COLUMN
?Zullen we deze week eens op stap gaan, zonder vrouwen erbij ?? vroeg een vriend laatst aan mij. Dat betekende dat hij zijn vrouw zou thuislaten. En het betekende ook dat ik door hem opgewaardeerd was tot de rang van de mannen onder elkaar die gaan stappen en zwetsen, zonder dat daar allerlei gecompliceerde toestanden bij te pas kunnen komen. Maar het betekende in mijn ogen tegelijk dat ik niet beschouwd werd als helemaal behorende tot mijn eigen soort, dat ik op een andere manier dus gedegradeerd werd. Verwarrend en zeker stof tot nadenken.
In een krant las ik niet zo lang geleden over een Amerikaans onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen die voor kaderfuncties aangeworven worden meestal rank en lang zijn, met smalle heupen en zonder uitgesproken borsten. Dat vrouwentype wordt als betrouwbaar, zakelijk en ambitieus ervaren. Terwijl kleine ronde vrouwen met prominente borsten eerder als verleidelijk en moederlijk maar ondergeschikt worden gezien, en dus minder makkelijk in aanmerking zouden komen voor een carrière aan de top in een bedrijf. Het hoeft niet gezegd dat personeelschefs meestal mannen zijn.
Ondanks het feit dat John Gray (over wiens life-optredens in New York u elders in dit blad een kritische reportage kunt lezen) al zes miljoen boeken heeft verkocht waarin hij beweert dat mannen van Mars komen en vrouwen van Venus, heerst er dus behoorlijk wat verwarring. Dr. Gray heeft natuurlijk precies omwille van die confusie zoveel succes met zijn theorieën.
Zijn we verloren gelopen ? Of eerder nog niet aangepast aan de nieuwe maatschappijvormen ? Moeten we terug het traditionele pad op ? Nogal wat mensen reageren op die manier tegenwoordig. Ook John Gray blijkt daar een grote voorstander van te zijn en het lijkt simpel. Of moeten we verder experimenteren en accepteren dat dat gepaard gaat met pijn, ongenoegen, woede en een soms niet erg zoete oorlog tussen mannen en vrouwen ?
Soms liggen theorie en dagelijkse realiteit ook mijlenver uit elkaar, rechter- en linkerhersenhelft botsen wel eens vaker. En wat het haalt, het gevoel of de rede, hangt dikwijls af van toevallige omstandigheden. Dat ondervond Simone de Beauvoir al in de jaren ’50, zoals u hier vorige week kon lezen. Mocht haar grote passie niet aan de andere kant van de oceaan hebben gewoond, dan had ze wellicht een compromis gevonden tussen haar literaire carrière en haar liefde voor Nelson Algren. En waarschijnlijk hadden we dan een heel andere Simone de Beauvoir gekend dan degene die nu tot de overlevering behoort.
De moeilijkste weg is op dit moment allicht die van de vrouwen die zich op en top vrouw voelen, en die toch een stuk aan hun rol willen toevoegen. Maar de verwarring aan de mannenkant moet ook niet onderschat worden. Van oudsher willen vrouwen in hun ogen al zo veel, zo’n groot stuk van hun leven, en nu willen ze nog méér. En daarbij verwachten ze nog steun ook. En dan is er dat andere type dames dat ze alleen als kameraad beschouwen, maar die zich dan gekwetst voelen omdat de vrouw in hen aan de kant geschoven wordt…
We zullen het niet oplossen met handboeken van Amerikaanse relatietherapeuten. In de lijn van de evolutie is er geen stap terug. We kunnen niet ieder weer veilig op onze planeet kruipen en veinzen dat er in de jongste dertig jaar niets gebeurd is.
We zullen als mutanten met elkaar moeten blijven leven.
Tessa Vermeiren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier