Wat moet je zien?

MUSEA

Het Prado is een van de grootste musea ter wereld en gevestigd in een schitterend gebouw. Het museum bezit een collectie van zo’n 8000 schilderijen, 5000 tekeningen, 2000 kunstvoorwerpen en 700 beelden uit de periode tussen de 14e en 19e eeuw. Sinds een grondige verbouwing die in 2007 werd afgerond kan het museum ongeveer 1300 schilderijen van beroemde Spaanse schilders als Diego Velázquez, Francisco Goya en El Greco tentoonstellen. Maar ook ‘Tuin der lusten’ van Jeroen Bosch en ‘De Kruisafneming’ van Rogier van der Weyden behoren tot de hoogtepunten van de collectie.

Vlakbij het Prado liggen het Reina Sofia en Thyssen-Bornemisza. Die drie musea vormen samen de zogenaamde Triángulo del Arte.

Het Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofía , genoemd naar de Spaanse koningin Sofia, is het belangrijkste museum voor hedendaagse kunst in Spanje. Het museum, dat in 1992 werd geopend, is gehuisvest in het achttiende eeuwse Hospital de San Carlos.

Het hoogtepunt in de omvangrijke collectie is ‘Guernica’ van Pablo Picasso. Ook de context van het beroemde schilderij wordt uitvoerig belicht. Daarnaast bezit het museum andere schilderijen van Picasso en werken van schilders als Salvador Dali, Juan Gris, Joan Miró, Georges Braque, Roy Lichtenstein en Yves Tanguy.

Eén van de grootste private kunstcollecties ter wereld, die van baron Hans Heinrich Thyssen-Bornemisza, wordt tentoongesteld in hetMuseo Thyssen-Bornemisza. De verzameling bestaat uit werken van de 13e eeuw tot de 20e eeuw, van de gotische kunst tot de Popart. Je vindt er dus zowel werk van Cranach, Dürer, Fra Angelico, Goya, Rembrandt en Van Gogh. Het museum opende in 1992 haar deuren in Madrid, daarvoor bevond de collectie zich in de villa van de baron in Lugano. Na de uitbreiding in 2004 werden ook zo’n 200 schilderijen uit de collectie van zijn vrouw, barones Carmen Thyssen-Bornemisza, op zaal getoond. Tenslotte heeft het museum ook een afdeling in Barcelona.

In februari 2008 heeft een vierde kunstruimte de deuren geopend aan de Paseo del Prado in Madrid: het Caixa Forum. Het cultuurcentrum herbergt twee tentoonstellingsruimtes voor exposities rond hedendaagse kunst. Caixa Forum is gevestigd in een voormalige energiecentrale, die omgebouwd is door het architectenbureau Herzog & de Meuron. Dat Zwitserse architectenbureau behoort momenteel tot de top van de wereldarchitectuur. Vooral hun aparte materiaalkeuze voor de gevels van hun gebouwen spreekt tot de verbeelding. Zo wonnen ze in 2001 zelfs de Pritzker Architecture Prize. Daarnaast zijn het zogenaamde ‘Vogelnest’, het Olympisch stadion in Peking, en de Londense Tate Modern, ook een verbouwing van een elektriciteitscentrale tot museum, van de hand van het bureau.

PLEINEN EN STRATEN

Plaza Mayor is een indrukwekkend plein uit de twaalfde eeuw dat tot de vijftiende eeuw buiten de stadsmuren van Madrid lag. Aanvankelijk was het een marktplein, waar ook feesten en stierengevechten plaatsvonden. Na een reeks grote branden werd besloten het plein niet langer als marktplaats te gebruiken.

Het huidige neo-classisistische karakter van het plein en het standbeeld van Felipe II stammen uit de negentiende eeuw. Na lange tijd enkel gebruikt te zijn als park vinden er tegenwoordig weer allerlei feesten en evenementen plaats op de Plaza Mayor.

Plaza de Cibeles is een prachtig plein met de 18e eeuwse fontein ter ere van Cibeles, de Griekse godin van de vuchtbaarheid. Deze fontein is één van de symbolen van Madrid. Wanneer voetbalclub Real Madrid een wedstrijd gewonnen heeft, komen de fans samen bij deze fontein om feest te vieren. Het plein wordt omringd door een paar schitterende paleizen.

Puerta del Sol of de zonnepoort fungeerdein de vijftiende eeuw als toegangspoort in de stadsmuren tussen Madrid en de Middeleeuwse buitenwijken. Aangezien de Puerta del Sol precies in het geografische midden van Spanje ligt, heeft ze een belangrijke symbolische functie. Zowel Napoleon als Franco toonden hun macht door trots over dit plein te marcheren. Op oudejaarsavond komen de Madrilenen naar dit plein om af te tellen naar het nieuwe jaar. Daar krijgt iedereen dan een schaaltje met twaalf druiven. Per klokslag eten de Madrilenen een druif. Zo hopen ze geluk en voorspoed voor het nieuwe jaar af te dwingen. Daarna worden de flessen cava ontkurkt en kan het feest echt beginnen. Deze traditie noemt men in Spanje ‘Las Uvas de la Suerte’ ofte de ‘druiven voor het geluk’.

De Fifth Avenue van Madrid heet Gran Vía. Deze prachtige winkelstraat is aan weerskanten omgeven met monumentale gebouwen uit het begin van de 20e eeuw. Als de winkels ’s avonds dicht zijn, verandert Gran Vía dan weer in een soort Broadway. Heel wat theaters en bioscopen openen er dan de deuren.

Bij de hoofdingang van het Retiro-park staat de Puerta de Alcala, één van de opvallendste monumenten in de Spaanse hoofdstad. De stadspoort werd in 1778 in gebruik genomen als een echt poortgebouw. Ze werd gebouwd door de ingenieur Francesco Sabatini in opdracht van koning Karel III van Spanje. Sinds de afbraak van de stadsmuur in 1869 is de Puerta de Alcala enkel nog een monument.

GEBOUWEN

Palacio Real is de officiële residentie van de Spaanse Koninklijke familie. Maar aangezien de koninklijke familie niet meer in dit negentiende eeuwse paleis woont, heeft het paleis tegenwoordig een ceremoniële functie.

Het paleis telt maar liefst 2800 kamers, maar slechts zestien daarvan zijn opengesteld voor het publiek. De meest indrukwekkende kamer is de Salón del Trono (troonzaal). Aan de met fluweel beklede wanden hangen portretten van Maria Luisa van Parma door Goya.

Het klooster van Las Descalzas Reales werd gesticht door de dochter van Karel V in de 16e eeuw in een voormalig paleis. In het klooster woonden aanvankelijk enkel ingetreden adellijke dames. ‘Las Descalzas Reales’ betekent letterlijk ‘koninklijke ongeschoeide vrouwen’. Doordat de vrouwen die het klooster ingingen hun rijkdommen meebrachten, behoorde het klooster tot de welvarendste in Europa.

In de loop van de tijd waren het niet meer in de eerste plaats adellijke dames die het klooster ingingen, waardoor de financiële situatie verslechterde. In de 20e eeuw ging het zelfs zo slecht dat de Paus de nonnen dispensatie verleende, zodat ze een museum in het klooster konden openen.

Tegenwoordig kan je hier een indrukwekkende collectie schilderijen, beelden, tapijten en beschilderde tegels ofte ‘azulejos’ bewonderen. Ook het met fresco’s beschilderde trappenhuis en de Kapel van de Maagd van Guadelupe met 68 olieverfpanelen zijn schitterend.

De Egyptische Tempel van Debod dateert uit de tweede eeuw voor Christus en was een geschenk van Egypte aan Spanje voor de hulp bij het verplaatsen van de Tempel van Abu Simbel tijdens de bouw van de Aswandam. Deze tempel is de enige plaats buiten Egypte waar je de Egyptische architectuur kan bekijken. De tempel was opgedragen aan de goden Ammon en Isis.

Ook het grootste treinstation van Spanje ligt in Madrid. Atocha haalde de wereldpers in 2004, toen een kleine 200 mensen het leven liet bij enkele bomaanslagen in het station. Atocha was ook het allereerste treinstation van Madrid. Het werd ingehuldigd in 1851. Na een brand werd het station opnieuw opgebouwd rond 1890 door Alberto de Palacio Elissagne, een medewerker van Gustave Eiffel. In 1992 kreeg het station zijn beroemde 4.000 meter grote tropische tuin. De moderne uitbreiding van het station is van de hand van Rafael Moneo.

Iets buiten het centrum van Madrid ligt het enorme abdijcomplex El Escorial. In feite is het een kasteel, abdij en koninklijk mausoleum in één gebouw, dat Filips II van Spanje tussen 1559 en 1584 liet bouwen. Het complex ligt op ongeveer 45 kilometer ten noordwesten van Madrid. Sinds 1984 staat El Escorial op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het abdijcomplex is ongeveer 200 m2 groot en staat geïsoleerd op een bergflank. Het complex telt 16 binnenpleinen, 4000 kamers en 86 trappenzalen. Het complex werd gebaseerd op het rooster waarop de heilige Laurentius geroosterd werd. Het is een ontwerp van Juan Bautista de Toledo en is afgewerkt door Juan de Herrera. Ongeveer alle Spaanse koningen en hun vrouwen liggen onder het altaar van de basiliek begraven. El Escorial wordt ook wel eens als achtste wereldwonder bestempeld.

PARKEN

Het grootste stadspark van Spanje, Retiro, waar je kan uitrusten na een bezoek aan de musea van de Triángulo del Arte. Die musea liggen alle drie vlakbij het park. In dit goed onderhouden park kan je heerlijk wandelen of op een terrasje zitten. Op zondag is het er vaak erg druk, want de Madrilenen trekken dan massaal naar dit park.

Eén van de bekendste gebouwen in het park Retiro is Palacio de cristal. Oorspronkelijk maakte het gebouw deel uit van het koninklijk paleis, dat in 1632 gebouwd werd onder het bewind van koning Philip IV.

Dat koninklijke paleis werd grotendeels vernietigd tijdens de Napoleontische oorlogen. Van wat overbleef maakte Ricardo Velázquez Bosco in 1887 een nieuw gebouw. Voor zijn ontwerp baseerde hij zich op ‘The Crystal Palace’ in Londen. Het paviljoen werd oorspronkelijk gebouwd ter gelegenheid van een tentoonstelling met tropische planten uit de Filippijnen. Nu doet de ruimte dienst voor tijdelijke tentoonstellingen.

Casa de Campo deed vroeger dienst als jachtterrein van de Koninklijke familie. Nu is het een bijna 1.800 hectare groot publiek park. Het park ligt dicht bij het centrum van Madrid, maar geeft je toch het gevoel in de wijde natuur te zijn. In het park ligt ook een pretpark en een meer. Je kan er naar de Madrileense zoo en in de zomer vinden er concerten en filmvoorstellingen in openlucht plaats. Boven het park loopt een kabelbaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content