Tom Vandyck

Groot alarm bij Weekend Knack. “Er is iets aan de hand met de dertigers”, hoor ik van redactrice Annemie Struyf. “Was jij niet net dertig geworden?” Ja, en hoe. Wekenlang van het ene feestje naar het andere gehold. Verbazingwekkend hoeveel mensen mijn dertigste verjaardag voldoende reden vonden om een fles open te trekken, achter het fornuis te gaan staan of een cadeautje tevoorschijn te toveren. Op die manier wil ik wel elke week dertig worden.

Maar goed, er is dus iets met de dertigers, zeggen ze bij Weekend Knack, en als die dat zeggen, dan moet daar iets van waar zijn. Dertigers zijn het noorden kwijt, heet het. Te veel keuze en te weinig regels.

Trouwen, samenwonen of single? Doe uw goesting. Kinderen? Het mag, maar het moet niet. Werken? Tja, dat moet wel (een mens moet eten), maar als je het een beetje handig aanpakt, kan je van de ene naar de andere baan wippen tot je een ons weegt.

Maar wil dat zeggen dat wij, dertigers, als verdwaasde zombies over straat lopen, compleet tureluurs van de mogelijkheden die deze wereld ons op een gouden schaaltje aanbiedt? Ik neem aan dat een aantal van mijn leeftijdgenoten inderdaad lichtjes doldraaien. Maar mij hoort u niet klagen. Het is waar, ik heb tegenwoordig een job, een hip appartement in het hartje van de stad, een inwonend lief, een wasmachine en een auto voor de deur. Maar toegegeven: mijn mentale leeftijd is nog steeds 26. Hoewel het al toch even geleden is dat de poorten van de universiteit achter me dichtsloegen, heb ik nog steeds het gevoel dat ik net afgestudeerd ben en ondertussen een beetje aan het werk, maar dat het allemaal nog om te spelen is.

Ik vind: life is a beach. Is daar iets mis mee? Absoluut niet, als u het mij vraagt. Ik ben niet katholiek opgevoed, dus heb ik geen last van drukkende plicht- en schuldgevoelens. Als ik genoeg poen heb om mijn huur en mijn eten te betalen en me ook nog een beetje te amuseren, dan is het allang goed. De rest is meegenomen, maar niet strikt noodzakelijk.

Waar ik het heen-en-weer van krijg, is de overvloed aan elektrische apparaten waar een mens zich in de loop der jaren mee omringt, die ooit gerepareerd of weggegooid moeten worden. Ophalers van grof vuil moeten mij bellen om beleefd te vragen of er niks opgehaald moet worden, niet andersom. Of de rekeningen en belastingbrieven die om de haverklap in de bus vallen. Tot mijn scha en schande heb ik inmiddels ondervonden dat je die echt wel op tijd moet betalen, anders komt er heibel van.

Vindt u mij een verwend nest? U hebt ongetwijfeld gelijk. Ik behoor ook tot de meest verwende generatie aller tijden. Ik herinner me nog goed hoe de vakanties met mijn ouders mij en mijn broertje elk jaar een beetje verder van huis voerden. Ieder jaar bracht de Sint een cadeautje dat net iets groter en leuker was dan dat van een jaar voordien, en na een tijd kwam zelfs de kerstman langs. Bovendien werd ik volwassen en in de gouden jaren negentig, toen dotcom nog een toverwoord was en de duurbetaalde jobs je naar het hoofd gesmeten werden. Maar ik wéét tenminste dat ik een verwend nest ben, en ik geniet daar zeer bewust en met volle teugen van.

Maar ik ben wel degelijk dertig. Dat merkte ik een paar weken terug, toen ik met een paar maten (vroege dertigers, jawel) op een hip-hopfeestje in de stad was. Het gros van het opgekomen publiek was aanmerkelijk jonger dan wijzelf, maar aangezien we hardnekkig weigeren om daar conclusies uit te trekken, was dat geen probleem. Nee, de openbaring kwam er toen ik mijn jas ging ophangen en in de smiezen kreeg dat ik mijn vestiairenummertje in mijn portefeuille tussen twee frequent flyer-pasjes gestoken had. Nee jongen, dacht ik, jij bent bepaald geen twintig meer, fucking yuppie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content