Dat tweede nest
Luc verliet zijn vrijgezellenappartement voor het huis van Veerle en haar drie kinderen. Riet had een huis en een dochter toen Wim bij haar introk. Chris was geïnstalleerd in een knus appartement tot ze Philip tegenkwam, een interieurpurist. Drie koppels vertellen hoe ze voor de tweede keer een nest bouwden.
TRUI MOERKERKE
FOTO’S : JAN VERLINDE
CHRIS EN PHILIP : gezellig versus strak
“Van mij is alles verkocht of weggegeven. Er schiet haast niets meer over. ” Chris stelt het vast zonder al te veel spijt. “Ik heb zeker meer moeten inbinden op interieurgebied. Maar ik sta achter de dingen die in de plaats kwamen. Anders was het niet gelukt. “
Philip, de echtgenoot van Chris, is interieurarchitekt. Hij omschrijft zichzelf als een purist. De vormgeving en materialen van een huis moeten sober en streng zijn. Philip : “Ik zou Spartaans kunnen leven. Zetels heb ik niet nodig. Je werkt aan een bureau, aan tafel zit je op een stoel en als je moe bent, ga je toch gewoon in je bed liggen. ” De zetels kwamen er toch. Met grote donzen kussens om heerlijk in weg te zakken, maar op strenge stalen poten. Een mooi kompromis. Al moet Philip aan het eind van de dag de kussens opschudden, zodat ze weer keurig bol staan. “Tja, dat is een slechte gewoonte van mij”, zegt hij.
In de 15 jaar dat ze getrouwd zijn, hebben Philip en Chris hoogoplopende diskussies gehad over het interieur. Nu kennen ze elkaar. De diskussies duren hooguit nog een uur. Chris : “Het is geven en nemen. “
Chris, een kunsthistorica, werkte in de reissektor toen ze Philip tegenkwam. Ze had zich al helemaal geïnstalleerd in een gezellig appartement : een rotansalon, meubels van Habitat, enkele stukken antiek, een terracotta servies en een kollektie poppen. Hij woonde in Parijs : in een piepklein appartement met zijn studentenmeubilair. Na hun huwelijk gingen ze in het centrum van Brugge wonen. “Toen is het pas goed begonnen”, vertelt Philip lachend. “De fameuze rotansalon mocht er van mij niet in. Hij heeft er uiteindelijk toch een hele tijd gestaan. ” Chris : “Philip wilde een absoluut clean interieur. Dat vond ik in het begin veel te koel. Nu kan ik daar inkomen. Via hem heb ik design leren kennen en appreciëren. “
Het huis in Brugge was een kombinatie van antiek en streng design. “We hadden van onze families, fervente antiekverzamelaars, enkele meubels gekregen”, vertelt Philip. “Ik wilde weigeren, maar ik had het geld niet om mijn zin te doen en design te kopen. ” Drie jaar geleden verhuisden Philip en Chris naar een blokvormige villa uit de jaren ’60. Chris : “De meeste antieke stukken zijn niet mee verhuisd. Volgens de familie zijn we ondankbare kinderen. Maar ook mijn kollektie poppen heeft de verhuis niet overleefd. ” Hartpijn ? Chris : “Niet echt. Ik ben niet van de ene op de andere dag in een kompleet verschillend interieur terechtgekomen. Het ging geleidelijk. Zonder Philip zou mijn smaak in de loop der jaren ook gewijzigd zijn. Alleen niet zo sterk. “
Philip kan makkelijk afstand doen van objekten. “Ik ben niet gehecht aan voorwerpen”, zegt hij. “Veel mensen, ook Chris doet dat, houden iets bij omdat er een herinnering aan vasthangt. Daar maak ik abstraktie van. Als ik iets niet meer mooi vind, moet het buiten. ” Toch moest hij jarenlang een handgemaakte, exclusieve patchworksprei dulden. Philip : “Chris had die sprei in Amsterdam gekocht. Ik vond het een onding, maar dat durfde ik in het begin niet zeggen. Toen ik het wel durfde zeggen, wilde zij van geen wijken weten. Het was voor mij een blije dag toen Chris besloot de bedsprei aan haar broer te geven. “
