Het was een onvergetelijk interview. Een of andere Hollywood-diva vergeleek Sir John Gielgud en Sir Laurence Olivier in de overbekende liefdesscène uit Romeo en Julia. Gielgud was een voortreffelijk acteur, zei ze meewarig, maar zoals hij daar stond te mummelen onder dat balkon… Ze maakte haar zin niet af en dat hoefde ook niet, want het was overduidelijk wat ze bedoelde. Sir John kon het wel schudden.

Nee, dan was die Olivier andere koek. Zo atletisch als die daar stond te shakespearen, daar kon geen twijfel over bestaan. Hij wou zijn Julia en hij zou ze krijgen, en niet alleen op het balkon. Natuurlijk wil iedereen Julia en dus wil iedereen Olivier zijn. Als ik kon kiezen, zou ik het ook wel weten. Helaas, ik ben meer een Gielgudje.

Ik ben een mens van veel twijfels en weinig zekerheden. Dat vergemakkelijkt mijn leven niet en het heeft me al behoorlijk wat tijd gekost. Ik tover niet om de haverklap meningen uit mijn hoed, want als er al eens iets bij mij opwelt wat op een mening lijkt, moet ik die zonodig aan alle kanten besnuffelen voor ik weet of ik ze houden wil. Mensen die overtuigd zijn van hun gelijk en daarop afstevenen zonder links of rechts laat staan achterom te kijken, verbazen mij dan ook in hoge mate.

Zo zou ik ook moeten zijn, denk ik in ogenblikken van vertwijfeling. Want dàt zijn de mensen die het maken, zij die weten wat ze willen en niet rusten eer hun wil wet is. Dat zijn de Dehaene-mensen, de blokken waar geen tochtje twijfel doorheen waait. Luide stem en forse tred, beslissen, doen en basta. Nooit vraagtekens, alleen maar punten. En, als het effe kan, uitroeptekens. Hoe heerlijk toch!

Ik bewonder zulke mensen. Dat zij het zo snel en zo vaak bij het rechte eind kunnen hebben!

Want recht moet dat eind toch zijn, als ze er zo zelfverzekerd over praten en zo consequent naar handelen? Zo’n volbloed vip-behandeling geef je toch niet aan de eerste de beste mening? Ziet u, daar staan alweer twee vraagtekens op een rijtje, en die staan er niet toevallig. Juist omdat ik zelf zo’n twijfelaar ben, bewonder ik zulke mensen namelijk niet alleen, ik wantrouw ze ook een beetje.

Lange tijd heeft het grote gelijk mij sprakeloos gemaakt. Als iemand het maar met genoeg lef verkondigde, dacht ik al snel “dat zal dan wel”. Tot ervaring me leerde dat de meest robuuste meningen vaak gebouwd waren op drijfzand. Dat gelijkhebbers evenzeer uit hun lood waren geslagen door mijn twijfels als ik door hun zekerheden. Ik dacht steeds minder “dat zal dan wel” en almaar vaker “is dat wel zo?” – ook omwille van dat vraagteken, natuurlijk.

Het had te maken met de leeftijd, veronderstelde ik, met die geur van gebakken lucht die zo vaak mijn neusgaten prikkelt. Maar nu blijkt het eensklaps ook een teken des tijds te zijn: de Dehaene-mensen hebben de baan geruimd voor de Verhofstadt-mensen. En zo’n spleetje tussen de tanden laat behoorlijk wat twijfeltocht door.

Herinnert u zich de dioxine-telefonade in de tuin van Magda Aelvoet? Het was de prelude tot een symfonie van herziene meningen en bijgestuurde beslissingen. Startbaan of nucleair transport, niets om je over te schamen, integendeel. Gelijk halen is niet langer aan de orde, ongelijk bekennen de kunst. Vervallen ham wordt vers, Mortier vertrekt en Mortier blijft in Salzburg, we hebben een excuuspaus en we doen aan sorry-politiek.

Wat een verademing! Aarzelingen aanvaard, twijfels toegestaan, gebreken geduld. Eindelijk een wereld op mensenmaat, op maat van mensen zoals ik, bedoel ik. Eindelijk een sukkelplaneetje. Als het maar zo blijft, bid ik ’s nachts bang. Als ze hun twijfels maar trouw blijven. Als ze maar geen ongelijk bekennen om achteraf des te meer gelijk te halen. Net nu ik me hier een beetje beter thuis begin te voelen.

Het is zo gezellig, met zijn allen onder dat balkon. En maar stuntelen in de schemering, in afwachting van de dageraad. Julia zullen we nooit krijgen, zoveel is zeker. Maar ik heb Hamlet altijd een veel mooier stuk gevonden.

INGRID VANDER VEKEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content