Binnenhuisarchitect Marc Lauwers gelooft niet dat alles kan en alles mag in binnenhuisinrichting. Wel dat je alle mogelijkheden moet aanwenden om het beste uit een huis te halen, zonder de eigenheid ervan te verraden. Zijn eigen huis als klassiek voorbeeld.

“Eén blik en ik wist het meteen: met dit huis kon ik iets. Die grote ruimtes, de ruime tuin, het vele licht, dàt waren de elementen die me enorm aantrokken. Ik hou van veel daglicht in huis, dat maakt een huis open en luchtig.”

Het pand, gesitueerd in een mooie en rustige wijk in het Antwerpse Berchem, was onbewoonbaar verklaard en stond al zes jaar leeg. Maar zijn klassieke uitstraling was het niet verloren. De sfeer die er hing, bezorgde de eigenaar spontaan ideeën voor de inrichting. “Ik wilde bewijzen dat je in een klassiek huis met behoud van de oorspronkelijke stijl toch van modern comfort kunt genieten.”

Marc Lauwers (36), binnenhuisarchitect en vader van drie kinderen, praat gepassioneerd over zijn beroep. Het inrichten van zijn eigen huis is meer geweest dan het zomaar toepassen van persoonlijke smaak. Niet dat hij het radikaal heeft omgegooid. Het herenhuis, gebouwd tussen 1890 en 1910 in de belle époque, had er voor hem nooit anders kunnen uitzien. Je moet een huis in zijn oorspronkelijke stijl laten, daar is hij wel van overtuigd. “Een ultramoderne hightechkeuken met veel chroom en kunststof past niet in een klassiek huis. Dat staat als een vlag op een modderschuit. Natuurlijk hoef je ook niet te koken op een oud fornuis van honderd jaar geleden. Je kunt moderne keukenapparatuur goed integreren in die klassieke stijl, zodat een huis toch zijn originele karakter behoudt.”

Het huis geeft zowel binnen als buiten een statige indruk. De entree in de hoge hal, waar de originele roze-achtige marmerplaten nog aan de muur hangen, katapulteert je even terug in de tijd. Halverwege de hal geeft een deur toegang tot de woonkamer, die tot in de details in een authentieke klassieke sfeer baadt. Zware, gedrapeerde gordijnen voor de ramen, een lage houten salontafel met vier glazen tegeltjes erin verwerkt, een dressoir met enkele glazen karaffen, en aan de muur panelen bespannen met grijsgroene ruwe zijde, met in het midden een uitstaande lamp in de vorm van een halve cirkel. Marc Lauwers heeft goed nagedacht over het karakter van het huis. “Eigenlijk is mijn favoriete stijl die van de jaren ’30, de art deco. In die tijd zijn voorwerpen ontworpen die sindsdien altijd in zijn geweest. De art deco is een van de weinige architectuurstijlen die men altijd is blijven appreciëren. Dat vind ik er ook fascinerend aan.”

De meubels die hij had toen hij het huis betrok, waren grotendeels art deco en konden dus probleemloos worden neergezet. Favoriet bij Marc zijn de Corbusier-zetels, ontworpen door de veelgebruikte en veelmisbruikte architect-ontwerper, die hij bewondert. “Meubels mogen de architectuur niet overtroeven. Ze moeten functioneel zijn of dienen als kunstwerk, maar mogen nooit ruimtevulling zijn.”

Het meest tevreden is hij over de badkamer. “Ieder huis heeft één ruimte waar je je spontaan het meest toe aangetrokken voelt. Hier was dat de badkamer. Ik heb die ruimte dan ook tot in de details geperfectioneerd.” De badkamer loopt over in de slaapkamer en is grotendeels betegeld met geelachtig marmer. Tegen de muur staat een prachtig bad op vier ronde pootjes en in het midden van de kamer, tegen een zwart marmeren muurtje, bevindt zich de wastafel. De kantelbare, rechthoekige spiegel in een frame van chroom maakt het geheel af. “De badkamer heb ik in de art deco-stijl gemaakt. Voor deze kamer heb ik echt het onderste uit de kan gehaald. Het is mijn paradepaardje. Iedere ochtend, wanneer ik de deuren van de slaapkamer opengooi en de badkamer binnenkom, krijg ik een soort kick. Ik vind het daar heerlijk.”

Op de bovenste verdiepingen bevinden zich de drie kinderkamers en de logeerkamer. Vooral de laatste wekt bij vrienden en kennissen veel bewondering op. Door de houten balken krijgt deze kamer een romantische zolderkamersfeer. Niet dat dit het prototype is van zijn smaak, maar toch heeft hij het zo gelaten. De kamer van zijn jongste zoontje heeft prachtige wandschilderingen. Een grote boom in een hoek geschilderd, hangt als een echte treurwilg in de kamer. Een binnenhuisarchitect als vader heeft zo zijn voordelen.

Eenmaal op het onderwerp kleur gekomen, is de architect niet meer te houden. Tijdens zijn studie heeft hij zich verdiept in kleureffecten en werken met kleur ervaart hij nog steeds als één van de leukste aspecten van zijn werk. “Kleur moet je gebruiken op grote vlakken, wil je je interieur een eigen karakter meegeven. Dat wordt jammer genoeg te weinig gedaan. Veel mensen kiezen voor grote witte vlakken, maar in een herenhuis past dat bijvoorbeeld helemaal niet. Wit zegt niets, heeft geen cachet. Ik gebruik grijs als basiskleur. Altijd. Geen koud grijs, maar grijs met een andere kleurtint, zodat het warmte uitstraalt.” Hij wijst naar de muur in zijn kantoor. “Als je goed kijkt, zie je de groenbruine tint erin. Precies daardoor straalt de muur een zekere warmte uit.”

Modekleuren zal hij niet gauw gebruiken. Hij is geen trendvolger, in tegendeel. Ook aan de “alles kan en alles mag”-mentaliteit van sommige interieurarchitecten ergert hij zich mateloos. “Het is zo makkelijk. Er wordt geen waarde meer gehecht aan vakmanschap. Aan perfectie. Ik ben iemand van uitersten. Ik ken geen tussenoplossingen. Ik sta ook verbaasd van mensen die plotseling hun huis in een heel andere stijl inrichten. Iemand die zijn klassieke interieur er van de ene dag op de andere uitgooit en overstapt op modern. Dan denk ik altijd: ben je dan al die jaren ongelukkig geweest?”

Het is duidelijk, Marc Lauwers laat zich niet graag in met trends en modeverschijnselen. Maar uiteraard houdt hij altijd rekening met de wensen van de klant. Hij blijft een adviseur en zal voor andermans interieur nooit zijn eigen zin doordrijven. En toch heeft hij sterk uitgeproken voorkeuren. “Een goede vriend zei laatst tegen me: ‘Jij bent eigenlijk een non-conformist.’ In eerste instantie schrok ik daar een beetje van. Later heb ik daar eens goed over nagedacht en moest ik constateren dat hij gelijk had. Ik ben een non-conformist.”

Maaike van Poelje / Foto’s Diederik van der Mieden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content