Het huis annex ruim kantoor in een rustige buurt van Varsenare wordt momenteel druk verbouwd. Het zal een plek worden waar Chris en Philip zich alle twee goed voelen. Chris : “Philip kon beneden volledig zijn gang gaan, op voorwaarde dat ik boven mijn zin kon doen. ” Philip : “De slaapkamer zal volledig in hout zijn : muren, vloeren en plafond. De vorm blijft streng, maar de materiaalkeuze maakt het geheel warmer. We hebben zelfs gordijnen gekozen, voor mij taboe. In grijs flanel. ” Het idee van Philip om de badkamer in wit marmer uit te voeren, stootte op het veto van Chris. “Ze zei me dat ze het vertikte zich te wassen in de koelkamer van een slagerij”, vertelt Philip. “Nu komen er over de hele ruimte Marokkaanse terracotta tegels, weliswaar in een moderne versie. Enkele koelere materialen, inox kranen bijvoorbeeld, moeten voor het evenwicht zorgen. “
RIET EN WIM : zonder haast
Antiekhandelaar Wim leerde Riet leven in een steeds veranderend interieur, en overtuigde haar dat er ook vóór de art-decoperiode mooie meubels werden gemaakt. Zij bracht hem orde bij en wees hem erop dat een keuken niet alleen mooi en dekoratief moet zijn, maar bovenal praktisch. Zij had ook het geduld om het juiste huis te vinden. “We hebben meer dan een jaar gezocht om iets te huren of te kopen”, vertelt Wim. “Maar in het centrum van de stad bleek alles onbetaalbaar. Ik was bereid om koncessies te doen. Riet had een echt verlanglijstje : een ruim huis, een garage, een ruimte voor de winkel en een tuin. Het is uiteindelijk gelukt. ” Riet en Wim wonen nu vijf jaar aan de rand van de stad in hun art-decohuis uit 1939, met de nog originele deuren, de trap en een wandmeubel uit die tijd. Daarvoor hadden ze eerst drie jaar in het huis van Riet gewoond, een bungalow uit de jaren zestig met een inrichting als een mix van rustieke elementen, gekombineerd met Habitat en Ikea. “Ik had de bungalow na mijn scheiding van mijn ex-man gekocht”, vertelt Riet. “Maar van de meubels bleef niet zoveel over. ” Toen Wim bij Riet en haar dochter kwam wonen (ze hebben ondertussen ook twee zonen), had hij enkele jaren samen- en dan weer een tijd alleen gewoond. Hij had een studentikoze inboedel. Wim : “Mijn knalgele buiszetels van Casa heb ik niet meegebracht, en de Kewlox-kasten verhuisden ondertussen naar de zolder. Veel van het meubilair zag ik niet graag meer, ik hechtte er dus niet veel belang aan. “
“We hebben weinig gekibbeld over smaakverschillen”, zegt Riet. “We zetten onze spullen samen en waren al blij dat we het nodige hadden. ” Wim : “Als je een relatie achter de rug hebt, leer je onderscheiden wat belangrijk is en wat niet. Je begint er anders aan. Waarom zou je ruziën over het interieur ? “
De dubbele huisraad vormde geen probleem. Wim verkocht een deel op rommelmarkten en gaf een deel weg. Platen en boeken hadden ze niet in tweevoud. Riet : “Mijn platen gingen mee met m’n ex. Ik vond het toen niet relevant om daar moeilijk over te doen. Natuurlijk denk ik wel eens : dit of dat had ik graag nog gehad. Maar dat doet er niet meer toe. “
Riet en Wim evolueerden samen op het gebied van hun interieur. “Dit huis is een tijdje volledig art deco ingericht geweest”, vertelt Wim. “Nu grijpen we terug naar oudere dingen. De empirestijl, 18de-eeuws of nog vroeger, weliswaar gekombineerd met modernere elementen. ” Riet : “Ik zie heel graag art deco. Maar Wim leerde me nog andere stijlen kennen. Hij is er beroepshalve mee bezig. Wat ook betekent dat hij steeds nieuwe dingen in huis haalt, die daarna eventueel verkocht worden en plaats maken voor nog iets anders. ” Wim, lachend : “Alles is hier te koop. “
Alles ? “Bijna alles”, nuanceert Wim. “Dit bureautje zeker niet. Het is een leuk meubel, met een leuke herinnering. Voor ik mijn eigen zaak had, werkte ik in een veilingzaal. Riet kwam er een bureau kopen voor haar dochter. Zo hebben we elkaar leren kennen. ” De flamboyante sofa met tijgerprint in de woonkamer is evenmin te koop. Wim : “Riet wilde een zetel om in weg te zakken. In een veilingzaal kocht ik dit opvallende eksemplaar voor 280 frank. En iedereen in de zaal maar lachen. Ondertussen werd er ons al veel geld voor geboden. “
Dat hebben Riet en Wim geleerd : als je lang genoeg zoekt, kan je leuke dingen vinden, voor een prikje. Of je spaart lang genoeg voor een mooi stuk. Wim : “We willen geen voorlopige, halfdure oplossingen. ” Riet toont de keuken. Daarin troont een grote Amerikaanse koelkast, een investering. De keuken wordt binnenkort verbouwd. “Als we de keuken meteen zouden ingericht hebben, waren er zeker fouten gemaakt”, zegt Riet. “Door erin te leven, weten we wat we willen en wat we nodig hebben. ” Wim : “We hebben geen haast. Die koelkast, daar hebben we lang over gedaan. Maar we weten nu zeker dat we die willen. Als je je op korte tijd volledig installeert, kan je niet meer evolueren. En dat is net het leuke : ons interieur is met ons meegegroeid. “
VEERLE EN LUC : Onder het rieten dak
De Naam van de Roos van Umberto Eco staat twee keer in de boekenkast, De Vier Jaargetijden van Vivaldi twee keer in het cd-rek. Op het bureau twee bureaulampen. Het koffiezetapparaat, de mixer en de andere huisraad van Luc werden in de kelder gestapeld. Want dat had Veerle ook allemaal. “Door omstandigheden en mijn drie kinderen is Luc vrij snel naar hier verhuisd”, vertelt Veerle. Zij is weduwe en had het huis samen met haar man gekocht en ingericht. “Ik weet van elke nagel in de muur wie die ingeklopt heeft en wanneer. Telkens er in het interieur iets verandert, betekent dat voor mij een beetje afscheid nemen. ” Luc : “Ik probeer daar rekening mee te houden. Al is het normaal dat de emotionele waarde van bepaalde dingen mij ontgaat. ” Toen Luc een plaats zocht voor zijn antieke barometer, dacht hij aan dat hoekje naast het raam. Maar daar hingen de foto’s van de kinderen en hun vader. Veerle : “Ik dacht : waarom net daar ? ” Luc : “Ik dacht : we hangen die foto’s gewoon op een andere en betere plaats. “
Luc woonde tevoren in een vrijgezellenappartement. Hij was stilaan aan het uitkijken naar een eigen huis. “Ik zocht naar een kleine villa, qua stijl had ik niet echt veel eisen. Alleen wilde ik geen huis met een rieten dak. Daar heb ik een hekel aan. ” Het huis van Veerle, een villa uit 1949, heeft een rieten dak. Luc vond het op slag onbelangrijk.
Het vraagt natuurlijk enige aanpassing : Luc kwam van een appartement naar een groot huis, gevuld met kinderen, Veerle zag Luc met meubilair en huisraad haar vertrouwde omgeving binnenkomen. Gelukkig is hun smaak op dat gebied nogal gelijklopend. “In het appartement van Luc was de antieke biblioteekkast mij meteen opgevallen, en de antieke kommode”, zegt Veerle lachend. “De buffetkast van mijn oma die hier al jaren voorlopig stond ik had de strijd opgegeven om dat ding buiten te krijgen , ging resoluut de deur uit ten voordele van de biblioteekkast. Op de plaats waar de kommode staat, stond een plantenrek. Dat doet nu op het terras dienst als schoenenrek. “
Luc voelde zich meteen thuis in de grote keuken van Veerle. “Mijn keuken was zeer klein. Nogal vervelend, want ik kook graag. ” Veerle : “Toen we nog niet samenwoonden, hoorde ik hem tegen vrienden zeggen : ‘Binnenkort, in mijn grote keuken. ‘ Hij had duidelijk zijn oog al laten vallen op die ruimte. “
Behalve de biblioteekkast en de kommode had Luc niet zoveel grote stukken bij. Zijn leren tweezit belandde op de overloop, de speelhoek voor de kinderen. Zijn moderne stoelen staan verspreid : op de slaapkamer en de zolder. “Ik had niet zoveel echt waardevolle meubels”, vertelt Luc. “Daarmee had ik gewacht tot ik zou trouwen of samenwonen. Ik kon van mijn voorlopige inboedel makkelijk afstand doen. De meeste dingen in mijn appartement waren gewoon funktioneel. Kasten bijvoorbeeld, die je later in de garage kwijt kan, als bergruimte. “
In de living werden originele werken van Reinhoud, Lucebert en Beniti Cornelis uit het appartement van Luc tegen de muur gehangen ; de ingekaderde reprodukties van Veerle verhuisden naar de zolder. Voor zijn art-decolampen vonden ze nog geen plaats : die liggen naast het koffieservies in de ondertussen goed gevulde kelder. “Als de kinderen ooit op kot gaan, kunnen we ze een volledige uitzet meegeven”, zegt Veerle.
De grote wandkast in de woonkamer en de slaapkamer hebben Luc en Veerle samen gekocht. Hun eerste gezamenlijke interieurprojekt. “Als je samen zo’n aankopen doet, leer je elkaar goed kennen”, aldus Luc. “Onze smaak loopt mooi in elkaar. Trouwens, het gaat er vooral om dat je je goed voelt in een omgeving. Dat is veel belangrijker dan de optelsom van een stel meubels. ” Veerle : “De belangrijkste aanpassing had weinig met het interieur maar veel met de kinderen te maken. Het appartement van Luc was altijd keurig opgeruimd. Toen hij hier in het begin op bezoek kwam, deed ik mijn best om vlug het rondslingerend speelgoed in een hoek of onder een kast te schoppen. ” Luc moet het toegeven. “Ik heb er soms nog moeite mee. Natuurlijk mag je zien dat in een huis geleefd wordt. Maar kinderen maken een hele dag rommel. ” Veerle vindt dat Luc zijn normen aangepast heeft. Luc : “Dat klopt, ik maak me veel minder snel druk. “
Philip : “Zetels heb ik niet nodig. Je werkt aan een bureau, aan tafel zit je op een stoel, en als je moe bent, ga je toch gewoon in je bed liggen. ” De zetels kwamen er toch. Met grote donzen kussens om heerlijk in weg te zakken, maar op strenge stalen poten.
Wim : “In een veilingzaal kocht ik deze flamboyante sofa met tijgerprint voor 280 frank. En iedereen in de zaal maar lachen. Ondertussen werd er ons al veel geld voor geboden. “
Luc kwam van een appartement naar een groot huis, gevuld met kinderen, Veerle zag Luc met meubilair en huisraad haar vertrouwde omgeving binnenkomen. Luc : “Het gaat er vooral om dat je je goed voelt in een omgeving. Dat is veel belangrijker dan de optelsom van een stel meubels. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier