Een liefdevolle, maar kritische kijk op Italie

© iStockphoto

Volgens de Italianen is er maar één manier om de dingen te doen: hun manier. Cappuccino drink je tussen acht en halfelf ’s morgens, na september zwem je niet meer in zee en vrouwen tutten zich op om met hun kind naar de zandbak te gaan. Een liefdevolle, maar kritische kijk op het land van ‘la bella figura’.

Wat is dat toch met Italiaanse vrouwen ? Je weet wel : stralende meisjes in stiletto’s op een Vespa, jonge moeders, tot in de puntjes verzorgd om met hun kleuter naar het strand te gaan, elegante dames van een zekere leeftijd voor de etalages van de Milanese Via Montenapoleone, de zonnebril verankerd in een kapsel waaraan heel lang geföhnd moet zijn om het er zo perfect nonchalant te laten uitzien.

Welke beelden komen mij nog voor de geest als ik aan Italië denk ? De karakterkop van Gianni Agnelli, Fiatbaas en playboy, een citroengele kasjmiertrui achteloos over de schouders gedrapeerd. Sofia Loren in Una giornata particolare, een koningin in een katoenen schort, omdat ze in die film nu eenmaal een verwaarloosde huissloof moet verbeelden. Dat nieuwbakken bruidspaar op de Campidoglio in Rome – zij in een ivoorkleurige kanten jurk, hij met ivoorkleurige puntschoenen onder zijn driedelige pak – dat onvermoeibaar de instructies opvolgt van de fotograaf, duidelijk een belangrijker figuur in hun huwelijk dan de pastoor.

De Alessifruitpers op het Moltenkastje

Toegegeven, net als die van zoveel andere noorderlingen is mijn visie op het land geïdealiseerd, met dank aan illustere voorgangers als Goethe, Stendhal, Byron en Twain, die na hun grand tour niet konden wachten om thuis hun indrukken van het trotse Latijnse volk neer te pennen. Of beïnvloed door de meer mundane pennenvruchten van de Lisa St Aubin de Teráns en Frances Mayesen van deze wereld, vol olijfgaarden, bouwvallige Toscaanse of Umbrische villa’s en pittoreske inboorlingen.

Alle twijfels over nationale clichés ten spijt is Italië in de collectieve verbeelding nog altijd het mooiste én het verderfelijkste land ter wereld. Veel heeft te maken met het concept bella figura, samen met la famiglia en voetbal datgene waaraan de modale Italiaanse het meeste belang hecht, aldus de vooraanstaande socioloog Franco Ferrarotti. Er is het esthetische aspect, wat zeg ik, de cultus van het esthetische in alle onderdelen van het dagelijkse leven. De Alessifruitpers op het Moltenikastje. Beddengoed in het fijnste Frettelinnen, besprenkeld met enkele druppels Acqua di Parma. Gemarmerd, handgeschept briefpapier uit Firenze. Ook de gastronomie is een symfonie van geuren en kleuren, van smaak en vormgeving. Hoeveel pastabuisjes, -vlindertjes en -schelpjes heeft één land nodig ? Pure architectuur voor de ogen, maar ook voor de maag, want bij elke deegwarensoort hoort de juiste saus, bolognese a gogo is voer voor de regelrechte beotiërs onder de toeristen.

De volmaakte harmonie van schoonheid en functionaliteit, oog voor kwaliteit en detail, het maakt onmiskenbaar deel uit van de Italiaanse levensstijl. Het helpt allicht als je opgroeit met de erfenis van twintig eeuwen kunst en cultuur in je voortuin. Hoe ook, na een dagje Rome juich je alleen maar toe dat de Italianen het als hun vaderlandse plicht lijken te beschouwen om het beste te maken van wat moeder natuur hen heeft meegegeven. Niet voor niets is de passeggiata, waarbij Italianen zich vlak voor zonsondergang op straat begeven om te kijken en bekeken te worden, een nationaal ritueel. Het verkeer wordt geregeld door bloedmooie agentes, je kruist pastoors die zo op een kalender kunnen. Zelfs de hogere clerus is niet vrij van enige ijdelheid : in de Via Cestari hebben bisschoppen en kardinalen de keuze uit de laatste nieuwe trends qua mijters en kazuifels en bijpassende accessoires als paarse sokken en elegante rode schoenen. Het is zeer de vraag of ze hier blij zijn met de sobere stijl van paus Franciscus.

De voorspelbaarheid van luipaardprint

Maar fare bella figura gaat verder dan puur uiterlijk. Letterlijk betekent het : een goede indruk maken, je beste beentje voorzetten. Dat heeft met elegantie te maken, maar ook met houding en zelfvertrouwen en bovenal met decorum : weten hoe het hoort. Het tegenovergestelde van fare bella figura is fare brutta figura, gezichtsverlies lijden, een modderfiguur slaan. In de Via Condotti rondlopen alsof je net van het strand komt bijvoorbeeld. Daar zou de nonna haar wenkbrauwen bij fronsen en geen enkel welopgevoede Italiaan wil zijn nonna schofferen.

Italiaanse mode à la Versace, Pucci en Cavalli mag dan al kleurrijk en opzichtig zijn, eigenlijk vertolkt dat flamboyante net zo goed conformisme. Hoe voorspelbaar is luipaardprint voor een uitdagende jurk? Of een leren jasje, zoals premier Matteo Renzi zo graag draagt, als symbool voor rebellie?

Zich loyaal, respectvol en volgens de situatie gedragen is cruciaal voor het in stand houden van la bella figura, zowel in familiale kring als in zakelijke relaties, beweert Beppe Severgnini, lang correspondent voor The Economist, die met La bella figura een insidersgids tot de Italiaanse geestesgesteldheid schreef. “Mochten meer naties het principe naleven, we zouden een stuk dichter bij de wereldvrede komen”, beweert hij. Kritische geesten beweren dan weer dat conformisme en de zucht naar decorum typische bijproducten van het fascisme zijn, zoals het vanaf de jaren dertig in Italië floreerde.

Nee, la vita is niet altijd dolce in het land van de la bella figura. In naam van de schoonheid is men tot veel bereid. Politici worden beoordeeld volgens hun glimlach, professionelen volgens hun kantoor, secretaressen volgens de lengte van hun benen, auto’s volgens hun design en mensen volgens hun titel. In de trattoria heet iedere klant dottore en als je Severgnini mag geloven is één Italiaan op de vier voorzitter van een vereniging. Nergens anders wordt zoveel waarde gehecht aan conventies, rang en stand. En aan de eerste indruk. Nog voor je je mond opendoet, word je afgerekend op kleren, accessoires en houding die hier, meer nog dan elders, geacht wordt boekdelen te spreken over sociale status, familiale achtergrond en opleidingsniveau. Stijl gaat boven inhoud, trends worden niet gemaakt, maar slaafs gevolgd.

Op de Rai onderwerpen wulpse presentatrices met meer lippen, boezem en honingblonde lokken dan voor een vrouw gebruikelijk is en ook overdag in een glitterjurk of een waanzinnig soort majorettenuitrusting verpakt, quizkandidaten aan zinloze opdrachten.

Onder de schone schijn

Een ander sleutelbegrip van de Italiaanse levensfilosofie is furbo, dat ‘doortrapt’ betekent, maar ook ‘geslepen’. Italianen zijn op hun hoede voor onbetrouwbare sujetten, maar stiekem bewonderen ze hen ook. Wetten en reglementen zijn er om omzeild te worden, zolang er tenminste een reële kans bestaat dat je niet gesnapt wordt. Niet voetbal, maar belastingontduiking is de ware nationale sport van de Italianen. Dat verklaart ook waarom Silvio Berlusconi, een ritselaar van het zuiverste water, maar immer goedlachs en zongebruind, zolang aan de macht bleef. Voor buitenstaanders kon zijn succes onbegrijpelijk, ja zelfs absurd lijken, maar voor de Italianen was hij gewoon een van hen : hij hield van zijn familie en van mooie, jonge vrouwen, van geld, voetbal en lekker eten. Bovendien, de grootste ritselaar van allemaal zijn, je moet het maar flikken. “Wat hij voor zichzelf kan, kan hij ook voor ons”, moeten veel Italianen gedacht hebben. En zeg nu zelf : in welk ander land had de premier tijdens zijn derde ambtstermijn meer haar dan tijdens zijn eerste ?

Voor een genuanceerde kijk op Italië zit je goed bij een aantal Inglesi Italianizzati, naar De Laars uitgeweken Engelsen, zoals de journalist Tobias Jones die in Het andere Italië (oorspronkelijke titel The dark heart of Italy) een aantal lange reportages bundelt. Onder het mooie en stijlvolle waarvoor hij zeker ook gevoelig is, pookt Jones het verval op : een logge bureaucratie, een in procedureslagen vastlopende justitie, de verstikkende macht van de kerk en de maffia. Hij schetst niet alleen een beeld van het hedendaagse Italië, maar ook van de geschiedenis van de laatste zestig jaar : de burgeroorlog tussen fascisten en partizanen (1943-’45) en de anni di piombo, de loden jaren (eind jaren zestig tot begin jaren tachtig), toen de samenleving getraumatiseerd werd door bloedige terreurdaden van links en rechts, een van de hoofdthema’s van de prachtserie Un meglio gioventu.

Van bella figura tot bel casino (een mooi zootje), dat is het beeld dat een andere uitgeweken Brit, de schrijver Tim Parks, schept in boeken als Italiaanse buren en Italiaanse opvoeding. Parks woont al sinds 1982 met zijn Italiaanse vrouw en drie kinderen in de buurt van Verona en focust vooral op de tedere anarchie van het dagelijkse leven. Het beeld dat buitenlanders van Italianen hebben, beweert Parks, is gebaseerd op de manier waarop ze zich gedragen als ze zich amuseren en wat genereuzer zijn met hun theatraliteit. “Als je de Italianen beter leert kennen, dan merk je dat ze geobsedeerd zijn door zekerheid. Bewakingscamera’s bij de voordeur, een batterij veiligheidssloten, een kwaaie waakhond. Bij de geringste lichamelijke klacht een volledige medische check-up. Getrouwd wordt er pas als een stel vast werk en een eigen woonst heeft. Ik ken stellen van in de dertig die elkaar in het weekend zien, maar voor de rest knus bij hun ouders wonen. Je job verliezen is een regelrechte ramp, veel zelfmoorden hebben te maken met ontslag. Voor velen is een job als ambtenaar dan ook de hoogste ambitie. Statali hebben hier volgens mij de meest genereuze pensioenregeling van heel de wereld. Met de vergrijzing van de bevolking wordt dat natuurlijk een gigantisch probleem.”

Feministen op stiletto’s

Zeker omdat Italië tegenwoordig zowat het laagste geboortecijfer van Europa heeft. De Amerikaanse thrillerschrijfster Donna Leon woont al 25 jaar in Venetië : “In de jaren zeventig en tachtig heeft zich hier een enorme verschuiving in de rolpatronen voorgedaan. Sacrifigi was altijd al een sleutelbegrip in de Italiaanse samenleving. In de oude visie, die latent nog altijd voortleeft, stond de persoon die zich het meest voor het gezin opofferde het hoogst in aanzien. Eeuwenlang beperkten de vooruitzichten van de Italiaanse vrouw zich tot de rol van opofferende moeder. Tot zich in de jaren zeventig een nieuw vrouwenmodel aandiende : onafhankelijk en ondernemend. Een winner moest je zijn, en alles onder controle hebben.”

“Geen wonder dat het fenomeen anorexia nervosa zich in Italië zo extreem manifesteerde. Het eerste toonaangevende boek over anorexia werd trouwens door een Italiaanse geschreven. De aandoening heeft overduidelijk te maken met het beeld dat vrouwen van zichzelf hebben. En een van de intrigerende aspecten ervan is dat de patiënte zich als een slachtoffer presenteert, terwijl zij juist de totale controle heeft.” Ook nu nog zijn Italiaanse vrouwen heel erg bezig met hun rol in de samenleving. Leon : “Dat maakt hen volgens mij oneindig boeiender dan hun mannen (lacht). Het meer agressieve feminisme is dan weer niet aan hen besteed, ze zoeken meer subtiele uitwegen.” Feminisme in een luipaardjurk misschien ? Hoe typerend voor een land dat zowel Botticelli als Berlusconi voortbracht. Zoals Pirandello ooit schreef : “Niets is hier wat het lijkt, je weet nooit wat je moet geloven.”

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content