Zacht en zuiders: binnenkijken in een Gentse groene oase
Een beetje Brazilië, een beetje Californië, een beetje mediterraanse kust: in de Gentse groene stadsoase van Céline Cousaert hangt het hele jaar door een broeierige sfeer. “Ik zocht een plek om te ontsnappen.”
Onlangs vierde deze stadstuin zijn eerste verjaardag. Er was een hete zomer, waarbij de steeneik om water smeekte, maar ook het tropische groen en de felle tinten van de heesters er een visueel feest van maakten. En er was een wispelturige winter, waarbij de boomvarens werden ingepakt in bubble wrap en het donkergroene Esse-houtkacheltje bijna dagelijks de tuinkamer verwarmde. Er waren feestjes, drinks en etentjes. Gepland en spontaan. Zelfs de aannemer en zijn werkmannen werden hier na afloop getrakteerd op een drink. “Ik vind rust in de drukte”, vertelt bewoonster Céline Cousaert. Naast haar eigen praktijk als psychiater, psychotherapeut in de cognitieve gedragstherapie en beleidspsychiater is ze ook diensthoofd in AZ Jan Palfijn in Gent. “Dit is geen plek om in mijn eentje van te genieten. Het straffe is dat vrienden niet meer naar mijn woonkamer gaan, maar meteen doorlopen naar de tuin.”
Stoer en toch zacht
Toen Céline de kans kreeg het pand naast haar Gentse stadswoning te kopen, zocht ze een architect met een feel voor een atypische, gedurfde verbouwing. “Ik wilde iets stoers, een tikje brutalistisch, maar tegelijk ook zacht en vrouwelijk.” Het klikte meteen met de Gentse architecte Machteld D’Hollander. Vooral haar atelier, een zonnige serreconstructie midden in een wilde tuin, gaf de doorslag: zoiets zocht Céline.
Het pand werd omgevormd tot een ruime praktijk en een appartement, het veelvoud aan bijgebouwen van de voormalige textielfabriek verdween. Wat overbleef na afbraak was een complex perceel. Enerzijds zette de architecte volop in op transparantie, lichtinval en connectie met de woning, anderzijds werd het een puzzel om de inkijk te beperken. “De buitenruimte werd in verschillende tuinkamers verdeeld, waardoor er een nieuw verhaal ontstaat”, legt Machteld uit. “Daarbij vormt openheid de rode draad: je krijgt het gevoel dat je je hier overal kunt bewegen, maar de natuurlijke barrières vertellen op een ongedwongen manier welk deel privé is.”
Het kleine paviljoen dicht bij de keuken fungeert als een overdekt terras waarbij de glazen wanden openschuiven. Het glazen dak versterkt het gevoel dat je hier buiten eet. Ook bij de grote tuinkamer werd met dat binnen-buitengevoel gespeeld. Hier werd de belijning schuin naar voren geduwd om zo maximaal contact te maken met de tegenoverliggende woonkamer. Het gevraagde stoere en tegelijk warme kantje zit in de ruwe bakstenen muren, de matte terracotta tegels en de massieve houten structuur die de fijne stalen dakspanten ondersteunt. In beide tuinpaviljoenen komen de tinten terug die ook doorheen de woning een kleurspoor trekken. “De grote kleurvlakken in groen en zalmroze, geïnspireerd op het Brazilië van Bo Bardi en het Mexico van Barragán, geven deze plek, zeker op zonnige dagen, iets zuidelijks en zachts”, aldus Machteld. Dat doen ook de boomvarens en de tropische beplanting rond de sofa, waardoor je je letterlijk in het groen kunt nestelen. De tuinkamer beweegt met de seizoenen mee: tijdens de winter staat er een pot soep op de houtkachel, tijdens de zomer staan de ramen maximaal open en komt er pizza uit het oventje.
Zuurstof in de stad
Je kunt het je amper voorstellen, maar tot een jaar geleden viel hier geen sprietje groen te bespeuren. Nu groeien er onder andere boomvarens, cactussen, cipressen en taxussen, allerhande kruiden en klimplanten. Voornamelijk wintergroene planten met een mediterrane tot zelfs tropische sfeer om het hele jaar door omringd te worden door het groen. Achter het weelderige ontwerp van de tuin zit het Antwerpse duo Bart & Pieter. Pieter Croes legt uit: “Wij worden altijd heel enthousiast wanneer iemand zuurstof in de stad tracht te krijgen. Céline wilde een echte tuin, dus aanvankelijk was het idee om een gazon te maken en daarrond alle gebouwen maximaal in te pakken met groen.” Maar toen ze samen de beplanting gingen uitkiezen bij de boomkwekerij, werd Céline verliefd op een grote steeneik waardoor het plan werd omgegooid en de boom nu het centrum van de tuin vormt. Het grind waaiert op een organische manier uit naar de paviljoenen, bloemperken en zitplekken, zonder een wandelrichting te dicteren.
Rond de eik valt een zwarte, stalen structuur op. “De takken van de boom bleken erg laag te hangen, waardoor het doorzicht werd belemmerd”, zegt Bart Haverkamp. “De logische redenering is dan: snoeien. Wij kozen er echter voor om de takken op een speelse manier te ondersteunen.”
In dit project werd diep nagedacht over zachte grenzen. De schijnacacia tussen de praktijk en het kleine paviljoen, bijvoorbeeld, beperkt met zijn dak van fijne, gele blaadjes het zicht voor de omliggende appartementsgebouwen, maar laat nog net een schim zien. Met datzelfde idee spelen de zijdeboom in parasolvorm en de grote rododendron, die bovendien met zijn fuchsia bloesems voor een energiek kleurencontrast zorgt. “Tijdens de heetste maanden barst het hier echt los,” vertelt Bart, “en krijg je een bijna broeierige sfeer die extra wordt ondersteund door de architectuur. Dat samenspel laat je in de waan dat je je ergens in Californië bevindt, maar alleszins niet in het centrum van Gent.”
In deze oase tussen het beton verhuisde Céline het voorbije jaar met de seizoenen mee. Tijdens de lente naar de lange tafel, waar het lekker naar jasmijn ruikt, in de zomer onder de verkoelende steeneik, bij grijze dagen in de tuinkamer, waar de kachel en de tropische planten voor warmte zorgen. Céline: “Dit moest een plek worden om te ontsnappen, het is uiteindelijk een veelvoud aan plekken geworden.”
Tuinarchitecten Bart & Pieter
Bart Haverkamp en Pieter Croes zijn al vijfentwintig jaar gespecialiseerd in daktuinen, stadstuinen en grote stadsprojecten. Ze hebben een boon voor mediterrane beplanting. bart-pieter.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier