Vanaf september is het verleden tijd in Spanje: uitgestorven straten, lege restaurants en gesloten winkels, kortom de siësta.
Toeristen is het al lang een doorn in het oog: de uren dat de straten in de dorpjes en steden uitgestorven zijn omdat de Spanjaarden hun siësta houden.
Om de toeristen tegemoet te komen heeft de Spaanse regering een nieuwe wet uitgevaardigd die de openingstijden van winkels verruimt. Voor kleine winkels gelden vanaf september helemaal geen beperkingen meer op de sluitingstijd, zelfs niet op zon- en feestdagen. De winkeliers bepalen helemaal zelf wanneer ze hun winkel openen en sluiten.
Grotere winkels mogen vanaf september 90 in plaats van de huidige 72 uur per week open blijven. Dat komt erop neer dat deze winkels maximaal 15 uur per dag geopend zijn. Bovendien mogen ze voortaan 16 in plaats van 12 zondagen per jaar hun deuren openhouden.
Grotere winkels in toeristische gebieden krijgen nog meer vrijheid en hoeven hun deuren het hele jaar door geen enkele zondag te sluiten.
Voor de Canarische eilanden en Mallorca zal er in dit opzicht weinig veranderen omdat de winkels er al van 9 tot 22 uur geopend zijn.
De Spaanse regering wil het met deze nieuwe regelgeving de 57 miljoen toeristen die jaarlijks Spanje bezoeken naar de zin maken. Door de crisis geven de Spanjaarden zelf alsmaar minder geld uit. Spanje heeft de hoop nu gevestigd op de toeristen. Toeristen moeten Spanje uit de crisis winkelen. (Bild/MS)
