‘Ik word gelukkig van binnenkijken in andermans huis’

Nathalie Le Blanc staat stil bij de frappante feiten die ze al lezend opmerkte.

Een keuken vol koperen potten, een propvolle bibliotheek en hemelbedden, het rijkelijke Muckross House is mijn helderste herinnering aan een Ierse vakantie. We zijn die dag per paardenkoets door de schitterende Gap of Dunloe gereden. Dat weet ik omdat er foto’s van zijn, maar dat victoriaanse landhuis is me echt bijgebleven. Ik was als elfjarige al een nieuwsgierige binnenkijker en heb op latere reizen altijd zo veel mogelijk boeiende woningen bezocht, groot en klein. Logisch dus, dat ik naar de boekhandel jogde toen Rudi Meulemans Een ander leven uitbracht. Hij reisde James Lees-Milne achterna, een van de experts van de Britse National Trust, beheerder van honderden mooie huizen, die in 1947 langs talrijke adellijke woonsten trok.

Ik word gelukkig van binnenkijken in andermans huis.

The National Trust werd 125 jaar geleden opgericht om de ‘natuurlijke schilderijen’ van het Britse landschap te behoeden voor de oprukkende industrialisering en verstedelijking, legt hij uit. Naast het platteland zelf werden veel country houses die erin genesteld waren veiliggesteld. Bedoeling was de arbeiders die door de industriële revolutie in fabrieken aan de slag waren een bestemming te geven voor een dagje uit. Weidse zitkamers in de openlucht, zo omschrijft Meulemans ze. Maar de motivatie was niet puur sociaal. De landhuizen stonden ook symbool voor een periode waarin alles beter was. Een verloren paradijs, dus. Nu ja, een paradijs voor adel en andere rijkaards, de arbeiders en boeren deden het altijd zonder hemelbedden en bibliotheken. Dat hield hen niet tegen om te komen kijken how the other half lived, schrijft Meulemans. ‘Ze dromen er tijdens een bezoek van hoe het zou zijn om zelf in zo’n prachtig landhuis te wonen en gaan ervan uit dat wanneer ze het huis zouden bezitten, ze er dan meer van zouden genieten. Dat is een misvatting.’ Meulemans citeert Michel de Montaigne: het is niet het bezitten van dingen, maar het genieten ervan dat ons gelukkig maakt.

Of ik droom van een leven in andermans huis? Nee. Word ik gelukkig van ernaar te kijken? Absoluut. Als student was de treinrit van Antwerpen naar Leuven op zondagavond een hoogtepunt van mijn week, als je kon binnenkijken bij iedereen die zijn gordijnen niet had dichtgedaan. Niets zo fijn als een mooi gefotografeerde binnenkijkreportage en ik ben fan van HomeAdore en Apartment Therapy, sites waar je een kijkje kunt nemen in duizenden woningen. Ik zoek geen inspiratie voor mijn eigen 85m2-huis en fantaseer niet over een leven in strandhuizen, penthouses of jachtpaviljoenen. Het gaat me om de mensen die er wonen. De Amerikaanse psycholoog Sam Gosling ontdekte dat we in onze huizen veel van onszelf prijsgeven. Je kunt beslissen om je te kleden als CEO, hipster of vamp ook al ben je dat niet, maar in je keuken, kasten en tuin kun je niet verstoppen dat je precies, extravert of open van karakter bent. Een barokke balzaal of curiosiumkamer, een living met de obligate vijf designklassiekers die je overal ziet, een goed gebruikte keuken of een origineel tuinhuisje, hun bewoners tonen zich aan ons op een onbevangen manier. En daar wordt het nieuwsgierige aagje in mezelf ongelofelijk blij van. Gelukkig komt er over twee weken weer een Black Design aan, met drie geweldige binnenkijkers.

Een ander leven, Rudi Meulemans De Bezige Bij, 24,99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content