Maak kennis met Grasse, bakermat van het parfum
De inwoners van Grasse wachten in spanning af. Tegen het einde van dit jaar weten ze eindelijk of hun ‘parfum-knowhow’ wordt ingeschreven als immaterieel cultureel werelderfgoed op de Unesco-lijst.
Dit artikel verscheen in de extra editie van Knack Weekend geheel gewijd aan de Provence en die je hier kan bestellen. p>
De inschrijving op de lijst van immaterieel erfgoed van Unesco zou een terechte erkenning betekenen voor deze stad aan de ‘Côte d’Azur van het binnenland’, die sinds eeuwen de passie voor bloemen, geuren en parfum hoog in het vaandel draagt.
Om de faam van Grasse te begrijpen, moet men zich de stad inbeelden zoals ze amper twee eeuwen geleden was: tientallen parfumeries, waarvan de geur in alle steegjes hing en op de heuvels stonden velden hectares vol met rozen, jasmijn, tuberozen…. Als bakermat van de moderne parfumerie blijft Grasse tot vandaag toeristen aantrekken uit de hele wereld. Europeanen, Amerikanen en Japanners willen in de voetsporen treden van Jean-Baptiste Grenouille, de vreemde ‘neus’ uit het boek Het Parfum van Patrick Süskind, waarvan een deel van het verhaal zich in deze steegjes afspeelt.
Dit stadje in de Alpes-Maritimes heeft het karaktervolle verleden uit die gouden tijden weten te bewaren. Tussen de stemmige afgebladderde okergele en oranje gebouwen ruiken de muren van de oude parfumerie Niel nog steeds naar muskus. De fabriek van Hugues Aîné (nu Charabot) wat verderop is nu wel gesloten, maar pronkt nog steeds met fraaie architectuur uit het begin van de 19e eeuw en ook het oude wapenschild met distilleerkolf hangt er nog steeds.
Het is ongetwijfeld die alchemie die ook Didier Gaglewski heeft verleid. In het hart van de oude stad, in rue de l’Oratoire ontvangt hij ons in zijn boetiek, een middeleeuws gebouw met muren van natuursteen. Na zijn opleiding werd deze man uit de Champagnestreek een tiental jaar geleden verliefd op de regio en startte hij met het vervaardigen van parfums: ‘Het is vooral de creatie die me aantrekt. Een parfum ontwikkelen kost me twee of drie maanden werk. Ik probeer nieuwe dimensies te ontdekken, rijke, genuanceerde mengsels samen te stellen, door natuurlijke extracten te gebruiken en niet uitsluitend synthetische,’ vertelt hij. Hij laat ons ondertussen één van zijn topcreaties ruiken: de Cambouis, die altijd op veel belangstelling kan rekenen. ‘In mijn ogen is een parfum een concept. Voor Cambouis wou ik iets strikt mannelijks creëren en geen compromis, zoals meestal gebeurt. Ik wou de sfeer oproepen van een garage, motoren, mechaniek.’
Geschiedenis van bloemen en aroma’s
Om te begrijpen hoe de geschiedenis van het parfum in Grasse is ontstaan moeten we terugkeren naar de Middeleeuwen. Een kleine rondleiding in het Musée internationale de la Parfumerie, het MIP, geeft meteen een rijk overzicht. ‘We bevinden ons in de 11e eeuw. Uit het Oosten worden huiden geïmporteerd en hier bewerkt. De geur is zeer sterk en om die te verminderen doordrenkt men het leer met vloeistoffen, van sinaasappel bijvoorbeeld,’ steekt gids Solange Fligier van wal voor één van de uitstalkasten in het museum. Zo begint het verhaal van de parfum in Grasse.
Van de 16e eeuw tot de 18e eeuw is er de mode van de geparfumeerde handschoenen. Door een belasting op leer gaan ambachtslieden zich dan richten op parfumerie en worden ze ‘parfumeur gantiers’. Tegelijk worden nieuwe soorten bloemen geïntroduceerd. ‘In de 17e eeuw komt de centifolia-roos van Iran naar hier, het resultaat van een toen nog mysterieuze kruising, en vervolgens de tuberoos uit Mexico en de grote jasmijn uit Indië’, vervolgt Solange in de kleine tuin van het museum met historische plantensoorten.
Dan komt de tijd van de kolonies, van kruidnagel, sandelhout of vanille, die allen gebruikt worden om parfums samen te stellen. Grasse slaagt er dan in om de kweek van parfumplanten en de parfumindustrie op dezelfde plaats te centraliseren. Dit beïnvloedt ook haar architectuur, met name in het centrum van de stad. Tot het einde van de 19e eeuw zullen de parfumeries er gevestigd blijven.
Om u deze tijd voor te stellen, kijkt u best omhoog tijdens uw wandeling door de steegjes. Dan ziet u nog die soms verlaten fabriekspanden die meer op huizen lijken. In deze paternalistische bedrijven werkten de arbeiders vaak generaties lang voor éénzelfde familie. Dit industriële erfgoed bleef goed bewaard, zoals de oude schoorstenen in rode steen of de ‘corons du sud’, kleine goedkope huisjes die voor het werkvolk in het centrum werden gebouwd.
Later is er de opkomst van de ’toeristische parfumeries’: Fragonard, Galimard en Molinard, de ‘Nanards’ zoals men ze hier noemt, die nu dagelijks busladingen toeristen over de vloer krijgen. De Engelsen kwamen het eerst, vanaf de jaren ’50, gevolgd door het massatoerisme. Bezoekers leren hoe geuren worden gevangen vooraleer ze gecommercialiseerd worden. In deze kleine musea toont men ook de verschillende methodes van extractie: de distillatie om de etherische olie op te vangen, of de koude enfleurage om de geur op te vangen in een doek gedrenkt in plantaardige olie.
Huwelijk tussen parfum en chemie
De meest ingrijpende verandering dateert van het einde van de 19e eeuw. ‘Vanaf 1890 begint men de geuren synthetisch te produceren. Dat is een drama voor de bedrijven in Grasse,’ vervolgt gids Solange Figier. Door de opkomst van extractie met een vluchtig oplosmiddel en het explosiegevaar dat daaraan verbonden is, trekken de fabrieken weg uit het centrum van de stad. De technologie evolueert, zodat het niet langer nodig is de grondstof in de buurt van de fabrieken te produceren. De handenarbeid in Grasse wordt te duur. Talrijke bedrijven herstructureren of sluiten de deuren, vooral in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Vandaag wordt er nog 3 ton jasmijn per jaar gekweekt, veel minder dan de 1.800 ton in de jaren ’30.
Toch wist Grasse zijn erfgoed te bewaren, dankzij het toerisme, het internationaal museum van de parfumerie en de bezoekers van de ‘Nanards’ en hun ateliers, waar de mensen zelf een geur kunnen samenstellen. Op economisch vlak is de sector nog altijd goed voor 4.000 rechtstreekse banen in de streek. Een honderdtal laboratoria, allemaal buiten het stadscentrum, maken vandaag alcoholische parfums en vooral kamerparfums, maar ook cosmetica, geuren voor onderhoudsproducten of voedingsaroma’s. Het gaat dus om zuivere chemie die veraf staat van het romantische plaatje van de parfumeries van weleer.
Terugkeer naar de natuur
Naast die moderne industrie bestaan er ook meer artisanale adresjes, zoals Didier Gaglewski met zijn parfum Cambouis of Audrey en Thierry Bortolini, andere ambassadeurs van de streek. In Peymeinade, op enkele kilometers van Grasse hebben zij een oude familiale boerderij overgenomen en er een klein paradijs uitgebouwd, met de teelt van één hectare bloemen op restanques, kleine terrassen met muurtjes in droge steen, waarop ook olijf- en sinaasappelbomen groeien.
Van hun oogst maken ze zoetwaren, siropen, confituren of cosmetica. Ze verkopen hun productie rechtstreeks en bieden tegelijk workshops aan voor het grote publiek. ‘Mijn grootvader teelde uitsluitend jasmijn en verkocht die tot 1971 aan de parfumeurs. Hij heeft alles moeten stopzetten, bij gebrek aan afzet,’ vertelt Thierry. ‘Toen wij het hier drie jaar geleden overnamen, wilden we ons niet blootstellen aan de grillen van de markt. We hebben besloten ter plaatse te produceren, te verwerken en ook te verkopen.’ Stilaan keert men terug naar de natuur. En Grasse hoopt op een snelle heropleving van de parfumplantenteelt die de stad zoveel rijkdom schonk.
Constant Viale is een nachtwaker uit Plascassier, een gehucht gelegen op ‘een kleiheuvel die constant beweegt’. In zijn prachtige ’tuin’ kweekt hij 800 m2 jasmijn en 2.000 m2 centifolia, de bekende en meest typische roos uit de streek. In zijn salon toont hij ons enkele foto’s uit de oude doos van narcissenpluksters. Als oud-landbouwer was hij getuige van het verdwijnen van de bloementeelt en eenmaal met pensioen besloot hij een tuin als een conservatorium te creëren. ‘Ik wilde de plantensoorten die hier veel voorkwamen, zoals de tuberoos, groeperen.’ Vroeger was deze zeer geurige witte bloem met een hoge stengel hier wijdverbreid, maar nu is ze bijna verdwenen. De oorzaak: in Frankrijk bloeit ze maar een veertigtal dagen per jaar, terwijl in Mexico de tuberoos het hele jaar door in bloei staat.
Toch heeft een groot parfumhuis onlangs een bestelling geplaatst bij een producent uit Grasse. ‘Op mijn 77ste heb ik zoiets nooit gezien. In de 20 jaar dat ik ze nu kweek wou niemand ervan weten,’ lacht hij. ‘Toch is de kwaliteit van deze bloemen on-verge-lijk-baar,’ benadrukt hij bij elke lettergreep. ‘Het is een uitzonderlijk voorrecht ze hier te telen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier