wordt. Maar als dat slechts de helft van mijn tijd beslaat, dan is dat wat mij betreft voldoende. Ik vind het trouwens merkwaardig dat men de waarde van een job afmeet aan het aantal uren dat je klopt. Dat men niet aanvaardt dat je boeiend werk verricht en slechts zes uur werkt per dag. We kunnen vandaag zoveel zaken zoveel sneller doen dan vroeger en toch leidt dat niet tot rustiger werken. Integendeel, we willen net nog meer doen.

Het spreekt voor zich dat mijn werkgever geen bezwaar maakte toen ik ouderschapsverlof aanvroeg. De BGJG is altijd één van de grootste pleitbezorgers voor dit soort regelingen geweest. Maar er stelde zich een praktisch probleem. Ik moest, wettelijk verplicht, vervangen worden. Voor drie maanden is dat niet eenvoudig. Gelukkig was een vroegere stagiaire daartoe bereid, ondanks het feit dat haar beginwedde amper meer bedroeg dan haar werkloosheidsuitkering. Ik kan me voorstellen dat de vervangingsplicht in andere gevallen wel een onoverkomelijk probleem is.

Tijdens mijn ouderschapsverlof begon ik de dag met wat huishoudelijk werk, veel strijken, en voor het overige heb ik veel met de kinderen gedaan. Je zou ervan versteld staan hoeveel plezante parken er in Brussel zijn. We hebben ze allemaal bezocht. En we hebben veel gefietst. Maar kinderen kunnen ook lastig zijn. Ik heb dat onderschat. Ze kunnen ook niet zoveel als je denkt. Een dagje Planckendael bijvoorbeeld. De kleinste wordt moe, hij slaapt in zijn buggy. Maar dan wordt ook de oudste moe en die kan nergens slapen. Ze begint te zeuren en ten slotte moet je gewoon terug naar huis. Kinderen eisen je ook volledig op. Ze kunnen wel even alleen spelen, maar toch niet altijd. Je moet ze voortdurend stimuleren. Een boek lezen met twee kinderen om je heen, dat lukt niet. Het heeft mijn bewondering voor vrouwen die én werken én het huishouden doen alleen maar vergroot. Ook trouwens voor vrouwen en mannen die fulltime thuisblijven. Mijn zus heeft vijf kinderen, dat is hard werken. En de maatschappelijke waardering staat niet in verhouding.”

Lieven Sioen / Foto’s Jan Caudron

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content