Nieuw DNA-onderzoek legt smokkelnetwerken bloot van illegaal olifantenivoor
Onderzoekers aan de Universiteit van Washington hebben een manier gevonden om stropersbendes in kaart te brengen via DNA in de slagtanden van olifanten. Met behulp van de nieuwe techniek kan men een groot deel van het in beslag genomen ivoor koppelen aan één of enkele misdaadsyndicaten.
Volgens het Wereldnatuurfonds (WWF) worden elk jaar minstens twintigduizend Afrikaanse olifanten gedood voor hun slagtanden. De stroperij wordt gevoed door een grote vraag naar ivoor vooral in sommige delen van Azië. Stropersbendes verstoppen het witte goud in scheepscontainers dat via verschillende Afrikaanse havens het continent verlaat. Een onderzoeksteam van de Universiteit van Washington traceert die containers al jaren. In 2018 kwamen ze via DNA-onderzoek van in beslag genomen ivoor tot de vaststelling dat slagtanden van dezelfde olifant in verschillende ladingen werd verscheept. In samenwerking de Amerikaanse veiligheidsdienst Homeland Security konden ze toen grote ladingen illegaal ivoor linken aan drie grote smokkelnetwerken.
Betere wapens
In een nieuw onderzoek, dat werd gepubliceerd in Nature, hebben ze hun technieken aangescherpt. Ditmaal zochten de wetenschappers niet enkel naar genetische overeenkomsten tussen slagtanden van dezelfde olifant, maar ook naar slagtanden van verwante dieren zoals ouders, kalveren, broers en zussen. Ze analyseerden meer dan vierduizend slagtanden van Afrikaanse olifanten uit tientallen verschillende inbeslagnames van ivoor in twaalf Afrikaanse landen over een periode van zeventien jaar. Dat slagtanden van naaste familieleden bij afzonderlijke vangsten werden gevonden, toont volgens de onderzoekers aan dat de meeste grote inbeslagnames van ivoor de voorbije tien jaar te linken zijn aan stropersbendes die dezelfde olifantenkuddes jaar na jaar aanvallen.
‘Deze technieken tonen aan dat een handvol misdaadnetwerken achter een meerderheid van gesmokkeld ivoor zit. De banden tussen die netwerken zijn bovendien dieper dan ons eerdere onderzoek aangaf’, zegt Samuel Wasser die het onderzoek leidt.
Internationale smokkelnetwerken
De genetische gegevens tonen volgens hem aan dat een handvol onderling verbonden smokkelnetwerken waarschijnlijk achter het grootste deel van de ivoorsmokkel zit. Ze exporteren meestal vanuit havens in Kenia, Oeganda en Nigeria. Door de uitgebreide speurtocht konden de onderzoekers inbeslagnames uit een tiental landen in Centraal- en West-Afrika met elkaar in verband brengen, van Ivoorkust tot Mozambique.
Ze konden ook volgen hoe de smokkelnetwerken hun activiteiten doorheen de tijd verplaatsten: In de vroege jaren 2000 was Tanzania de draaischijf van de ivoorsmokkel, vervolgens Kenia en Oeganda. De voorbije jaren wordt steeds meer gebruik gemaakt van de poreuze grenzen en de zwakke rechtshandhaving in de Democratische Republiek Congo. Wasser is ervan overtuigd dat het blootleggen van zulke verbanden de bewijslast tegen gearresteerde stropers en ivoorsmokkelaars zal versterken. Maar het is volgens hem vooral nuttig om de internationale criminele organisaties erachter te kunnen vervolgen. ‘Door individuele stropersaanvallen aan elkaar te koppelen, leggen we hele smokkelnetwerken bloot die de slagtanden van het continent proberen te krijgen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier