„Ik heb de man van mijn leven gevonden en wil me thuis voelen in zijn wereld. Mijn bekering is een eerste grote stap.”

Een vriendin stelde me aan hem voor op haar verjaardagsfeestje. Een knappe jongen, met donkere ogen, een lieve lach en mooie grote handen. In een mum van tijd waren we in een gesprek verwikkeld dat de rest van mijn leven zou bepalen. Want daar, in dat kleine appartementje met zicht op de stad, werd ik verliefd. David gaf me zijn mobiele nummer. Ik zette nooit een eerste stap tot daten of afspreken, maar na een week was ik niet meer te houden. Met een klein hart vormde ik zijn nummer. „David ?” vroeg ik. „Karo-lien ?” antwoordde hij met een enthousiasme dat me de moed gaf om te vragen of hij plannen had voor vrijdagavond. Er viel een stilte. Enkele seconden later zei hij : „Het spijt me, Karo-lien, maar op vrijdagavond blijf ik bij mijn familie. Dat is nu eenmaal onze traditie.” Of we elkaar ook tijdens de week konden zien. Natuurlijk kon dat. Dus maakten we een afspraak op woensdagavond. Ik kon mijn geluk niet op. Drieëntwintig was ik en voor het eerst écht verliefd. In gedachten heb ik mijn kleerkast wel tien keer binnenstebuiten gekeerd. Wat zou ik aantrekken ?

VLINDERS IN DE BUIK

We stonden op hetzelfde moment op de stoep voor onze afspraakplek. Hij hield de deur voor me open, nam mijn jas aan. Man, wat was hij galant ! Of ik iets wilde drinken ? Hij nam een wijntje, ik een glas cava. En toen zijn we beginnen te praten tot de kroegbaas ons liet weten dat hij de zaak ging sluiten. Ik kroop die nacht met vlinders in mijn buik in bed, en sindsdien volgde de ene afspraak de andere op. David begon me te vertellen over zijn familie. Hij was de jongste van zeven kinderen. Ze woonden in de Antwerpse diamantbuurt. En zijn vader gaf les. „Maar niet op een gewone school”, zei hij. Stilaan werd het plaatje duidelijk : vrijdagavond met de familie, jongste van zeven, Antwerpse diamantbuurt, geen gewone school… „Ben je katholiek opgevoed ?” vroeg ik hem zonder nadenken. Hij schudde zijn hoofd. „Ik heb joodse roots”, zei hij. David lachte lief. „Schrikt dat je af ?” Ik moest even nadenken. „Hoe streng leven jullie dan ?” vroeg ik stilletjes. „We zijn gematigd, maar houden ons aan enkele regels, zoals sabbat vieren op vrijdag. Ik ga ook elke week naar de synagoge. Niet omdat ik verplicht word maar omdat ik er de sfeer zo fijn vind. En omdat ik me verbonden voel met de mensen die er zitten.” Hij gaf me een kus op mijn voorhoofd en nam mijn hand. „Lieve Karolien”, fluisterde hij. „Als je een joods lief niet ziet zitten, dan is dat je recht. Maar blijf eerlijk, en houd me alstublieft niet aan het lijntje.” Natuurlijk zou ik hem om die reden niet zomaar loslaten. Maar ik had even tijd nodig om dit tot me te laten doordringen. En ik dacht aan mijn vader. Ik ben namelijk erg katholiek opgevoed.

WELKOM IN DE FAMILIE

Ik vond het spannend, een nieuwe wereld waar ik zo goed als niets van wist. Ik stelde David steeds meer vragen, en hij vertelde graag over zijn geloof. En over zijn familie in Israël die hij één keer per jaar bezocht. En toen kwam de vraag waar ik al een tijdje op wachtte. „Kom je volgende week sabbat mee vieren ?” Ik knikte. Dus stond ik die vrijdagavond nieuwsgierig en nerveus voor hun huis. Ik hoorde gezang. David stelde me aan iedereen voor. Ik zag hem voor het eerst met zijn keppeltje op, net als alle andere mannen van het gezelschap. De vrouwen waren prachtig gekleed, alsof ze naar een trouwfeest moesten. En ook de kinderen zagen er meer dan keurig uit. De mannen waren al naar de synagoge geweest. De vrouwen hadden gekookt. De tafel stond vol met schaaltjes en schoteltjes. De vader van David nam plaats aan het hoofd van de tafel. De moeder van David stak de kaarsen aan. En wij gingen er met zijn allen omheen zitten. Ik voelde me onwennig. David gaf me een knipoog en een aai over mijn wang en dat stelde me gerust. Zijn vader begon te bidden in het Hebreeuws. Hij zegende de wijn en het brood. Het viel me op dat er zoveel warmte in die woonkamer hing. Ook naar mij. En ik dacht dat de Joodse gemeenschap zo gesloten was. Niet bij David dus. Ik was meer dan welkom, ook als niet-joodse. Toen ik met de schoonzussen van David begon te praten, bleek dat zij niet allemaal joods van origine waren. Ze hadden zich bekeerd. „Uit pure liefde”, vertelde de vrouw naast me. „En ik heb er nog geen moment spijt van gehad.” Ik was zo onder de indruk. Hoe lang was het geleden dat ik met mijn broer en zussen aan één tafel zat ? Bij David gebeurde dat elk weekend. Die avond heeft mijn liefde voor David alleen maar versterkt.

NAAR ISRAËL

David en ik werden onafscheidelijk. Twee jaar lang deelden we lief en leed, onbezorgd. Ook mijn ouders hadden zich verzoend met het feit dat hun oudste dochter een joodse vriend had. Ze vonden David super. Mijn vader hield ervan om ’s avonds met David een glaasje whisky te drinken en diepe gesprekken te voeren. Het was fijn om die twee met elkaar bezig te zien. Het verwonderde me niet toen David me op een dag vroeg om mee te gaan naar Israël. We konden er bij een oom en tante logeren. In Tel Aviv wachtte zijn oom ons op. Het werden twee onvergetelijke weken. Alsof ik me meer dan ooit met het joodse volk verbonden voelde. Ik was vastbesloten om Hebreeuwse lessen te volgen.

Toen kwam de dag waarop we over trouwen begonnen, drie jaar na onze eerste ontmoeting. David was afgestudeerd en kon op een advocatenkantoor beginnen. Ik wilde graag met hem samenwonen, maar daarvoor moeten we eerst trouwen, ook dat maakt deel uit van de joodse traditie. Ik sprak stiekem af met twee van zijn schoonzussen. Ik wilde graag Davids vrouw worden, maar dan wel zoals het moet, met alles erop en eraan. Een schoonzusje legde me uit wat er zo allemaal moest gebeuren voor ik me kon bekeren. Ik moest het Hebreeuws onder de knie krijgen. Maar daar was ik al twee jaar intens mee bezig. En dan zou ik voor de Beth Din moeten verschijnen, een soort van rechtbank in Israël, waar enkele rabbijnen me allerlei vragen zouden stellen. Zij zouden beslissen of ik rijp genoeg was om joods te worden. Als ook dat in orde was, werd ik bij de mikwe verwacht, het bad waarin ik gedoopt zou worden. Ik zou een joodse naam moeten kiezen. Maar die had ik al in mijn hoofd. Ik was vroeger bezeten door het verhaal van Anne Frank. Haar moeder heette Edith en dat vond ik een prachtige naam. Dus was ook die keuze snel gemaakt. Toen ik van de schoonzusjes terug thuiskwam, zat David op me te wachten. Ik vertelde hem over mijn gesprek met zijn schoonzussen. Hij keek me verwonderd aan, met een twinkeling in zijn ogen. „Zou je dit allemaal voor mij willen doen ?” vroeg hij. „Voor ons, bedoel je ?” was mijn spontane reactie.

FEEST IN DE SYNAGOGE

We zijn een klein jaar verder. Mijn Hebreeuwse lessen heb ik afgerond. Zoals het er nu uitziet, kunnen David en ik in de loop van volgend jaar trouwen. „Nooit gedacht dat ik een joodse dochter zou hebben”, zegt mijn vader soms. Ook al weet ik dat hij destijds even moest slikken bij de gedachte, toch reageert hij respectvol op mijn keuze. Ik heb de man van mijn leven gevonden. Ik wil hem aanvaarden zoals hij is. En ik wil me thuis voelen in zijn wereld. De bekering is een eerste grote stap. Of we ook streng joods zullen leven ? David is een moderne man die met beide voeten in de wereld staat. Ik kan bijvoorbeeld van mijn ouders niet eisen dat ze geen varkensvlees in huis halen als wij op bezoek komen.

Ik ben best een beetje nerveus, ja. Trouwen in de synagoge, dat blijft een bijzondere gebeurtenis. Maar ik heb er alle vertrouwen in. In vier jaar tijd is mijn leven compleet veranderd. Ik ben een gelukkige vrouw en stapelverliefd.

Omwille van de privacy worden namen soms veranderd in deze rubriek.

DOOR BARBARA CLAEYS

„Ik dacht dat de joodse gemeenschap zo gesloten was. Niet bij David dus. Ik was meer dan welkom, ook als niet-joodse”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content